Inleiding
“Met de opkomst van nft's ben ik eigenlijk totaal niet bezig en ik vind in bredere zin monetaire/verhandelbare elementen koppelen aan games/gaming over het algemeen een slecht idee. Het bevordert een connectie tussen gamen en handel, waarbij gaming zijn onschuld verliest. Voor mij gaat gaming over plezier, relaxen en niet over geld verdienen, rijk worden of handel bedrijven. Van een zin als 'het handelspotentieel van gamers ontsluiten' krijg ik echt de kriebels. Er zijn vast mensen die het een superleuk idee vinden om gaming en handel met elkaar te verbinden, maar ik ben daar niet een van.”
Bovenstaande passage komt uit een mail die ik in de herfst van 2021 stuurde aan een pr-bureau dat de rol van non-fungible tokens in gaming onder de aandacht wenste te brengen. Dat deed dat bureau in opdracht van Azerion, de maker van Habbo Hotel, dat net had aangekondigd een groot aantal nft’s te gaan introduceren in dat spel. Ik moest er niets van weten, evenmin als vele anderen die werkzaam zijn in de wereld van gaming. De houding ‘rot op met je nft’s’ bleek de overhand te hebben in veel van de socialemediabubbels waar ik in zit. Wellicht begrijpelijk, maar ook opvallend: het valt niet te ontkennen dat de play-to-earnmarkt groeit. Steeds meer mensen komen ermee in aanraking, proberen het uit en geven het nieuwste onderdeel van de game-industrie zo steeds meer gestalte.
Voor Tweakers zijn de snelle groei en het eventueel aanwezige toekomstperspectief reden om eens dieper in play-to-earn te duiken. Want hoewel de meerderheid van de gamers nog niet enthousiast lijkt te worden van het concept en/of de games die erbij horen, is duidelijk dat er sprake is van snelle groei. Een belangrijk onderdeel van die groei is dat niet alleen het aantal mensen dat meedoet, stijgt, maar ogenschijnlijk ook de kwaliteit van de games. Vooral op dat gebied moet in de komende periode een flinke stap worden gezet. Verderop in dit artikel lees je daar meer over.
Behalve naar wat een play-to-earngame eigenlijk is, kijken we naar hoe de play-to-earnmarkt er nu al uitziet, op welke verschillende manieren games omgaan met blockchain en wat de aantrekkelijke en minder aantrekkelijke kanten van het concept zijn. Het is duidelijk dat niet iedereen even enthousiast is, maar waarom niet? De specifieke kritiekpunten die er nu zijn, nemen we uiteraard ook met je door.
:strip_exif()/i/2004885338.jpeg?f=imagenormal)
Cryptokitties: een van de eerste play-to-earngames ooit (2017)
Play-to-earngames
Begrijpen wat een play-to-earngame precies inhoudt, is niet moeilijk; geld of eigendom verdienen in een spel is immers een oud principe. Speel een willekeurige roleplayinggame en je hebt je digitale zakken binnen de kortste keren gevuld met goud of een ander ingame betaalmiddel, terwijl je voor je speelbare personage steeds betere of mooiere spullen bij elkaar sprokkelt. Speel je dat spel offline, dan is dat puur voor jezelf en om de game wat makkelijker te maken. Speel je online, dan heb je als extra voordeel dat je je mooie, nieuwe gear aan andere spelers kunt tonen.
Belangrijk detail: wat je in het spel verdient, verlaat de game niet en heeft buiten dat spel geen functie of bestaan. Al heb je nog zoveel goud in World of Warcraft, het zal je nooit écht rijker maken dan je bent. Of nu ja, World of Warcraft kent toevallig de optie om met je goud WoW Tokens te kopen, die je kunt omzetten in gratis speeltijd, wat effectief een besparing oplevert en dus waarde vertegenwoordigt. Items die je verzamelt, kunnen echter nog zo zeldzaam zijn, ze zijn waarschijnlijk niet uniek. Andere gamers die hetzelfde spel spelen en dezelfde missies doen, kunnen dat voorwerp waarschijnlijk ook bemachtigen. De items hebben buiten de game ook geen waarde.
Non-fungible tokens
Play-to-earngames brengen op verschillende manieren verandering in die constructie. In plaats van met een beloning die alleen in dat specifieke spel een rol speelt, kun je beloond worden met een betaalmiddel dat ook buiten het spel bestaat. In dat geval gaat het meestal om een door de makers van de game bedachte cryptocurrency. Er is dan sprake van een samenwerking met een marktplaats voor crypto’s, waar spelers hun in het spel verdiende crypto’s desgewenst kunnen verhandelen. En de voorwerpen? Die kunnen dankzij nft’s écht uniek zijn. Nft’s zijn digitale eigendommen, veelal afbeeldingen, waarvan het eigendomschap via een smart contract is vastgelegd in een blockchain. Wil je meer weten over nft’s en hoe ze in elkaar zitten, dan kun je dit verhaal van vorig jaar nog eens lezen. Goed om te weten is verder dat je om deze games te kunnen spelen, een cryptowallet nodig hebt. In deze digitale portemonnee ontvang je je verdiende cryptotokens en verzamel je de nft’s die je in bezit hebt.
