Daar staat ie dan: de Lightyear 0. Aan het eind van de Automotive Campus valt het twee jaar oude pand direct op. De voorkant van het zwarte gebouw is drie verdiepingen hoog en de grote hal daarachter is maar liefst 100 meter lang. Dat hebben ze toch maar mooi voor elkaar, die voormalige TUe studenten van het Stella-team. Na jaren van ontwikkeling worden eind dit jaar de eerste wagens uitgeleverd aan klanten en wij konden er alvast mee rijden op de Nederlandse wegen.
Tijdslijn
Juli 2013 - TU/e toont 'energiepositieve' Stella (en wint daarmee de World Solar Challenge)
Oktober 2015 - TU/e-team wint met Stella Lux weer de World Solar Challenge
November 2016 - Lightyear wordt opgericht
(als Atlas Technologies B.V.)
Juni 2019 - Lightyear One onthuld
Juni 2020 - Zonnecellen op Tesla Model 3
Mei 2021 - Validation prototype onthuld
Juli 2021 - Lightyear haalt 710km op testbaan
Juni 2022 - Lightyear 0 definitieve ontwerp
Voor als je de wagen nog niet echt kent: de Lightyear 0 is een zogenaamde zonnewagen, die zich onder andere onderscheidt met zijn zonnecellen. Die zitten niet alleen op het dak, maar ook op de motorkap en het achterraam. Nog belangrijker is dat de auto totaal anders opgebouwd is dan andere personenwagens. Alle nadruk van de makers, die veel ervaring hebben opgedaan tijdens racewedstrijden met kleine voertuigen met zonnecellen, ligt op energie-efficiëntie. Dat is direct terug te zien aan het druppelvormige ontwerp, maar ook onder de motorkap: zo ontwikkelde het team hun eigen elektromotoren, zonnecellen, omvormers en aanverwante apparatuur. Bovendien wilden ze een groot bereik halen zonder een grote accu te monteren. De Lightyear 0 is hun eerste productie-auto, maar de ambitie reikt verder. Het is voor ons niet de eerste kennismaking: we waren ook bij de onthulling van het ontwerp in 2019 en hebben er vorig jaar al even ingezeten op de testbaan in het Duitse Aldenhoven.
De onthulling van de Lightyear One in 2019. Of de beloftes en ambities van toen nu worden waargemaakt, lees je verderop in dit artikel.
Technische wijzigingen
In juni dit jaar werd het definitieve ontwerp van de Lightyear 0 - tot dan toe nog 'One' genoemd - onthuld. Ten opzichte van de eerdere prototypes bevat deze een aantal wijzigingen aan het ontwerp, evenals technische aanpassingen. Het eerste wat opvalt zijn de lampen aan de voor- en achterkant. De koplampen, opgebouwd uit drie led-units, kijken wat venijniger, waardoor de wagen meer een eigen smoel krijgt. De ledstrip die beide koplampen verbindt, is verdwenen. Ook de luchtinlaat is een stuk kleiner geworden dan voorheen - dat komt de luchtweerstand ten goede. Ook de velgen zijn een stuk platter geworden dan het oorspronkelijke vijf-spaaks-model. De wielbouten zijn verdwenen, wat een nog betere luchtstroom oplevert.
Zoek de verschillen: het uiteindelijke model (links) en het prototype (rechts)
Aan de achterkant stond op de prototypes pontificaal de naam Lightyear. Op het definitieve ontwerp is dat niet zo - er is vooralsnog zelfs geen enkele naam- of type-aanduiding. Het achterlicht is nog steeds doorgetrokken, maar niet meer recht. Deze volgt nu de lichtgebogen lijn van het achterraam. Het derde remlicht pakt ook niet meer de volledige lengte, maar zit in het midden, boven het nummerbord. Verder zitten er aan weerszijden twee ronde lampen, onder andere voor het knipperlicht en het achteruitrijden. Helaas zijn ook de drukknoppen van de deuren verdwenen. Althans, ze zijn er nog wel, maar nu in een inkeping waarmee het makkelijker is de deur fysiek te openen. Volgens de huidige wetgeving zijn drukknoppen niet veilig omdat de deur dan niet onder alle condities makkelijk te openen is. En tot slot zijn de digitale spiegels - met camera - nu nog kleiner en op het spatbord geplaatst, in plaats van de gebruikelijke positie. Ook onderhuids is er het een en ander veranderd, waarover later meer.
