Nog maar een halfjaar geleden introduceerde Apple zijn M3-soc, maar met de iPad Pro (2024) krijgt die alweer een opvolger: de M4. De vorige iPad Pro uit 2022 had nog een Apple M2 aan boord. Dat is ook de processor van de nieuwe iPad Air (2024); de iPad Air uit 2022 had een Apple M1. Apples jarennegentigachtige tempo van chipintroductie is wel een beetje sneu voor huidige klanten, die al snel het gevoel kunnen krijgen dat hun net nieuwe apparaat alweer achterloopt.
Over de vraag waarom Apple nu alweer met een nieuwe chip is gekomen, doen twee theorieën de ronde. Volgens de geruchtenmolen wil de fabrikant later dit jaar op ontwikkelaarsconferentie WWDC uitpakken met nieuwe iOS- en iPadOS-versies die veel meer AI-functionaliteit bevatten dan voorheen. Om AI-modellen lokaal te draaien, is een krachtige neural processing unit nodig. Op het eerste gezicht is de npu van de M4 inderdaad veel sneller dan die in voorgaande Apple-socs. Hij zou tot 38 biljoen operaties per seconde (Tops) kunnen verwerken, waar Apple eerder sprak van respectievelijk 18Tops en 15,8Tops voor de M3 en M2. Helaas zeggen die getallen niet veel als je niet weet wat voor soort berekeningen worden uitgevoerd. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat de waarde van 38Tops voor de M4 wordt bereikt bij int8-berekeningen, waar de M3 en M2 moeilijkere fp16-berekeningen voor hun kiezen kregen.
In machinelearningbenchmark Geekbench ML zien we voor de M4-iPad Pro geen verdubbeling in npu-prestaties, maar slechts zo'n 20 procent voorsprong ten opzichte van het oude model. Die voorsprong is ongeveer gelijk voor alle soorten berekeningen die worden uitgevoerd. Toevallig is 20 procent ook de geclaimde vooruitgang in de geheugenbandbreedte van de M4 ten opzichte van de M2. We weten dat AI-rekentaken ook veel baat kunnen hebben bij sneller werkgeheugen. Dat blijkt ook uit de score van de MacBook Pro 16" M3 Pro, die de grafiek aanvoert met een op papier tragere npu, maar sneller werkgeheugen.
Een tweede en meer voor de hand liggende reden voor Apple om met een geheel nieuwe chip te komen, is de overstap naar een tweedegeneratie-3nm-procedé. Dat is vermoedelijk het N3E-proces van TSMC. De M3-lijn zou zijn gemaakt op een ouder N3B-proces dat schijnt te kampen met lage yields, wat betekent dat de fabrikant minder selectief kan zijn in de keuze voor chips die een zo hoog mogelijke kloksnelheid kunnen halen. Waar de M3 piekt op 4,05GHz, halen de snelste kernen in de M4 een topsnelheid van 4,4GHz.
Niet alleen is de maximale kloksnelheid van de M4-cpu hoger dan voorheen, naar verluidt is het de eerste Apple-chip op basis van de nieuwe Armv9-architectuur. Bovendien heeft Apple het aantal rekenkernen verhoogd. Waar de M1, M2 en M3 vier snelle en vier zuinige cpu-kernen hadden, heeft de M4 drie of vier snelle kernen en zes efficiencycores. Ons testmodel van de iPad Pro (2024) is uitgerust met de snelste M4 met 4+6 cpu-cores, te vinden in iPad Pro's met 1TB of 2TB opslag. De 3+6-variant zit in iPad Pro-uitvoeringen met 256 of 512GB opslag. Het is voor het eerst dat goedkopere iPad Pro-modellen ook minder snel zijn.
In de cpu-benchmark Geekbench 6.2 zet de Apple M4 in de iPad Pro de hoogste singlecorescore neer van alle processors die we tot nu toe hebben getest, waaronder zelfs extreem opgevoerde desktopprocessors als de Intel Core i9-14900K. De iPad Pro (2024) voert de singlecorebenchmark ongeveer 17 procent sneller uit dan de MacBook Air 2024 13" met M3-processor, die net als de iPad passief wordt gekoeld. De iPad Pro (2024) blijkt zelfs 40 procent sneller dan de iPad Air (2024), zoals gezegd uitgerust met dezelfde M2 als de voorgaande generatie iPad Pro. Ook genormaliseerd voor kloksnelheid bereikt de M4 een mooie winst.
