AVM, de Duitse fabrikant achter de FritzBox-modems, wordt mogelijk verkocht. Dat melden ingewijden aan Duitse krant Handelsblatt. De oprichters van het bedrijf overwegen een verkoop van het bedrijf. Er is volgens de bronnen 'grote belangstelling'.
De oprichters van AVM werken momenteel aan de plannen voor een mogelijke verkoop, meldt Handelsblatt op basis van de anonieme bronnen. Amerikaanse zakenbank Lincoln gaat de mogelijke verkoop begeleiden en heeft een veilingsproces voorbereid. Het is echter nog onduidelijk of er een daadwerkelijke deal komt; dat gaat in ieder geval nog maanden duren, vertellen ingewijden aan de krant.
De krant meldt dat er veel interesse van private equity-investeerders in AVM is. Het bedrijf behaalde vorig jaar een omzet van 620 miljoen euro. De fabrikant zou 750 miljoen tot 1 miljard euro waard zijn. De netwerkfabrikant is momenteel nog in handen van zijn vier oprichters, die het bedrijf in 1986 opzetten toen ze nog student waren. De eigenaren verkennen nu hun verkoopopties.
"De oprichters en managing partners van AVM naderen de zeventig jaar", vertelt een woordvoerder van AVM aan Handelsblatt. "Het is belangrijk voor hen dat het succes van AVM doorgaat, ook als ze op een dag niet meer bij het bedrijf betrokken zijn. Ze hebben deze overgang al enige tijd gepland. Ze besteden actief tijd aan het bespreken van verschillende opties, zonder tijdsdruk." AVM bevestigt echter niet of er gewerkt wordt aan een verkoop: "De managing partners hebben besloten niet deel te nemen aan speculatie." Zakenbank Lincoln wilde niet reageren op vragen van de Duitse krant.
AVM is vooral bekend van zijn FritzBox-modems en -routers, maar maakt ook andere apparatuur, zoals accesspoints en smarthomeproducten. Het Berlijnse bedrijf is een van de marktleiders in Duitsland en is ook in Nederland populair. Het bedrijf telt tegenwoordig bijna 900 medewerkers.