:strip_exif()/i/2004885304.jpeg?f=imagenormal)
De nft-collectie van Snoop Dogg met een totale waarde van meer dan 13 miljoen dollar. Bron: DappRadar
Play-to-earngames zijn er in allerlei soorten en maten en ze gebruiken blockchain op verschillende manieren. Om te beginnen zijn er echte blockchaingames, of beter: blockchain-based games. Dit zijn games waarbij de gebruiker een client downloadt om te kunnen spelen, maar waarvoor alle regels van het spel in de blockchain zijn vastgelegd. Wat er gebeurt in de game, wordt dus bepaald in smart contracts op de blockchain zelf. Het is de ultieme combinatie van gaming en blockchain, maar nog niet de meest voorkomende variant. Het is niet de aanpak die zich het best leent voor hoogwaardige games.
Voor de goede orde: aan deze games wordt meestal gerefereerd als 'blockchain-based'. Met 'blockchaingames' worden, wat algemener, games bedoeld die blockchainelementen bevatten. De opzet waarbij een game gewoon op servers van de maker of uitgever draait en ingame blockchainelementen heeft, komt op dit moment nog vaker voor.
AXS en SLP
Hoewel de markt voor play-to-earn nog realief klein is, zijn er al wat titels die enige bekendheid genieten. Axie Infinity en The Sandbox zijn twee van die games. In Axie Infinity draait het om het verzamelen en trainen van Axies: kleine beestjes die je kunt gebruiken om nieuwe Axies te fokken. Ook kun je je Axies gebruiken om tegen andere Axies te vechten. Dit alles heeft als doel om Axie Infinity Shards (AXS) en Smoot Love Potions (SLP) te vergaren. Beide zijn ethereum-based cryptocurrencies. Spelers kunnen deze tokens eens per veertien dagen laten uitbetalen vanuit Axie Infinity, zodat ze hun ingame assets in de echte wereld kunnen gebruiken. Axie is het populairste play-to-earnspel tot nu toe; begin december 2021 speelden dagelijks gemiddeld 2,5 miljoen spelers de game, terwijl er voor meer dan 3,8 miljard dollar aan waarde verhandeld werd.
:strip_exif()/i/2004885306.jpeg?f=imagenormal)
De koers van SLP over het afgelopen jaar. Bron: CoinMarketCap
De torenhoge cijfers van Axie zijn deels verklaarbaar doordat er ook een en ander ‘off-chain’ gebeurt. Gevechten tussen spelers worden niet direct op de blockchain gehouden, maar vinden daarbuiten plaats. Dat garandeert snelle afhandeling van die gevechten, want ze hoeven niet te wachten totdat het gevecht en de uitkomst in de blockchain zijn vastgelegd. Dat betekent echter wel dat je een punt kunt maken dat Axie Infinity technisch gezien niet de grootste blockchaingame is, want op dagelijkse basis had het spel begin december contact met gemiddeld 109.000 unieke, actieve wallets. Tradingcardgame Splinterlands scoort daarin beter. Dat spel voerde op dat moment de lijst aan door contact te maken met 350.000 wallets per dag.
Deze cijfers zijn afkomstig van DappRadar, een marktplaats voor decentrale applicaties die ook allerlei marktanalyses maakt over de play-to-earnsector. Uit de cijfers van DappRader blijkt dat play-to-earngames in 2021 samen dagelijks gemiddeld met 1,4 miljoen wallets contact maakten. Dat is goed voor 49 procent van het totale verkeer binnen decentrale apps, oftewel apps die draaien op een blockchain of peer-to-peernetwerk. Game-nft’s vertegenwoordigden 4,5 miljard dollar in waarde in 2021, goed voor 20 procent van de totale nft-markt. Gala van Gala Games en AXS van Axie Infinity behoorden tot de best presterende cryptocurrencies. De koers van die tokens steeg in het afgelopen jaar met respectievelijk 31.500 en 20.800 procent.
De kritiek
Zoals op de eerste pagina al gezegd, over play-to-earn en de potentiële meerwaarde die het heeft voor gaming als geheel, is lang niet iedereen het eens. Kritiek op het concept en alles wat ermee samenhangt, is dan ook niet moeilijk te vinden. Zoeken op nft of play-to-earn op een sociaal medium levert al snel posts op van mensen die er niet positief tegenover staan. “Dat is niet zo gek, want gamers zien nog onvoldoende wat de meerwaarde is voor hen”, zegt gamejournalist Ron Vorstermans in gesprek met Tweakers. Vorstermans is gamejournalist voor onder meer Gamer.nl en maakt samen met Erik Nusselder de Ron en Erik Podcast, waarin ze wekelijks over allerlei games en aan games gerelateerde zaken praten.
