Vorig jaar hebben fabrikanten wereldwijd een recordbedrag van omgerekend 59,4 miljard euro uitgegeven aan apparatuur voor het produceren van chips. Het gaat om een stijging van 19 procent ten opzichte van 2019. In China en Zuid-Korea was die stijging veel hoger.
China heeft voor het eerst het meeste uitgegeven aan apparatuur voor chipproductie, schrijft SEMI. De branchevereniging voor chipproducenten heeft de cijfers naar buiten gebracht. In China werd voor 18,72 miljard dollar uitgegeven aan chipapparatuur, 39 procent meer dan een jaar eerder.
In Taiwan, waar de grote chipfabrikant TSMC is gevestigd, bleven de uitgaven met 17,15 miljard dollar vrijwel gelijk. Die regio staat daardoor nu op de tweede plek. Jarenlang werd in Taiwan het meeste uitgegeven aan apparatuur voor chipproductie. In Zuid-Korea werd 16,08 miljard dollar uitgegeven, een groei van 61 procent ten opzichte van een jaar eerder. Samsung is daar verreweg de grootste chipproducent.
In andere werelddelen was de groei minder sterk, zoals in Europa, waar de uitgaven uitkwamen op 2,64 miljard dollar, 16 procent meer dan een jaar eerder. In Noord-Amerika daalden de uitgaven flink, met 20 procent. In de drie afgelopen jaren was er juist sterke groei in de uitgaven aan apparatuur voor chipproductie.
De gerapporteerde uitgaven zijn onder andere die voor de machines die nodig zijn om wafers te produceren. Het Nederlandse ASML is daarin momenteel de belangrijkste speler met zijn euv-machines. Eerder dit jaar maakte ASML bekend vorig jaar een recordomzet van 14 miljard euro behaald te hebben. De cijfers omvatten ook allerlei andere apparatuur die bij de productie nodig is, zoals die voor het verwerken van de wafers en het assembleren van chips.
De vijftien grootste chipfabrikanten wereldwijd behaalden volgens eerdere cijfers van IC Insights gezamenlijk een omzet van 342 miljard dollar met de leveringen van chips in 2020. Dat was een stijging van 13 procent ten opzichte van 2019.