In de multicoretest kan de iPad Pro (2024) logischerwijs niet opboksen tegen oudere Pro- en Max-socs van Apple. Die hebben meer rekenkernen en zitten bovendien in actief gekoelde laptops. Desondanks komt de iPad Pro (2024) in een relatief korte benchmark als Geekbench ontzettend dicht in de buurt van wat vorig jaar nog Apples topmodel MacBook Pro was, voorzien van een twaalfcore-M2 Max-processor. De iPad Pro (2024) is ongeveer een kwart sneller dan de courante MacBook Pro (2024); het prestatieverschil met de iPad Air (2024) bedraagt 45 procent in deze test. Dat is bijna de 1,5x-verbetering die Apple in zijn presentatie van de nieuwe iPads beloofde.
De M4-cpu is kortom beestachtig snel en de iPad Pro (2024) gaat dan ook ruimschoots aan kop in een vergelijking met concurrerende apparaten. De Intel Core Ultra 7-165U in de Microsoft Surface Pro 10 scoort in Geekbench 6.2 bijvoorbeeld slechts op het niveau van de iPad Air (2024) in de single- en multicoretests. Op de Samsung Galaxy Tab S9-serie hebben we alleen Geekbench 5 gedraaid. De iPad Air (2024) M2 zet in die test een anderhalf keer zo hoge multicorescore neer als het huidige topmodel tablet van Samsung: de Tab S9 Ultra. De iPad Pro (2024) M4 doet het liefst tweeënhalf keer zo goed.
De gpu van de M4 heeft tien kernen, of je nu de goedkoopste of de duurste iPad Pro neemt. Hij is volgens Apple tot vier keer zo snel als het exemplaar in de M2. Daarbij rekent de fabrikant waarschijnlijk wel bepaalde renderingfeatures mee waarover de nieuwe gpu wel beschikt en het oude model niet, waardoor vooral bepaalde taken veel sneller kunnen verlopen. Zo heeft de M4-gpu ondersteuning voor hardwarematige raytracing en meshshading, die geometrieberekeningen efficiënter maakt. De M3-gpu had die functies ook al, net als Dynamic Caching, een architecturele innovatie waarmee de gpu zijn cachegeheugen beter kan benutten. In tegenstelling tot bij functies als raytracing of meshshading merk je daar als eindgebruiker of ontwikkelaar niets van.
Ook op gpu-gebied hoef je bij de M4 bepaald niet om rekenkracht verlegen te zitten. In de 3DMark Wild Life-benchmarks blijkt niet de geclaimde enorme verbetering ten opzichte van de M2, maar daarin wordt ook geen gebruikgemaakt van de nieuwe renderingfeatures die de M4-gpu veel krachtiger kunnen maken. De iPad Pro (2024) scoort in deze test ongeveer 8 procent hoger dan de MacBook Air M3, maar is duidelijk trager dan 14"- en 16"-MacBook Pro's, zelfs exemplaren met oudere M2 Pro- of M2 Max-gpu. Die halen in de Wild Life Extreme Unlimited-benchmark respectievelijk bijna 11.000 en meer dan 25.000 punten, omdat ze beschikken over meer rekenkernen en meer stroom mogen verbruiken. Omgekeerd zijn de tablets wel sneller dan waarschijnlijk nog zuiniger afgestelde smartphones. Apples eigen iPhone 15 Pro Max zit bijvoorbeeld ongeveer op het niveau van de Galaxy Tab S9-serie, waarbij toestellen met Snapdragon 8 Gen 3-soc ongeveer 5100 punten halen in de Wild Life Extreme-benchmark.
Uiteraard is de iPad Pro (2024) met zijn passieve koeling lang niet zo snel meer als een MacBook Pro voorzien van twee ventilators op het moment dat er langer gerekend moet worden. Bovenstaande grafiek maakt dat inzichtelijk aan de hand van de MacBook Pro 16" (2024), het model met de iets tragere M3 Pro-cpu. Bij één run van de zware 3DMark Wild Life Extreme-stresstest scoort de iPad 8585 punten, iets meer dan 60 procent van wat de MacBook haalt. De laptop levert nagenoeg constante prestaties tot en met run 20, die na ongeveer twintig minuten benchmarken bereikt wordt. De iPad zakt gedurende de test steeds verder weg, totdat er nog zo'n 37 procent van de performance van de MacBook over is.
Apple had het in zijn presentatie over verbeterde passieve koeling voor de M4-chip in de iPad Pro (2024) dankzij grafiet en een stukje koper achter het Apple-logo. Het glimmende appeltje wordt bij de nieuwe tablet inderdaad erg warm na langdurige belasting, maar in vergelijking met de iPad Pro (2022) en de nieuwe iPad Air zien we in dezelfde 3DMark Wild Life-stresstest geen verbetering in de duurprestaties. Bij alle tablets zakken de prestaties na verloop van tijd relatief gezien ongeveer even ver terug. De Samsung-tablets doen dat wel wat beter. De iPad (2022) blijft zelfs bijna volkomen stabiel, maar dat is een beetje flauw, want de chip in die tablet stelt veel minder hoge eisen aan de koeling.