Nog niet serieus te nemen
Waar gaming al decennia op de voet wordt gevolgd door Vorstermans, staat blockchain wat minder op de voorgrond. “Ik heb wat cryptocurrency, maar daarmee is alles gezegd. Ik check het nooit, heb er al lang niet meer naar gekeken.” Het verklaart wellicht deels waarom Vorstermans niet van nature bovenmatig geïnteresseerd is in de opkomst van play-to-earn. Toch onderschrijft hij dat je er als gamejournalist niet helemaal aan ontkomt. Zelf probeerde hij onder meer Axie Infinity en The Sandbox uit. Het leidde hem tot de conclusie dat de games die momenteel in het subgenre te vinden zijn, als games op zichzelf nog niet serieus te nemen zijn.
“Het gaat bij de meeste play-to-earngames totaal niet om de gameplay; het gaat om verdienen”, duidt Vorstermans de games die op dit moment tot de grootste games in play-to-earn behoren. “Als je kijkt wat je precies moet doen: dat stelt niets voor. De spelmechanieken zijn vaak gekopieerd van populaire games, maar het voelt nog niet als een echte videogame. Sterker nog: als je sommige play-to-earngames nu probeert te spelen, zul je merken dat de spelersaantallen klein zijn en het communitygevoel gering is. Het is duidelijk dat het alleen maar draait om het verdienen van cryptotokens en nft’s.”
:strip_exif()/i/2004885308.jpeg?f=imagenormal)
Een bedenkelijk niveau blijkt exemplarisch voor een groot deel van de play-to-earngames die er nu zijn. Hoewel er best uitzonderingen zijn, is het lastig om die te vinden tussen de games die de moeite niet waard zijn. Volgens voormalig gamejournalist Robert Hoogendoorn heeft dat nog een andere reden. Hoogendoorn richtte in januari 2020 het Play to Earn Online Magazine op en werkt inmiddels voor DappRadar. Daar heeft hij een goed overzicht van alle beschikbare, decentrale apps, waaronder games. Hij ziet dat de play-to-earnmarkt als geheel een communicatieprobleem heeft.
GameFi
“Het probleem begint er al mee dat gamers een flink aantal games en apps zien waarvan lang niet alles echt bij play-to-earn zou moeten horen”, begint Hoogendoorn. “Er bestaat bijvoorbeeld ook GameFi. Dat is een vorm van blockchaingames die je eigenlijk nauwelijks onder gaming kunt scharen. Het zijn simpele spelletjes gericht op het verkrijgen van crypto, door mining of op andere manieren. Het is weer net anders dan wat ik echt zie als play-to-earngames als Axie en The Sandbox. Het is voor gamers lastig daar verschil in te zien en dat is een probleem.”
Een probleem, maar zeker niet het hele probleem, want er is meer aan de hand. Er is een tweedeling zichtbaar tussen gamers die op de trein springen en enthousiast mee gaan doen, en gamers die er niets van willen weten. Dat laatste komt volgens Vorstermans voor een deel door andere vormen van monetization in gaming. “Gamers zijn op hun hoede tegenwoordig. We hebben natuurlijk allerlei onzin gezien rond pay-to-win en het trackrecord dat opgebouwd is met dat soort concepten, biedt weinig hoop. We kunnen de grote uitgevers niet blindelings vertrouwen op het moment dat er een manier van geld verdienen doorbreekt in gaming. Gamers begrijpen dat.”
Betalen om (meer) te winnen
Met pay-to-win raakt Vorstermans een noemenswaardig onderdeel van de bredere play-to-earndiscussie. Als je immers assets uit een game kunt halen en naar een marktplaats kunt brengen, dan is de omgekeerde weg ook mogelijk. Dat is in traditionele games natuurlijk al langer het geval. In veel games kun je met echt geld een ingame betaalmiddel kopen waarmee je dan meer of sneller cosmetische items vrijspeelt of items waarmee je daadwerkelijk beter wordt in de game. In dat laatste geval spreken we van pay-to-win. Aangezien de economie van play-to-earngames zo nauw verbonden is met de gameplay, hebben beide kanten direct invloed op elkaar. Iemand die meer betaalt, zal meer succes hebben. Dat is niet alleen een vrij oneerlijk systeem als je puur kijkt naar gameplay en de verhoudingen tussen spelers, maar ook een gevaarlijk uitgangspunt. Het kan spelers er immers toe verleiden meer te investeren, terwijl het nooit zeker is of de game voldoende potentie biedt om die inleg terug te verdienen.
Als je praat over verleiding en investeren, is de stap naar gokken snel gemaakt. In een interview met Control Magazine wijst ook gamemaker Tomas Sala, bekend van onder meer The Falconeer, op de gelijkenissen tussen play-to-earngames en gokspellen. Sala stelt vast dat de aandacht voor play-to-earn snel toeneemt, maar dat er te weinig aandacht is voor de in potentie schadelijke kant van games die spelers uitnodigen om te investeren door hun de hoop te geven dat ze er uiteindelijk aan verdienen. “Een gedeelte van de spelers gaat te ver, kan geen grenzen stellen en gaat mee in alle verleiding. Dat kan tot schadelijke gevolgen leiden. De verhalenstroom van mensen die op hun werk frauderen om crypto te kopen, begint nu pas op gang te komen. Stel je voor wat voor impact het heeft als je in een game zit, met je clan, met je skills en je zelfgemaakte content. Hoe heftig is de druk dan om te speculeren”, aldus Sala.
