Hier een ambtenaar die zeer zeker onder de WOB valt (en dergelijke verzoeken ook wel eens moet afhandelen).
De uitspraak is niet echt onverwacht. In wob-verzoeken wordt er ook al rekening gehouden met whatsapp-correspondentie. Het is namelijk een medium waar ambtenaren mee communiceren en die vallen dus onder de WOB (zo bevestigt nu ook de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State). In aanstaande wetgeving (WOO, wet openbaarheid overheid) was dit ook al geregeld. Het heeft echter wel impact: de hoeveelheid stukken die beschouwd moeten worden neemt toe. En dus kost het meer tijd.
Whatsapp gesprekken vallen dan wel onder de wob, maar de weigeringsgronden zijn natuurlijk ook van toepassing. De gronden die het meest van toepassing zijn, zijn die van de 'persoonlijke beleidsopvatting voor intern beraad', 'financiële belangen van de staat of derde partijen', 'procespositie van de staat' en zaken persoonsgegevens. Met name de beleidsopvatting, procespositie en financiële belangen worden vaak toegepast. En ja: via whatsapp wordt daar ook best wel wat over gedeeld...
Er is geen bewaartermijn voor whatsapp, mail e.d. Iemand die dus infobesitas heeft, heeft het bij wob verzoeken veel zwaarder (no pun intended): die moet meer mails e.d. nalopen op mogelijke relevantie en daarna screenen op weigeringsgronden e.d.).
Zoals gezegd moet ik wel eens wob-verzoeken afdoen. Dat is echt een ontzettende k*tklus die dwars door je normale werk heen fietst. In 'mijn' laatste wob-verzoek (in beginsel zo'n 250 documenten, waarvan er ruim 200 binnen de reikwijdte van het verzoek vielen en na screening op dubbele mails e.d. er uiteindelijk zo'n 80 overbleven. Die moeten dus allemaal zin voor zin nageplozen worden om geen gevoelige gegevens (ramingen, beleidsopvattingen, namen e.d.) onterecht openbaar te maken. In een mail aan de Directeur Generaal die het besluit formeel vaststelde heb ik het volgende hierover geschreven:
“Wat maakt dit zo arbeidsintensief dat het 120 uur kost om het af te krijgen?”
Deze vraag is heel begrijpelijk en vergt best wat uitleg om te beantwoorden. Ten eerste komen die verzoeken gewoon binnen, ongepland. Het normale werk gaat echter gewoon door. En dus wordt een Wob-verzoek als deze vaak gedaan aan de randen van de dag, soms tot diep in de avond. Ondersteuning is er normaal gesproken niet, wel is er juridische advisering door de juridische directie. Het inhoudelijke werk gebeurt echter in principe door de beleidsmedewerker(s) zelf. En juist daarom is een Wob-verzoek vaak belastend.
Wat moet er dan allemaal gebeuren om zo’n verzoek af te doen? Een Wob-verzoek bestaat voor de betrokken medewerkers uit een aantal stappen:
1. Inventarisatie van alle stukken waar enige relatie met het verzoek van verzoeker uit is op te maken (naam, adres, ‘het geval…’, ‘dat ene gebouw’, rapporten waarin wordt verwezen naar het geval etc.). Wanneer het verzoek breed is geformuleerd dan neemt de reikwijdte dus ook toe. Verzoeker had zijn verzoek in dit geval erg breed geformuleerd (vanuit zijn oogpunt begrijpelijk en ook logisch) en heeft een soortgelijk verzoek is ook gedaan aan de provincie en de gemeente. Daarmee is dus afgestemd over het aantal stukken, welke wel en niet onder de reikwijdte vallen e.d.
2. Na inventarisatie van alle mails/documenten moet worden bepaald wat in de reikwijdte van het verzoek zit en wat niet. Hierover hebben we overleg gehad met de verzoeker. Hierdoor viel gelukkig gelijk al een flink aantal documenten af. Maar dat is wel pas ná dat die stukken zijn gescreend op mogelijke relevantie (omdat er in sommige stukken toch ook weer wel relevante informatie staat). Ofwel: hoewel er 77 stukken openbaar worden gemaakt, zijn er wel meer dan 200 stukken bij elkaar gezocht, gescreend en gesorteerd.
3. Daarna moeten alle stukken in PDF worden omgezet en pas dan kan er gelakt worden: per lak-actie moet worden aangegeven waarom er is gelakt (beleidsopvatting, ramingsinformatie e.d.). En dus worden alle stukken individueel – en per grondslag – gelakt. Dat is dus arbeidsintensief werk waarbij met name de persoonlijke gegevens en beleidsopvattingen het nodige speurwerk vergen.
4. Omdat veel stukken afkomstig zijn van medeoverheden, is daar mee afgestemd: welke passages zijn vertrouwelijk en welke niet. Het zou immers ongeloofwaardig overkomen wanneer de provincie een persoonlijke beleidsopvatting veel strikter zou opvatten als wij. Dat vergt dus een paar overleggen om alle stukken door te nemen (vaak per telefoon, soms fysiek).
5. Wanneer alle stukken zijn gelakt (en gecontroleerd of echt alles is gelakt en definitief is gelakt) moet er een Wob-besluit worden gemaakt, samen met de juridische directie. Hier hoort een inventarisatielijst bij met gevonden stukken binnen de reikwijdte (dus ook de niet te openbaren stukken). En die moet dus wel een-op-een overeenkomen met de stukken, ofwel, een lijst van meer dan 200 stukken.
6. Daarna moet er nog een beslisnota komen en moet het dossier de lijn door.
7. Ten slotte moet het totaal op papier worden toegestuurd. Dit houdt in dat alle stukken worden afgedrukt en individueel worden genummerd. En daarna wordt het verstuurd.
Met de uitspraak van de Afdeling vandaag wordt het aantal stukken per verzoek dus een heel stuk hoger, waardoor verzoeken meer tijd vergen om af te doen. Per saldo zal een verzoeker er weinig mee opschieten denk ik.
[Reactie gewijzigd door Goverman op 23 juli 2024 02:53]