De Europese Unie vreest dat de Autoriteit Consument en Markt, waar onder andere de voormalige OPTA deel van uitmaakt, niet onafhankelijk genoeg is. De overheid heeft van hogerhand beslissingen opgelegd die de OPTA zelf moet kunnen afwegen, aldus de EU.
In een verklaring schrijft de Europese Commissie dat de Autoriteit Consument en Markt, die op 1 april is ontstaan uit een fusie van onder meer de NMa en de OPTA, 'volledig onafhankelijk' moet zijn. In Nederland is dat niet zo, vreest de Commissie, omdat de ACM niet zelf mag bepalen of de analoge kabelmarkt moet worden opengesteld.
De OPTA oordeelde in 2011 dat de analoge kabelmarkt niet hoefde te worden opengesteld. Daarna werd op initatief van de PvdA echter wettelijk vastgelegd dat de markt wél open moest, zodat kabelbedrijven als UPC en Ziggo concurrenten toegang moesten geven tot het analoge netwerk. Daarmee moeten 'buitensporige winsten' van de kabelaars worden voorkomen, doordat de concurrentie zou worden bevorderd.
Met de politieke besluitvorming werd de 'discretionaire bevoegdheid' van de ACM ingeperkt, aldus de Europese Commissie. De Nederlandse regering krijgt twee maanden de tijd om de situatie te verdedigen; is de Commissie daar niet tevreden over, dan wordt Nederland voor het Hof van Justitie gedaagd. Het ministerie van Economische Zaken was niet bereikbaar voor commentaar. De Autoriteit Consument en Markt wil niet inhoudelijk reageren: "Dit is iets tussen de commissie en het kabinet", aldus een woordvoerster.