Bubbel
Voorzichtigheid is voorlopig dan ook geboden als het aan Vorstermans ligt. “Buiten sommige grotere games, die zoals gezegd óók niet goed zijn, is het als buitenstaander vrijwel onmogelijk om te schatten aan welke games je iets kunt verdienen. Ik vind dan ook dat je play-to-earngames in het algemeen nog niet kunt aanraden aan gamers, zeker niet omdat je toch moet investeren wil je er echt aan kunnen verdienen. Het risico dat je je geld in een bodemloze put gooit, is op dit moment te groot. Dat de tokens en nft’s van games als The Sandbox en Axie zoveel in waarde zijn gestegen na de aankondiging van Facebooks Metaverse, zegt genoeg. Het wijst op een bubbel.”
Play-to-earngames schadelijk voor het milieu? - update, 15:51
Een gebrek aan kwaliteit, een troebel speelveld, een argwanende houding tegenover de inmenging van grote bedrijven: het is nogal wat. Toch is de grootste en bekendste factor nog niet genoemd: het milieu. Wie graag kritisch wil zijn over blockchain en zeker over nft’s en blockchaingames, grijpt al gauw naar het argument dat blockchaingames schadelijk zijn voor het milieu. Is dat ook echt zo? Hoogendoorn: “Nee. En ik ben om eerlijk te zijn echt helemaal klaar met die onzin.”
300 miljoen bomen
Het is bekend: cryptomining kost veel energie. Google even rond en je leest over de energie die bitcointransacties kosten, over de e-waste die ontstaat door afgedankte hardware en dat we eigenlijk 300 miljoen bomen moeten planten om de carbon footprint van bitcoin te compenseren. Los van de vraag of die bewering exact waar is, is duidelijk dat hier nog een probleem op te lossen is. “Klopt, maar de meeste play-to-earngames hebben daar heel weinig mee te maken”, verklaart Hoogendoorn. “Er zijn nog problemen op te lossen. Dat komt er ook echt wel aan, maar alles op één hoop gooien en schadelijk voor het milieu noemen, slaat nergens op”, meent Hoogendoorn. Hij wijst erop dat de meeste play-to-earngames helemaal geen last hebben van dezelfde problematiek, omdat de blockchains waarmee ze werken, anders werken dan bijvoorbeeld bitcoin.
De op te lossen milieuproblemen hebben vooral te maken met het proof-of-work-systeem waarop bijvoorbeeld bitcoin en ethereum nu nog gebaseerd zijn. Bitcoin speelt amper een rol in de wereld van play-to-earn. Dat is vrij logisch, de transactiekosten die dan komen kijken bij elke transactie, zouden veel te hoog te zijn. Ethereum is vergeleken met andere blockchains nog steeds duur, maar beter te doen. Maar ethereum is wel ook proof-of-work; dat houdt in dat het volgende blok in de ketting voortkomt uit een gecompliceerde berekening die veel rekenkracht kost. Dit is de reden dat je in de afgelopen jaren foto’s hebt gezien van gigantische cryptocurrency-miningfarms. Die verbruiken ontzettend veel energie. De beloning - in ethereum is dat 2 ether per nieuw blok en gas fees - gaat naar de gebruiker die erin slaagt de ‘puzzel’ als eerste op te lossen.
:strip_exif()/i/2004216852.jpeg?f=imagearticlefull)
Een RTX 3080-miningrig: door proof-of-stake zouden dit soort energieslurpers onnodig worden.
Proof-of-stake: de groenere toekomst
Er is, in elk geval kijkend naar de gevolgen voor het milieu, een beter alternatief. Veel blockchains werken al met een proof-of-stakesysteem en ethereum moet ergens in 2022 ook naar dat systeem overstappen. Bij proof-of-work bepaalt de rekenkracht die een gebruiker beschikbaar heeft, hoe groot de kans is dat hij een volgend blok kan bijschrijven in de blockchain. Daardoor loont het bouwen van zo’n ‘cryptofarm’; je hebt dan meer rekenkracht dan anderen en maakt de grootste kans om als eerste het juiste antwoord te vinden.
Bij proof-of-stake ligt dat anders. De gebruiker die het grootste aandeel heeft - je kunt dat zien als borg waarmee een gebruiker ‘belooft’ de juiste berekeningen te maken - heeft de beste kans op de volgende beloning. Het grote voordeel: er is geen ongelooflijk gecompliceerde puzzel die opgelost moet worden en er is geen sprake van een wedstrijd. De cryptofarms zijn niet meer nodig en de belasting van het milieu verandert flink. Uiteraard worden er nog steeds berekeningen gedaan en uiteraard wordt er nog steeds hardware afgedankt, maar het probleem wordt stukken minder groot. Volgens onderzoeker Danny Ryan van de Ethereum Foundation zou een proof-of-stakenetwerk zelfs 99,99 procent minder energie kunnen verbruiken dan een proof-of-worknetwerk, meldde NBC News in maart 2021. Dat klinkt wellicht iets te mooi om waar te zijn, maar het onderstreept dat het milieuprobleem er met proof-of-stakenetwerken heel anders uitziet.
