Contant geld moet blijven bestaan voor het geval de techniek faalt en elektronisch betalen niet mogelijk is. Daarvoor pleit De Nederlandsche Bank. Het aantal contante betalingen neemt al jaren af en die afname zal in de komende jaren verder versnellen, denkt de toezichthouder.
Elektronisch betalen wordt, onder meer door de opmars van contactloos pinnen, steeds gemakkelijker en algemeen in gebruik, maar waar mensen direct moeten afrekenen, moeten zij contant kunnen blijven betalen, schrijft DNB. "Dit geldt uiteraard in het bijzonder voor mensen die nog geen betaalpas hebben of deze niet kunnen gebruiken. Maar het geldt ook voor mensen met een visuele beperking, voor mensen die contant geld gebruiken om niet te veel uit te geven en voor veel jongeren onder de veertien jaar. Bovendien is het niet contant kunnen afrekenen ook bezwaarlijk in situaties waarin men een gerechtvaardigd belang heeft anoniem te willen blijven."
De afhankelijkheid van techniek is een belangrijk bezwaar. "Daarbij moet bedacht worden dat het op grotere schaal niet-functioneren van het toonbankbetalingsverkeer ontwrichtende maatschappelijke effecten kan hebben. Het gaat vaak om betalingen voor producten waarvan de aanschaf niet kan wachten, zoals levensmiddelen, of diensten die reeds afgenomen zijn, zoals bij het afrekenen van een reeds genoten maaltijd."
Het MOB, Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer, deelt het standpunt van DNB dat contant betalen in principe mogelijk moet blijven. In het MOB zitten diverse maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij betalingsverkeer zoals Thuiswinkel.org en de Consumentenbond. Het MOB heeft daarom aanbevelingen gedaan voor winkels en organisaties waar mensen kunnen betalen. Die houden in dat op alle plekken elektronisch en contant betalen mogelijk moeten zijn, tenzij er een belangrijke reden is om dat niet te doen.