Al die aanpassingen hebben geleid tot een nog lager frontaal oppervlak en lagere rolweerstand. De uiteindelijke weerstandscoëfficiënt, zoals gemeten in een windtunnel, komt lager uit dan 0,19 Cw, wat een record is voor een productieauto. De daadwerkelijke waarde is bij de redactie bekend, maar wordt volgende week pas officieel gecommuniceerd.
In de praktijk
Hoe rijdt de Lightyear 0 in de praktijk? Nou, het is wel even wennen. Ons model stuurde behoorlijk zwaar, wat vooral te merken is vanuit stilstand en op lage snelheden. Het was daardoor best hard werken om krappe bochten te nemen of om nauwkeurig een parkeerplaats op te rijden. Volgens Lightyear is dit een softwarekwestie en wordt dit op korte termijn verbeterd. De stuurbekrachtiging moet zo aangepast worden dat het sturen op lage snelheden soepeler gaat, zonder dat dit impact heeft op hoge snelheden. Hoewel de Lightyear 0 voor een EV een relatief laag gewicht heeft van 1575kg, zeker gezien de vijf meter lengte en twee meter breedte, merk je wel dat het geen lichte wagen is. We reden in één van de twee pre-productiemodellen die de weg op mogen en deze zijn volgens Lightyear voor 80 procent af. Er wordt onderhuids dus nog flink aan gesleuteld, zowel aan de software als aan de hardware. Dat betekent dat we nog een slag om de arm moeten houden wat betreft een oordeel.
Iets wat ook wennen is, zijn de drie digitale spiegels. Zowel de buitenspiegels als de binnenspiegel zijn vervangen door camera's. Dat betekent dat je dus naar een iets andere positie moet kijken als je de buitenspiegel zoekt - iets dat overigens bij alle auto's met digitale spiegels het geval is. Of het een gelijkwaardige of zelfs betere ervaring is, is een discussie op zich. Het was in ieder geval goed werkbaar. De binnenspiegel viel in de huidige staat wat tegen. Het scherm zit geïntegreerd in het interieur en is niet verstelbaar. Bovendien staat deze recht naar achteren gericht, in plaats van schuin richting de bestuurder. Het vervelendste was nog wel dat de gebruikte camera een te krappe hoek weergeeft. Achterliggende voertuigen worden dichterbij getoond dan ze in werkelijkheid zijn en lijken daardoor continu te bumperkleven. Het draagt op drukke wegen niet echt bij aan een ontspannen rijervaring. Ook is het daardoor lastig om bijzondere manoeuvres uit te voeren, zoals achteruitrijden of fileparkeren. Lightyear gaf voor de rit al aan dat dit een punt was en zei dat de camera uiteindelijk wordt vervangen door een exemplaar met grotere beeldhoek. Ook wordt hij wellicht verstelbaar.
:strip_exif()/i/2005333324.jpeg?f=imagenormal)
De wagen is vlot genoeg, maar niet echt snel. Zeker vanuit stilstand duurt het eventjes voordat hij op gang komt. Eenmaal rijdend reageert hij redelijk vlot. Lightyear is er altijd duidelijk over geweest dat hun wagens - in tegenstelling tot de meeste andere elektrische auto's - geen snelle sprinters zullen zijn. De 0 doet er vanuit stilstand zo'n tien seconden over om op 100km/u uit te komen en de topsnelheid blijft steken op 160km/u. Het is afwijkend ten opzichte van andere EV's, zeker in deze prijsklasse, maar ook geheel logisch geredeneerd vanuit de filosofie van het bedrijf: maximale energie-efficiëntie en daardoor een zo groot mogelijk bereik met een middelgrote accu. Er is bovendien langzaam een kentering zichtbaar in de automarkt, waarbij andere automakers ook meer aandacht hebben voor energie-efficiëntie, zoals speciale banden en velgen, aerodynamische ontwerpen en betere energie-optimalisaties. De Mercedes-Benz EQXX is daarvan het beste voorbeeld, gezien de overeenkomsten van het druppelvormige ontwerp.
