Facebook heeft gereageerd op de Duitse plannen om een wet in te voeren die snelle verwijdering van haatberichten op sociale media verplicht. Het bedrijf is het niet eens met de plannen en zegt dat staten de verantwoordelijkheid voor het verwijderen niet op ondernemingen moeten afschuiven.
Het sociale netwerk deelde zijn standpunt met de Duitse krant Wirtschafts Woche. Daarin zei Facebook: "Het wetsvoorstel is in strijd met Europees recht en heeft privacy- en constitutionele bezwaren." Over de verantwoordelijkheid zei het bedrijf: "De rechtsstaat mag de eigen nalatigheid en verantwoordelijkheid niet op bedrijven afschuiven. Het voorkomen en bestrijden van haatberichten en nepnieuws is een openbare taak, waarvan de staat zich niet mag ontdoen."
In het wetsvoorstel is opgenomen dat bij het niet tijdig verwijderen van berichten een boete tot maximaal 50 miljoen euro opgelegd kan worden. In zijn standpunt zegt Facebook dat de boete 'niet in verhouding staat tot het vergrijp'. In een reactie aan Engadget laat het bedrijf bovendien weten dat de boete ertoe aanzet om inhoud te verwijderen die niet duidelijk illegaal is.
De Duitse overheid diende het voorstel voor het zogenaamde Netzwerkdurchsetzungsgesetz in april in. Het voorstel bevat maatregelen tegen nepnieuws, haatberichten en andere berichten met 'criminele inhoud'. Dit laatste omvat smaad, laster, het publiekelijk aanzetten tot strafbare feiten, opruiing, bedreiging, kinderporno en terroristische misdrijven op diensten als Facebook en Twitter.
Sociale netwerken moeten een duidelijke en makkelijk vindbare meldingsprocedure aanbieden waarmee gebruikers dit soort berichten kunnen aandragen. Als berichten onmiskenbaar strafbaar zijn, moeten de bedrijven ze binnen 24 uur na ontvangst van de melding verwijderen of blokkeren. Voor overige strafbare inhoud geldt een termijn van zeven dagen.
In de Europese Unie heeft de Commissie een jaar geleden gedragsregels opgesteld over het verwijderen van haatzaaiende inhoud op internet. Dit leidde tot kritiek van burgerrechtenorganisaties, die zeiden dat de bedrijven daarmee de macht kregen om te beoordelen welke inhoud wel en niet is toegestaan. In december vorig jaar bleek dat de EU niet tevreden was over de aanpak en in april kwamen berichten naar buiten dat wordt nagedacht over regelgeving op dit vlak. Vorige week zei de Commissie dat daarover binnenkort meer informatie volgt.