In 2015 zijn er in Nederland voor het eerst meer transacties met een pinpas verricht dan met contant geld. Ook is het aantal transacties via mobiele apps groter dan via internetbankieren. De schade door fraude met internetbetalingen bleef stabiel.
Het nieuws blijkt uit het jaarverslag dat de Betaalvereniging Nederland maandag heeft gepubliceerd. In voorgaande jaren was contant betalen aan de toonbank nog altijd populairder dan het gebruik van een pinpas of creditcard. In 2015 werd 50 procent van de betalingen verricht met een pinpas, tegenover 49,5 procent contant. Voor de resterende 0,5 procent werd een creditcard gebruikt.
Consumenten maken steeds meer gebruik van contactloos betalen. Volgens de vereniging zijn inmiddels 15 van de 23 miljoen pinpassen daarvoor geschikt en is deze methode bij een op de drie betaalautomaten mogelijk. Van de 3,2 miljard pinbetalingen in 2015 waren er 135 miljoen contactloos. In introductiejaar 2014 waren dat er slechts 8,3 miljoen.
Het aantal online betalingen met iDeal blijft flink toenemen. In 2015 groeide het aantal betalingen met 23,2 procent naar 222,1 miljoen. De Betaalvereniging schrijft in haar jaarverslag dat het aantal transacties via mobiele apps groter is dan het aantal via internetbankieren, maar hierover zijn geen exacte cijfers gepubliceerd. De vereniging zegt tegen Tweakers deze trend van haar leden te horen.
Nederlanders maken bij online aankopen vaker gebruik van hun smartphone. In 2015 groeide het aantal aankopen naar 8,9 miljoen, een stijging van 53 procent ten opzichte van 2014. Gemiddeld koopt de consument voor 54 euro per keer met zijn mobiel. De cijfers blijken uit de eCommerce Payment Monitor 2015 van GfK.
Naast contactloos betalen met een pinpas maken steeds meer banken het mogelijk om met nfc te betalen met een smartphone. De Betaalvereniging schrijft in haar jaarverslag dat een derde, onafhankelijke partij hiertoe in opdracht een testomgeving heeft ingericht waar banken en overige partijen hun apps en overige componenten in de betaalketen kunnen laten testen. Deze sandbox is ingericht door UL transaction security, blijkt uit een case study van dat bedrijf. Sinds het eerste kwartaal van 2016 is de testomgeving in gebruik en er zijn al diverse mobiele betaalfuncties van bank-apps mee getest. Aan het einde van het jaar worden de tests geëvalueerd.
Het jaarverslag geeft ook inzicht in de schade die het betalingsverkeer oploopt door fraude. Volgens de Betaalvereniging Nederland is die ten opzichte van 2014 nauwelijks veranderd in het afgelopen jaar. De totale directe schade bedraagt 17,9 miljoen euro, ten opzichte van 17,3 miljoen een jaar eerder. Fraude met creditcards is in 2015 met 14 procent gedaald ten opzichte van vorig jaar.
Schade door fraude met internetbankieren daalde met 21 procent naar 3,7 miljoen euro. Phishing is hierbij de grootste oorzaak, met een schade van 3 miljoen euro. In 2012 bedroeg de schade hieruit nog 11,5 miljoen euro. Malware heeft geresulteerd in een schade van iets minder dan 350.000 euro. Volgens de vereniging heeft er tot nu toe geen fraude plaatsgevonden met de mobielbankieren-apps van Nederlandse banken.
Volgens het rapport was de beschikbaarheid van internetbankieren in 2015 beter dan in afgelopen jaren. Gedurende het hele jaar lag de beschikbaarheid ruim boven de 99,5 procent. De Betaalvereniging heeft een nieuwe pagina ingericht waarop de beschikbaarheid van internetbankieren en mobiel bankieren van Nederlandse banken wordt bijgehouden. Een dergelijke pagina was al beschikbaar voor iDeal.
Verder zegt de vereniging in het jaarverslag dat er onderzoek wordt gedaan naar het koppelen van een alias, zoals een telefoonnummer of e-mailadres, aan het iban. Dit zou voor consumenten het betaalgemak moeten vergroten. Bij het wisselen van rekening zou de gekozen alias hetzelfde blijven en verandert enkel het onderliggende iban. Volgens de Betaalvereniging is het gebruik van aliassen voor ibans in omliggende landen inmiddels een succes voor person-to-person-betaaloplossingen. Eind 2015 hebben Nederlandse banken de Betaalvereniging gevraagd om de mogelijkheid voor het gebruik van aliassen in Nederland te laten onderzoeken. Dat onderzoek is inmiddels gestart.