3DMark Wild Life Extreme Stress Test - Stabiliteit | ||
---|---|---|
Tablet | Cpu/soc | Gemiddelde stabiliteit in % (hoger is beter) |
Apple iPad (2022) | A14 Bionic | 97,1 |
Samsung Galaxy Tab S9+ | Snapdragon 8 Gen 2 | 77,7 |
Samsung Galaxy Tab S9 Ultra | Snapdragon 8 Gen 2 | 76,0 |
Samsung Galaxy Tab S9 | Snapdragon 8 Gen 2 | 71,9 |
Apple iPad Air (2024) 13" | M2 8-core | 60,8 |
Apple iPad Pro (2024) 11" | M4 10-core | 60,7 |
Apple iPad Pro (2022) 12,9" | M2 8-core | 59,0 |
Werkgeheugen en opslag
Naast een iets minder snelle M4-soc bevatten 256GB- en 512GB-varianten van de Apple iPad Pro (2024) minder werkgeheugen: 8GB in plaats van 16GB in de 1TB- en 2TB-uitvoeringen. De iPad Air (2024) beschikt in al zijn varianten over 8GB ram. Meer werkgeheugen kan een voordeel zijn als je veeleisende apps gebruikt. Zo kun je in tekenapp Procreate bijvoorbeeld meer lagen gebruiken op een 16GB-iPad, wat vooral relevant is als je canvas erg groot is. Video- of foto-editing kunnen sneller verlopen als je meer werkgeheugen hebt, ook al ondersteunt iPadOS sinds versie 16 de mogelijkheid om een deel van het opslaggeheugen als swap te gebruiken. Meer werkgeheugen kan ook prettiger werken als je vaak multitaskt, bijvoorbeeld in de Stage Manager-weergave.
In de tabel hieronder worden de adviesprijzen van alle iPad Pro-varianten opgesomd; in combinatie met de twee beschikbare kleuren zijn er 48 mogelijke opties. De startprijs van de iPad Pro (2024) ligt een stuk hoger dan die van het oude model, doordat er geen 128GB-variant meer is. Apple heeft de prijzen van 11"-modellen met minder opslag bovendien met een paar tientjes verhoogd ten opzichte van het oudere model met diezelfde opslagcapaciteit. Luxe varianten van de 11"- en de 13"-iPad Pro kosten juist enkele tientjes minder. Tenminste, als je geen 5G selecteert, want die optie is deze editie relatief duurder. De nieuwe mogelijkheid voor een matte display kost in alle gevallen 130 euro extra. Voor het duurste model iPad Pro 13" met alle opties aangevinkt betaal je meer dan 3100 euro. Er zijn maar weinig consumententablets zo duur, al komt Microsofts Surface Pro 10 in de buurt.
Adviesprijzen Apple iPad Pro (2024) | ||||
11 inch | 13 inch | |||
Wifi | Wifi+5G | Wifi | Wifi+5G | |
256GB/8GB/M4 9-core | € 1219,- | € 1469,- | € 1569,- | € 1819,- |
512GB/8GB/M4 9-core | € 1469,- | € 1719,- | € 1819,- | € 2069,- |
1TB/16GB/M4 10-core | € 1949,- | € 2199,- | € 2299,- | € 2549,- |
1TB/16GB/M4 10-core (matte display) | € 2079,- | € 2329,- | € 2429,- | € 2679,- |
2TB/16GB/M4 10-core | € 2429,- | € 2679,- | € 2779,- | € 3029,- |
2TB/16GB/M4 10-core(matte display) | € 2559,- | € 2809,- | € 2909,- | € 3159,- |
De iPad Air (2024) is relatief goedkoper geworden ten opzichte van het oude model uit 2022. Het 128GB-basismodel van de 11"-Air kost 70 euro minder dan wat het instapmodel Air (2022) bij introductie kostte. Op dit moment is het oude instapmodel zo'n 100 tot 150 euro goedkoper, maar dat heeft ook slechts 64GB opslag. Het is fijn dat Apple kopers van de goedkoopste iPad Air niet langer daarmee opzadelt.
De nieuw toegevoegde 512GB- en 1TB-uitvoeringen van de iPad Air vullen prijstechnisch gezien het gat naar de iPad Pro (2024). Overweeg je een 11"-model met veel opslag, dan vormt de nog steeds bij veel winkels verkrijgbare iPad Pro (2022) 11" op dit moment een alternatief dat niet veel duurder hoeft te zijn. Die heeft veel van dezelfde eigenschappen, waaronder de M2-soc, maar een 120Hz-scherm en een betere camera, Thunderbolt 4-ondersteuning en de mogelijkheid om de Pencil 2 in plaats van de Pencil Pro te gebruiken.
