Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de bezwaren van Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN tegen een besluit van de OPTA over de televisiemarkt afgewezen. De OPTA oordeelde eerder dat het kabelaars UPC en Ziggo niet kan verplichten om hun kabelnetwerken open te stellen voor concurrerende televisieaanbieders.
De OPTA herzag in juni vorig jaar een eerder besluit over het openstellen van de kabelmarkt. De toezichthouder stelde na nieuw onderzoek dat de televisiemarkt voldoende concurrerend is en dat er daarom geen reden is om kabelaars te dwingen andere tv-aanbieders op hun netwerk toe te laten.
Daarbij ging het met name om analoge televisie, maar de OPTA stelde dat analoge tv-signalen weinig concurrerend meer zijn en tevens dat er voldoende alternatieve distributiemethoden zijn om digitale tv bij de consument aan te leveren. Hierdoor zouden bestaande partijen en nieuwkomers voldoende mogelijkheden hebben om te kunnen concurreren met UPC en Ziggo. Daarnaast meende de OPTA dat de Europese Commissie de televisiemarkt niet aangewezen heeft als een markt waarbinnen regulering nodig is.
Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN waren het niet eens met deze uitspraak en gingen in beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De beroepsinstantie heeft nu echter de klachten van de vier bedrijven afgewezen; volgens het CBb hebben de partijen onvoldoende onderbouwing gegeven over de stelling dat het concurrentievermogen op de televisiemarkt onvoldoende zal zijn. De OPTA zou daarom met zijn eerdere besluit om de kabelmarkt niet verder open te breken voor televisiediensten niet buiten zijn boekje zijn gegaan.
De uitspraak van de CBb is definitief; Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN kunnen niet meer in hoger beroep. Hierdoor zullen de partijen zich moeten gaan richten op andere distributiemethoden voor televisie. Tele2, T-Mobile en KPN bieden al iptv aan, maar nieuwkomer YouCa zag onder andere kansen op de markt voor analoge televisie.