Privacy International heeft Google het laagste rapportcijfer gegeven in een onderzoek naar hoe de grootste internetbedrijven met privacy omgaan. Volgens Google is de beoordeling op misvattingen gebaseerd.
De privacywaakhond kent Google als enige de laagste categorie toe, die gereserveerd is voor bedrijven met 'uitgebreide consumentensurveillance en een diepgewortelde vijandigheid jegens privacy'. Andere onderzochte bedrijven, waaronder Apple, Microsoft en Yahoo, hebben weliswaar ook zorgwekkende elementen in hun privacybeleid maar komen niet in de buurt van Google, zo stelt de organisatie. Het is een nieuwe aanval op de manier waarop de zoekgigant met gebruikersdata omgaat, nadat een EU-werkgroep daar onlangs ook vraagtekens bij zette.
Google heeft laten weten teleurgesteld te zijn over de conclusies van Privacy International, en zegt dat die gebaseerd zijn op 'talrijke onjuistheden en misvattingen over Googles diensten'. Het bedrijf stelt dat het vergaren van gebruikersdata nodig is om goede diensten te kunnen leveren, en voert aan dat het de gegevens juist agressief beschermt. Daarbij haalt het onder meer zijn gevecht aan tegen de Amerikaanse regering, die vorig jaar zoekquery's van het bedrijf opeiste. Google zegt verder het jammer te vinden dat de organisatie haar bevindingen niet met het bedrijf heeft besproken alvorens tot publicatie van het rapport over te gaan, maar volgens de privacygroep heeft Google niet gereageerd op een verzoek om contact.
Daarmee is de woordenwisseling echter nog niet ten einde: Privacy International waarschuwt Google-ceo Eric Schmidt in een open brief zich tweemaal te bedenken voor het bedrijf een lastercampagne tegen de privacyvoorvechters start. De organisatie zegt van een tweetal journalisten te hebben begrepen dat die door Google zijn benaderd met de claim dat Privacy International een belangenverstrengeling heeft met Microsoft - dat twee plekken hoger scoort in het rapport - omdat een van zijn bestuursleden bij het softwarebedrijf werkt. Volgens de privacyorganisatie gaat het om een van haar zeventig internationale adviseurs, en was deze al voor de waakhond werkzaam voordat hij bij Microsoft terechtkwam - en bood de man bovendien aan zijn werk voor de organisatie stop te zetten. De stelling dat deze 'uitmuntende it- en beveiligingsexpert' de beslissingen van Privacy International zou beïnvloeden is niet enkel onjuist maar tevens een belediging, zo stelt de groep. De privacyvoorvechters besluiten hun brief met het advies aan Google dat het beter is om met de organisatie samen te werken aan het oplossen van privacyissues, dan met modder te gaan gooien in de media.