Het prijsverschil tussen de 11"- en de 13"-iPad Air bedraagt telkens 250 euro, dus dat valt mee. Huidige prijzen van de iPad Pro (2022) met 13"-scherm liggen nog steeds honderden euro's hoger dan het 13"-model van de iPad Air (2024), zelfs bij varianten met veel opslag en 5G-connectiviteit. Mocht je nog een aanbieding vinden voor de oude Pro, dan is dat op veel gebieden nog steeds wel de betere tablet. Naast bovengenoemde voordelen van het 11"-model heeft die ook nog een miniledscherm met hdr-weergave als pluspunt boven de iPad Air (2024) 13".
Adviesprijzen Apple iPad Air (2024) | ||||
11 inch | 13 inch | |||
Wifi | Wifi+5G | Wifi | Wifi+5G | |
128GB/8GB | € 719,- | € 889,- | € 969,- | € 1139,- |
256GB/8GB | € 849,- | € 1019,- | € 1099,- | € 1269,- |
512GB/8GB | € 1099,- | € 1269,- | € 1349,- | € 1519,- |
1TB/8GB | € 1349,- | € 1519,- | € 1599,- | € 1769,- |
Accuduur en opladen
Hoewel de iPad Air (2024) met 13"-scherm een stuk groter en logger is dan de nieuwe iPad Pro met 13"-scherm, is het toch de iPad Pro die een grotere accu heeft: 39Wh om 36,6Wh. Onze iPad Pro (2024) met 11"-scherm heeft een 31,3Wh-accu. Dat is ongeveer 9 procent meer dan de accu in de iPad Pro (2022) 11", die een 28,7Wh-accu had. De iPad Air (2024) met 11"-scherm heeft een 28,9Wh-accu, dus niet veel groter dan de oude Pro en kleiner dan het nieuwe model. De accucapaciteit ten opzichte van de oude iPad Air (2022) is ongeveer hetzelfde.
De Apple iPad Air was sinds het redesign uit 2020 toch een beetje de zwakke broeder in de iPad-familie als het om accuwerktijd gaat. Het nieuwe 13"-model heeft meer ruimte voor een grotere accu en wellicht ook een efficiënter scherm. Anders dan hierdoor kunnen we de sterk verbeterde werktijd niet verklaren, die zelfs nog een stuk langer is dan die van de iPad Pro (2022) met 12,9"-minileddisplay. Vooral in de videotest blijkt de nieuwe iPad Air een uitblinker, want hij scoort dan meer dan 60 procent beter dan de iPad Air van 2022 met 11"-scherm. In de wifibrowsetest meten we een vooruitgang van ongeveer 20 procent.
De iPad Pro (2024) doet het nog beter dan de nieuwe iPad Air en is over de hele linie de best scorende tablet op het gebied van accuduur die we tot op heden hebben getest. Afgaande op de iPads die we eerder hebben getest, scoren grotere tablets over het algemeen iets beter dan de kleinere modellen, dus de 13"-versie van de iPad Pro zou het nog wat beter kunnen doen dan de hier geteste 11"-variant. Toch weet ook de kleinste iPad Pro (2024) eerdere grote modellen ruimschoots te verslaan, met een verbetering van ongeveer 50 procent in de wifibrowsetest en ongeveer 30 procent in de videotest. De iPad Pro (2024) verslaat de Samsung Galaxy Tab S9 Ultra met ongeveer dezelfde cijfers, terwijl de Tab S9 en S9+ nog slechter scoren.
Naast het ontbrekende simlaatje missen de nieuwe iPads nog iets anders, wat Apple eerder wel meeleverde in de doos van zijn tablets: een oplader. IPhone-kopers vinden al sinds de iPhone 12 geen lader meer in de doos, dus het was te verwachten dat ook de iPad-serie er een keer aan moest geloven. We hebben beide tablets opgeladen met de 140W-lader van de MacBook Pro 16" M3. Die zal ruimschoots voldoen, want officieel laden de nieuwe iPad Air en Pro nog steeds met maximaal 30W. Overigens zien we in combinatie met deze krachtige lader dat de tablets maximaal met 37W laden, dus voor wie de hoogst mogelijke laadsnelheid wil behalen, kan het lonen om een wat krachtigere USB-C-lader te proberen dan een 30W-exemplaar. Echt heel snel laden kan ook daarmee niet, zoals blijkt uit de bovenstaande grafiek, maar na 30 minuten laden zitten de accu's wel al iets voller.