Veel van 's werelds duurste nft’s staan op de ethereumblockchain. Nu kunnen nft’s op elk netwerk staan, maar gezien de populariteit van ethereum is het goed nieuws dat juist die blockchain proof-of-stake wordt. Daarbij komt dat proof-of-stakenetwerken sneller kunnen werken dan proof-of-work, waar een nieuw blok pas wordt bijgeschreven als iemand de berekening voltooid heeft. Daardoor kan het zijn dat jouw transacties even moeten wachten totdat ze in zo’n nieuw blok bevestigd zijn.
Andere nadelen
Nu is het niet zo dat het proof-of-stakeconcept onfeilbaar is. Het is een systeem dat gebruikers met meer middelen beloont door hen de beste kans te geven op een volgende beloning. De grootte van je stake bepaalt immers je ‘winkans’. Daarnaast is er een theoretische mogelijkheid dat één gebruiker het netwerk overneemt. Bij proof-of-work zou je daar 51 procent van de totale rekenkracht in het netwerk voor nodig hebben: totaal niet realistisch. Bij proof-of-stake heb je om hetzelfde te doen 51 procent van het totale aantal beschikbare coins in een currency nodig. Bij bitcoin is dat waarschijnlijk onmogelijk en bij ether zeer onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk. Het netwerk zou dus door derden overgenomen kunnen worden. Wat er in die theoretische situatie gebeurt met bezittingen die vastgelegd zijn op die blockchain, is speculatie, maar het klinkt niet positief.
Snel en goedkoop
Toch is proof-of-stake belangrijk, want dit is de basis voor vrijwel alle play-to-earngames. Dat is logisch, want de transacties die in de games plaatsvinden, kunnen niet te duur zijn en moeten vooral snel zijn. Als je een zwaard koopt in een winkel in een spel, dan wil je dat meteen hebben, terwijl de kosten van die transactie ook niet te hoog mogen zijn. In online games ben je wellicht gewend aan soms wat kleine vertragingen, maar die mogen zeker niet te lang duren. De meeste blockchains waarvan games gebruikmaken, zijn dan ook gespecialiseerd in snelle en goedkope transacties en dat maakt ze geschikt voor play-to-earngames.
Update, 22 januari 15:51:
Freelance-journalist Krijn Soeteman, die eerder voor Tweakers achtergrondverhalen over de overgang van ethereum naar ethereum 2 en het lightningnetwerk van bitcoin schreef, wees ons op enkele onvolledigheden en misvattingen op deze pagina. Zo is het een misvatting dat proof-of-stake de enige manier is om voor lage kosten te zorgen. “Veel games zullen nooit basisblockchains gebruiken als laag waar dingen op gebeuren. Zoals bitcoin het lightninggnetwerk heeft, heeft ethereum ook diverse zijketens. Een basisblockchain vraagt om bepaalde eigenschappen die niet handig zijn voor snelle databases. Een database die écht veilig moet zijn, zal daardoor bepaalde ‘trade-offs’ hebben, zoals traagheid of een heel specifiek concensusmechanisme als proof-of-work.”
Door zijketens van basisblockchains te gebruiken, zou je het punt kunnen maken dat de stap naar proof-of-stake niet noodzakelijk is, of dat het in elk geval niet automatisch de ‘logische volgende stap’ is zoals we het hierboven wel hebben beschreven. Toch moedigt Soeteman het onderzoeken van nieuwe systemen wel aan. “Dat is uiteraard heel goed en ik denk dat het goed is dat de meeste systemen géén proof-of-work draaien. Maar een nadeel van bijvoorbeeld proof-of-stake is wel dat het makkelijker gecentraliseerd wordt en dat het veel ingewikkelder is om te laten werken. Dat betekent dat je er meer code voor nodig hebt dan bij proof-of-work en dat kan weer extra bugs met zich meebrengen.”
Het ligt dus allemaal nog wat genuanceerder en gecompliceerder dan wij hierboven hebben opgeschreven. Soeteman: “Er is nog best veel onduidelijk rond proof-of-stake. Het is in feite een groot experiment en heeft ook nog als nadeel dat de rijken rijker worden zonder er iets extra’s voor te hoeven doen.” Proof-of-stake aanwijzen als oplossing voor de problemen die bestaan rond proof-of-work, zoals we hierboven op zijn minst insinueerden, is dus niet helemaal correct. De voordelen worden deels gedeeld door de zijketens van proof-of-work basisblockchains, terwijl ze hun eigen nadelen hebben.
Wachten op kwaliteit
De carbon footprint van de play-to-earngames zelf valt dus relatief mee, maar zoals beschreven zijn er meer uitdagingen. Wie nu bekijkt wat er te spelen is, trekt al snel een aantal conclusies. De duidelijkste daarvan is dat de games die er nu zijn op deze markt, kwalitatief niet in de buurt komen van het niveau van traditionele games. Waar de game-industrie als geheel op de pc en consoles de prachtigste games weet te presenteren, blijven games die in play-to-earn vallen, ver achter. Er wordt meestal gekozen voor een simpele grafische stijl. Wie daar doorheen kan prikken, kan wel degelijk games vinden die het spelen waard kunnen zijn. Daarbij komt dat het algemene niveau van de games in het komende jaar lijkt te gaan stijgen, dus er lijkt wel enig perspectief te zijn.
