De EC zal Intel woensdag naar verwachting een recordboete opleggen wegens het schenden van Europese antitrustwetten. De boete kan volgens de regels van de Commissie maximaal tien procent van de jaaromzet bedragen.
Met de beslissing komt er een voorlopig einde aan de langlopende zaak van de EC tegen Intel. De Commissie startte een onderzoek naar de antitrustpraktijken van Intel naar aanleiding van een klacht van AMD in 2000. Dit bedrijf stelde dat Intel zijn monopoliepositie op het gebied van cpu's voor pc's had misbruikt. Intel werd uiteindelijk in juli 2007 officieel aangeklaagd door de EC.
De EC zal Intel woensdag, volgens bronnen van Reuters, naar alle waarschijnlijkheid veroordelen voor twee antitrustovertredingen. Zo is de Commissie tot de conclusie gekomen dat Intel kortingen aan computermakers heeft verstrekt onder voorwaarde dat deze maar een bepaald percentage aan pc's met AMD-cpu's mochten leveren. Bij NEC mocht bijvoorbeeld maar twintig procent van de verkochte pc's zijn uitgerust met AMD-processors, terwijl HP een percentage van vijf procent kreeg opgelegd. Lenovo en Dell mochten helemaal geen pc's met AMD-processors verkopen in ruil voor de kortingen. Intel wordt opgedragen te stoppen met de ongeoorloofde kortingen. Ook zou de EC bepaald hebben dat Intel computermakers betaald zou hebben om de introductie van producten op basis van AMD-cpu's te vertragen of te schrappen.
Volgens de Europese regels mag de EC Intel een boete opleggen van ten hoogste tien procent van de jaaromzet. Deze bedroeg bij Intel in 2008 37,6 miljard dollar, waardoor de boete uit zou kunnen komen op bijna 2,8 miljard euro. De maximale boete wordt echter bijna nooit uitgedeeld. Het uiteindelijke boetebedrag zal waarschijnlijk hoger uitvallen dan de boete die de EC vorig jaar aan Microsoft uitdeelde vanwege antitrustpraktijken. Die bedroeg 899 miljoen euro.