Roland Kupers, klimaatadviseur van de Verenigde Naties, zegt in een interview met het FD dat de Nederlandse plannen voor grote waterstofprojecten voorbarig zijn en dat het vervoer van waterstof over lange afstanden niet verstandig is, mede door de te verwachten lekkages.
In een interview met het Financieele Dagblad zegt Kupers dat hij voorstander is van een snellere omslag naar duurzame energie en meer elektrificatie met groene stroom, maar dat dat in Europa niet per se via waterstof moet verlopen. De honderden miljoenen euro's aan subsidie die de Nederlandse overheid aan grote waterstofprojecten toekent, noemt hij dan ook 'voorbarig'. Dat zegt hij mede omdat lekkages van waterstofgas door de chemische eigenschappen een probleem voor het klimaat zullen vormen: "Waterstof is een zwaar indirect broeikasgas, vele malen sterker dan CO2, doordat het de afbraak van methaan, ook een zwaar broeikasgas, in de atmosfeer vertraagt. Waterstofmoleculen zijn zo klein, dat ze zelfs door stalen pijpen heen kunnen ontsnappen."
Uit eerder onderzoek van het wetenschappelijk bureau van de Europese Commissie bleek al dat de huidige lekkages in de waterstofketen niet goed worden beperkt. "We hebben gek genoeg geen idee hoeveel waterstof er ontsnapt", zegt Kupers. "Er zijn geen empirische metingen, alleen aannames. De EU-studie schat dat er wel tot 20 procent ontsnapt bij vervoer van waterstof over lange afstand." Op dat laatste zet de Nederlandse overheid juist stevig in, in de vorm van getekende intentieverklaringen met een groot aantal landen om per schip waterstof naar Nederland te vervoeren. Het gaat bijvoorbeeld om vervoer vanuit Oman en Namibië naar Nederland, maar ook projecten zoals een waterstofverbinding tussen Noorwegen en Duitsland of het Nederlandse Gasunie-waterstofnetwerk zijn volgens Kupers onverstandig door de indirecte impact van lekkages op het klimaat.
Volgens de Gasunie zal waterstof een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de CO2-reductie, maar Kupers is minder te spreken over de waterstofplannen. "Het is sinds een aantal jaren bekend dat twee tot vier procent van methaan, een ander zwaar broeikasgas, ontsnapt, maar het is nog steeds niet duidelijk waar precies. Er komt nog steeds veel meer methaan in de atmosfeer dan er lekken gevonden worden. Voordat er een nieuwe industrie opgetuigd wordt met een gas dat nog veel makkelijker ontsnapt, moet lekkage onder controle zijn. Pas na onafhankelijke metingen door ngo's heeft een deel van de olie- en gasindustrie erkend dat methaanlekkage een enorm probleem is. Met waterstof moeten we dat voor zijn."
Kupers is ook niet te spreken over het plan om waterstof te gaan maken met groene stroom. Dat betekent namelijk dat die groene stroom niet meer beschikbaar is om de bestaande kolen- en gascentrales te vervangen, iets waar volgens Kupers veel meer klimaatvoordeel uit te halen is. Hij vindt dat een windpark op de Noordzee bedoeld om waterstof te produceren, betekent dat er veel stroom wordt ingezet voor een 'inefficiënte conversie naar waterstof'.
Roland Kupers is momenteel VN-klimaatadviseur en was eerder onder meer tien jaar werkzaam voor Shell als leidinggevende bij de tak die verantwoordelijk is voor vloeibaar gas. Nadat hij in 2009 vertrok bij Shell, heeft hij zich hij onder meer beziggehouden met het doen van onderzoek naar het beperken van de emissies van methaan. Hij was onder meer een initiatiefnemer van het International Methane Emissions Observatory, een VN-instituut dat is opgericht om methaanemissie terug te dringen.