Unreal Engine 4 en 5
Hoogendoorn ziet dat perspectief ook. “Wat je nu ziet, is dat play-to-earn in een fase zit waarin makers investeren in kwaliteit. De ontwikkelteams worden groter en bevatten steeds meer ontwikkelaars die aan grote games hebben gewerkt. Je ziet ook meer en meer projecten komen waarbij bijvoorbeeld Unreal Engine 4 wordt gebruikt.” Dat klopt. Sterker nog, er zijn al voorbeelden van komende play-to-earngames die met Unreal Engine 5 gemaakt worden. Het hogere grafische niveau laat de games al direct wat meer op ‘echte’ games lijken. Vooralsnog hebben we geen voorbeelden gezien die zich kunnen meten met de mooiste games in de traditionele markt, maar er is een positieve ontwikkeling zichtbaar.
:strip_exif()/i/2004885322.jpeg?f=imagenormal)
Een personage uit Void
Een van de games die verantwoordelijk zijn voor dat hoopvolle perspectief, is Void, een futuristische shooter waarin gamers zowel solo als in teams aan de slag kunnen. Veel is er nog niet te zien en dus is het nog te vroeg om iets zinnigs te zeggen over de kwaliteit van de game als geheel, maar duidelijk is dat de game grafisch een hoger niveau zal laten zien dan veel van wat er nu te spelen is. Minstens zo belangrijk: we zien ideeën die betrekking hebben op gameplay. Zo kunnen gamers hun personage ontwikkelen en meer dan 60 verschillende skills vergaren. De personages kennen acht verschillende eigenschappen en dan hebben we het nog niet over de beschikbare wapens en armor gehad. Het is, of lijkt, een volledige game. Zou je het play-to-earnelement wegdenken, dan is dit een game die ook gewoon in de winkel zou kunnen liggen. Wellicht wel in de budgetbak, maar het is een begin.
In Void verdienen spelers Voidcoins. Die zijn uiteraard in het spel zelf uit te geven, maar kunnen ook verhandeld worden op publieke marktplaatsen, buiten de game om. Datzelfde geldt voor de nft’s die spelers in het spel kunnen verdienen of kopen; ook die zijn binnen én buiten het spel te gebruiken en/of te verhandelen. Dit blijven prominente eigenschappen van de game. Het begint meer op traditionele games te lijken, maar dat betekent niet dat het play-to-earnprincipe verdwijnt.
Metaverse
Een stijging in het algemene niveau van de games helpt allicht meer gamers aan te trekken. Daarnaast zijn er andere elementen die meehelpen. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van de metaverse, wat een impuls en meer nut kan geven aan nft’s. Dan doelen we trouwens niet per se op de wereld die Facebook - sorry, Meta - aan het bouwen is. “Dat is niet wat we verstaan onder de metaverse”, verduidelijkt Hoogendoorn. “De metaverse is het vrij kunnen bewegen tussen verschillende plekken op internet, of noem het verschillende ervaringen. Je verplaatst je tussen werelden, maar behoudt daarin bepaalde eigenschappen van je avatar. Heb je bijvoorbeeld paars haar, dan zal dat in al die werelden zo zijn, alleen de grafische stijl kan net anders zijn. Dan heb je het over de metaverse. Hoe meer een bedrijf zijn best doet een eigen wereld te bouwen die op een bepaalde manier afgeschermd is van de rest, hoe mínder dat eigenlijk met de metaverse te maken heeft.”
De Horizon Worlds-app binnen Facebooks Metaverse: niet wat bedoeld wordt met 'de metaverse'
Verdienen aan play-to-earngames
Behalve de kwaliteit van de games kan natuurlijk ook de kans om iets te verdienen gamers naar play-to-earn lokken. Over wat voor bedragen hebben we het dan? Open voor de grap wat filmpjes over play-to-earn op YouTube: grote kans dat je spelers ziet opscheppen hoe ze 100 dollar per dag kunnen verdienen in een game die ze spelen. Spoiler alert: het is in de praktijk niet zo makkelijk. Bij vrijwel alle play-to-earngames moet je, om echt te gaan verdienen, eerst investeren. Wie dat niet doet, komt maar heel langzaam op gang. Voor alle duidelijkheid: het kán wel, maar zolang de games weinig draaien om gameplay, maar vooral om verdienen, heeft het weinig zin. Naarmate de games beter worden, wordt het minder erg om langzaam op gang te komen.
