Zoals gewoonlijk is de set benchmarks die we op Macs kunnen draaien wat beperkter dan bij Windows-pc's. Toch zijn er een aantal crossplatformtests die zowel op Windows-mini-pc's als op de nieuwe Mac mini werken. In de grafieken vind je, waar mogelijk en beschikbaar, de oude Mac mini met M1-soc, de MacBook Air met M2, de MacBook Pro met M2 Max, de Mac Studio met M1 Ultra en diverse recent geteste mini-pc's met Windows. Verder hebben we bij de Cinebench-grafieken ter referentie ook enkele desktopprocessors opgenomen.
Cpu-tests: Cinebench, Geekbench en Corona Renderer
In de Cinebench R23-multitest scoort de nieuwe Mac mini met M2-soc 8677 punten, wat praktisch identiek is aan wat de MacBook Air met M2 van vorig jaar haalde. De grotere formfactor lijkt dus niet tot betere prestaties te leiden. De multithreadedprestaties liggen net iets boven die van de Core i3 12100-quadcore en zijn 11 procent hoger dan die van de Mac mini (2020) met M1.
De prestatietoename in de singlethreadedtest is met bijna 9 procent wat kleiner. Daarmee stijgt de Mac mini van het niveau van een Ryzen 5000-cpu naar dat van een Ryzen 6000-chip, maar de nieuwste AMD- en Intel-processors voor desktops zijn per core aanzienlijk sneller.
In Geekbench 5 is het verschil tussen de oude en de nieuwe Mac mini iets groter. De multiscore valt 19 procent hoger uit; bij de singletest is het verschil 14 procent.
De Corona Renderer-benchmark heeft op de Mac mini wel duidelijk langer nodig dan Apple-chips met meer cores, maar ook de Windows-pc's met AMD Ryzen 9-processors zijn hier flink sneller.
Corona 1.3 | ||
---|---|---|
Pc | Cpu/soc | Gemiddelde tijd in seconden (lager is beter) |
Apple Mac Studio | M1 Ultra 20-core | 1m12s |
Minisforum Venus UM690 | Ryzen 9 6900HX | 1m43s |
Minisforum Neptune HX90G | Ryzen 9 5900HX | 1m47s |
Apple MacBook Pro (2023) 16" M2 Max | M2 Max 12-core | 1m58s |
Apple Mac mini (2023) | M2 8-core | 3m6s |
Gpu-tests: 3DMark en Total War: Troy
De Wild Life Extreme-test is nog altijd de enige 3DMark-benchmark die werkt met Apples socs. In de Unlimited-versie kunnen de gpu's echter ook in deze vrij simpele test hun spierballen laten zien. De Mac mini met zijn 10-core-M2-gpu scoort 6908 punten, waarmee de gpu 38 procent sneller is dan die in de M1-soc. Op dit gebied is de prestatietoename dus veel groter dan bij de cpu-cores.
Varianten van de M1- en M2-socs met een veel grotere gpu, zoals de Max en de Ultra, blijven het natuurlijk wel veel beter doen.
3DMark Wild Life Extreme Unlimited | |||
---|---|---|---|
Pc | Cpu/soc | Geïntegreerde gpu | Gemiddelde score in punten (hoger is beter) |
Apple Mac Studio | M1 Ultra 20-core | M1 Ultra 64-core | 35.020 |
Apple MacBook Pro (2023) 16" M2 Max | M2 Max 12-core | M2 Max 38-core | 25.127 |
Apple Mac mini (2023) | M2 8-core | M2 10-core | 6.908 |
Apple MacBook Air (2022) | M2 8-core | M2 10-core | 6.797 |
Apple Mac mini (2020) | M1 | M1 8-core | 4.994 |
Hoewel Apple in zijn presentatie over de nieuwe Mac mini trots wees op het beschikbaar komen van Resident Evil Village en No Man's Sky voor de Mac, games uit 2021 en 2016 (!), blijft de realiteit voor gamers op macOS bitter. De meeste grote games zijn niet beschikbaar, en de games die er wel zijn, moeten vaak nog gebruikmaken van x86-emulatie via Rosetta, wat de prestaties niet ten goede komt.
Een voorbeeld van zo'n game is Total War: Troy. Op medium-settings en 1080p-resolutie haal je gemiddeld 66fps, iets meer dan met de MacBook Air met M2. De onlangs geteste Minisforum HX90G met Radeon RX 6600M-gpu rent echter rondjes om de M2-gpu en weet ook op ultra-settings nog 93fps af te leveren, waar je met de Mac mini op 33fps blijft steken.
Duurtest
De eerste Blender-run duurt op de Mac mini ongeveer 30 seconden, net zo lang als op de MacBook Air met M2-soc. Terwijl de passief gekoelde MacBook Air steeds langzamer wordt, de elfde run duurt ongeveer 30 procent langer dan de eerste, weet de Mac mini dat prestatieniveau stabiel vast te houden. Bij langdurige belasting is de Mac mini dus een stuk vlotter, ook al gebruiken beide apparaten dezelfde soc.