Een Valve-werknemer werkt aan een Unity-plugin om het renderen van scènes in virtualreality minder zwaar te maken voor gpu's. Hij stelt dat hij de Aperture vr-demo met zijn plugin fatsoenlijk kan draaien op een Nvdia GeForce GTX 680. Dat is een videokaart uit 2012.
Valve-programmeur Alex Vlachos maakt de ontwikkeling van de Unity-plugin bekend bij een presentatie op de Game Developers Conference van afgelopen week, schrijft UploadVR. Vlachos stelt bij zijn presentatie dat 'zolang een gpu aan de 45 hertz kan komen, we willen dat ze vr kunnen draaien'. Aangezien een refresh rate van 90 hertz nodig is om virtualreality overtuigend te houden en bewegingsziekte te voorkomen, betekent dit dat de plugin van Vlachos de fps moet kunnen verdubbelen.
Een van de manieren waarop dat bereikt wordt, is met behulp van een techniek genaamd fixed foveated rendering. Dat houdt in dat het niveau van detail omlaag geschroefd wordt aan de periferie van het zichtveld van de gebruiker, waar hij of zij het minder snel in de gaten heeft. Fixed foveated rendering is onderdeel van meerdere technieken die Vlachos onder de noemer adaptive quality samenvat.
Verder spreekt Vlachos ook van verlaagde resoluties, die volgens foto's van zijn dia's gaan tot 992x1102 met de GTX 680. De Vive en de Rift hebben echter een resolutie 1080x1200 per oog, dus daar zit Vlachos niet ver onder, ervan uitgaande dat hij het ook heeft over een resolutie per oog. De Valve-werknemer heeft bij de presentatie niet gesproken over een release van zijn plugin.
De GTX 680 die Vlachos als voorbeeld geeft is welwaar niet meer nieuw te kopen, maar is bijvoorbeeld bij Vraag & Aanbod op het moment van schrijven nog te vinden voor rond de 150 euro. Dat is minder dan de helft van wat een gebruiker zou betalen voor een GeForce GTX 970, die aanbevolen wordt voor zowel de Oculus Rift als de HTC Vive om die 90 hertz te halen. Hoewel de interesse voor vr momenteel groot is, is de benodigde investering om vr te kunnen ervaren evenzo groot. Naast de kosten voor een geschikte videokaart moeten gebruikers ook een fiks bedrag betalen voor de headset zelf. De HTC Vive kost 899 euro en de Oculus Rift 699 euro. Voor wie liever op de PlayStation 4 dan op een pc virtualreality ervaart, is er de PSVR-headset, die inclusief benodigde camera zo'n 460 euro kost.
Afbeeldingen: UploadVR