Wil je in de buurt komen van serieuze bedragen, dan is investeren noodzakelijk. Dat is waar de schoen wringt en waar associaties met nare verdienmodellen de kop opsteken. “De markt straft graag spelers die te laat zijn”, weet Vorstermans. “Dat is met alles zo en dat is in play-to-earngames niet anders. Wat je ziet, is dat er steeds een groep gamers is die vroeg instapt. Die groep hoopt dan op een grote toestroom van meer spelers, want dat maakt het lucratief. De groep die er als eerste was, verdient er dan het meest aan. Dat weten anderen ook, dus in plaats van in te stappen, gaan ze op zoek naar een andere game. Ik ben bang dat dat een vicieuze cirkel blijkt te zijn.”
/i/2004885326.png?f=imagenormal)
Hoewel er zeker games zijn die dat lot zullen ondergaan, laten games als Axie Infinity en The Sandbox al zien dat ze relatief lang kunnen overleven. Als de gameplay beter wordt, worden de overlevingskansen ook groter. Er is echter nog een aspect, iets wat wij in West-Europa wat minder snel zullen voelen; voor ons lonen de games te weinig. Zelfs het scenario waarbij je 100 dollar per dag verdient, is voor velen van ons niet aantrekkelijk genoeg. Onze maatschappij is duur en de beloningen die we krijgen voor werk, liggen relatief hoog. Daardoor is veel tijd of middelen investeren in play-to-earn voor ons niet snel de moeite waard. Hoe ligt dat als je in een ander deel van de wereld woont, waar zowel de kosten van levensonderhoud als de salarissen lager zijn?
“Play-to-earn is nu al gigantisch in onder meer Indonesië, India, de Filippijnen en Brazilië”, weet Hoogendoorn. “Dat is logisch. Wat zij in zo’n game kunnen verdienen, heeft voor hen veel meer waarde dan voor ons.” Dus een Nederlandse speler die hetzelfde doet als iemand in Indonesië, die net zoveel tijd en geld investeert en te maken heeft met dezelfde marktomstandigheden binnen de gekozen game en blockchain, krijgt ook hetzelfde in de vorm van cryptotokens of nft’s? “Dat klopt, je verdient in het spel exact hetzelfde, wat voor de speler in de genoemde landen een hogere waarde vertegenwoordigt dan voor een speler in bijvoorbeeld Nederland.”
:strip_exif()/i/2004885328.jpeg?f=imagenormal)
Dat klinkt logisch en de populariteit van play-to-earn in die landen onderschrijft de theorie; voor gamers in landen met een zwakkere economie is het concept aantrekkelijker. Daarbij is het dan wel belangrijk dat de randvoorwaarden kloppen. De belangrijkste randvoorwaarde is de blockchain waarmee gewerkt wordt. Void werkt met de Solana-blockchain en hier zien we ook meteen de aantrekkelijke kanten van proof-of-stake ten opzichte van play-to-earn: Solana heeft een piek van maximaal 65.000 transacties per seconde en voegt elke 0,4 seconden een nieuw blok toe waardoor transacties dus ook snel bevestigd worden. Die transacties kosten momenteel 0,00001 dollar. Bij groeiende populariteit kan dat extreem lage bedrag natuurlijk iets oplopen, maar aantrekkelijk blijft het voorlopig wel.
Wetende dat er dus interesse is en dat de afweging tussen investering (tijd en geld) en opbrengst anders ligt voor mensen uit andere landen, is het de moeite waard om nog even te kijken naar de manieren waarop dat geld verdienen precies werkt. Daarin laten de play-to-earngames immers interessante ideeën zien. Koop een traditionele game in de winkel en het staat redelijk vast wat je gaat doen. Jij bent de Witcher die het monster verslaat, de burgemeester die een stad opbouwt of de soldaat die een oorlog uitvecht. Er zijn wel games die meer open zijn, maar dat is meer uitzondering dan regel. Play-to-earngames laten nu al een wat andere aanpak zien.
Spelen en verdienen op je eigen manier
Hoogendoorn: “Wat je ziet, is dat alle facetten in zo’n spel onderdeel zijn van de economie. Spelers kunnen de rollen daarin zelf vervullen. Dat is interessant, want het maakt één game in theorie geschikt voor verschillende soorten spelers. Neem bijvoorbeeld een spel waarin spelers quests kunnen doen. Een groep spelers gaat dat doen en verdient zijn beloningen door bijvoorbeeld een draak te verslaan. Een ander heeft daar misschien helemaal geen zin in, maar koopt een winkel in het spel waar die andere spelers hun potions en andere spullen kopen. Die speler is dan weer afhankelijk van spelers die ingrediënten aanvoeren om die potions te kunnen maken.”
Dit is inderdaad een concept dat we meer en meer zien, ook bij Void, de Unreal Engine 5-game die we al even hebben genoemd. In Void kunnen spelers dus een personage op- en uitbouwen en daarmee vechten, maar dat kan ook gebeuren in arena’s die eigendom zijn van andere spelers. Zo’n arena is niet goedkoop, maar levert passief inkomen op en kan zodoende waardevol zijn. Deze aanpak zien we dus bij veel play-to-earngames. The Sandbox gaat zelfs nog verder. Deze ‘Minecraft meets Roblox’-achtige game geeft spelers de vrije hand in wat ze creëren. Spelers kunnen gebouwen neerzetten op grond die ze zelf bezitten en kunnen in die gebouwen betaalde baantjes creëren voor andere spelers. Ze kunnen allerhande items maken en die verhandelen. Ze kunnen ideeën voor gebouwen ontwikkelen en die aan anderen verkopen, als waren ze digitale architecten. Elke handeling die de wereld verder opbouwt, wordt beloond en elk onderdeel van de wereld is op een bepaalde manier eigendom van een van de spelers.
:strip_exif()/i/2004885332.jpeg?f=imagenormal)
Snoop Dogg hield een privéfeestje in The Sandbox.
De toekomst
Play-to-earngames zijn er al bijna vijf jaar, maar stellen dat de markt nog steeds een beetje in de kinderschoenen staat, is niet bezijden de waarheid. Aan de snel groeiende cijfers over de play-to-earnmarkt zien we dat de beschikbare games nu al veel aantrekkingskracht hebben en dat het concept doorbreekt bij een meer mainstreampubliek. Wil dat publiek echter meer dan een game om cryptotokens of nft’s mee te verdienen, dan ontstaat er een probleem dat alleen kan worden opgelost met betere games. Die games moeten, als je het play-to-earnaspect wegdenkt, nog steeds op eigen benen kunnen staan. Momenteel ontbreekt het nog aan écht goede games, waarin het niet puur draait om het verdienen van tokens en/of nft's.
Momenteel draaien de games puur om dat aspect, waarbij ook het risico op de loer ligt dat spelers eigen geld investeren in een game waar ze maar weinig uit kunnen halen. De nadruk ligt niet op gamen, maar op speculeren en daarbij kun je dus ook geld verliezen. Het is lastig te schatten welke games op weg zijn naar een nieuwe piek en welke niet. Zoals het in meer markten gaat, betalen zij die te laat komen, de rekening. Geld investeren in een play-to-earngame, bij diverse games nodig om er echt aan te kunnen verdienen, is riskant.
Het goede nieuws is dat er games aan lijken te komen die iets meer voorstellen, buiten het speculeren en verdienen om. Ontwikkelaars van play-to-earngames voegen steeds vaker ervaren ontwikkelaars, die eerder aan grote games hebben gewerkt, toe aan hun teams. We zien ook games aan de horizon die gebruikmaken van Unreal Engine 4 of zelfs 5. Er zit dus een golf van games aan te komen die in elk geval grafisch een flinke stap vooruitzetten ten opzichte van wat nu te spelen is: games met een veelal simpele grafische stijl. Of de gameplay eenzelfde sprong voorwaarts kan maken, valt af te wachten, maar de potentie is er.
De theorie die erbij hoort, klinkt ook logisch genoeg. Om het voorbeeld van traditionelere games als World of Warcraft nog eens aan te halen: waarom zou je de waarde van je spullen, waarvoor je tientallen tot honderden uren hebt gespeeld, niet op een andere manier mogen benutten dan alleen in de game zelf? Blizzard zelf zegt hier overigens niets over; de ontwikkelaar liet desgevraagd weten niet in gesprek te willen over play-to-earn en nft's en er op dit moment ook niets over te melden te hebben. Mocht dat veranderen, dan deelt Blizzard dat met de eigen community, zo liet de Californische studio weten.
Daarin ligt wellicht wat scepsis over play-to-earn verscholen en heel gek is dat natuurlijk niet. Waar de een enthousiast wordt van de mogelijkheden, moet de ander er nog steeds niets van weten. Sterker nog: play-to-earn is voor diverse communities een vies woord. “Je zult in de komende tijd grote ontwikkelaars en uitgevers een poging zien ondernemen iets met crypto en nft te doen, maar je zult ook het tegenovergestelde zien”, voorspelt Vorstermans als we hem vragen hoe dit in de komende jaren verdergaat. “Je ziet nu al dat gamemakers nft’s snel uit hun games verwijderen als de community er massaal boos om wordt. Het wordt een manier om snel wat goodwill te kweken bij de gamers.”
Wellicht kijkt Vorstermans daarbij meer naar de mening van de mainstreamgamer. Hoogendoorn schetst de toekomst vanuit het perspectief van de play-to-earnmarkt zelf en wijst erop dat we het ook nu nog over bescheiden aantallen hebben. “Eind 2020 waren er zo’n 200.000 gamers bezig met play-to-earn. Eind 2021 waren dat er al 2 miljoen. Dat is een gigantische groei, maar als Ubisoft of EA een grote game maar 2 miljoen keer verkoopt, is dat erg weinig. Dus een totaalbereik van 2 miljoen gamers voor een hele markt is nog bescheiden. Ik denk dat dat aantal in de komende jaren moet kunnen doorgroeien naar 5 miljoen, met over vijf jaar wellicht 10 miljoen gamers in de totale play-to-earnmarkt.”
Update, 22 januari, 15:51: na overleg met freelance-journalist Krijn Soeteman, die eerder diverse artikelen over blockchain, nft's en aanverwante onderwerpen schreef, hebben we een update geplaatst op pagina 4. Hierin verduidelijkt en corrigeert Soeteman een deel van de informatie die te lezen is over proof-of-work en proof-of-stake.