De cockpit en interface zijn behoorlijk minimalistisch. Op het stuur zitten geen knoppen en de bediening gaat grotendeels via het 10,1"-scherm. Verder tref je wel alle bekende hendels aan, zoals voor het knipperlicht en de ruitenwissers, maar iets als de klimaatcontrole bedien je dus via het scherm. De interface daarvan is eveneens zeer minimalistisch en is grotendeels wit met zwarte letters en wat gekleurde symbolen. Er zijn virtuele knoppen voor de temperatuur, ontwaseming, navigatie, laden, audio en instellingen. De P-, D-, N- en R-standen zijn als fysieke knop onder het scherm ondergebracht. De interface is gebouwd op een open source-versie van Android Automotive, maar dan met een eigen laag daarboven. Er komt dus geen ondersteuning voor Android Auto en Apple Carplay.
Verbruik en opbrengst
Interessant is dat je tijdens het rijden en stilstaan realtime informatie ziet over de zonnecellen, waarbij je ziet welke groepen de meeste zon ontvangen en wat dat oplevert. Zo bleek dat we de auto het beste met de achterkant naar de zon konden parkeren, want de cellen op het achterraam staan met een betere hoek richting de zon. Die op het dak vangen dan eveneens licht en de motorkap wat minder. Je merkt ook meteen als je door een tunnel of onder een rij bomen rijdt, want de opbrengst valt dan direct weg.
:strip_exif()/i/2005333422.jpeg?f=imagemedium)
Er is ook een scherm dat realtime toont wat het verbruik van de auto is, evenals wat de zonnecellen opleveren. Om 11:00 's ochtends op 6 september werd er, met de neus in de zon, realtime 0,38 kW opgewekt. Ons gemiddelde energiegebruik was 133,3Wh per kilometer, oftewel 13,3kWh voor 100km. Dat was, als we het goed begrijpen, met aftrek van de opbrengst van de zonnecellen. Zonder zouden we op gemiddeld 15,6kWh uitkomen, verdeeld over wegen waar je 50, 80 en 100 mocht.
Het is natuurlijk een vrij rigide steekproef en deze data is tamelijk nietszeggend omdat je idealiter zou willen kijken naar de opbrengst tijdens een volledige dag en het liefst zelfs meerdere dagen. Het is daarom niet 1-op-1 te vergelijken met andere EV's. Maar echt overtuigend is het nog niet. Volgens de WLTP-norm zou het verbruik op 10,4kWh moeten uitkomen en volgens Lightyear zelf is lager ook goed mogelijk. Tijdens een persevenement in juni in Spanje kwam de efficiëntie uit op grofweg 11,5kWh per 100km en leverden de zonnecellen realtime zo'n 0,68kW op. Naar verluidt zou de optimale snelheid van het voertuig tussen de 80 en 110km/u liggen, mede omdat de in-wheel motoren op die snelheid het efficiëntst zijn, en op lagere snelheden dus minder. Dat zou kunnen betekenen dat de Lightyear 0 op de snelweg zuiniger rijdt dan op 50km wegen, in tegenstelling tot reguliere EV's met een gebruikelijke elektromotor.
:fill(white):strip_exif()/i/2005333996.jpeg?f=imagemedium)
De geclaimde WLTP-cijfers zijn scores waar slechts weinig EV's aan kunnen tippen; een Tesla Model 3 bijvoorbeeld doet op papier 14,4kWh/100km en de Polestar 2 komt uit op 16,7kWh/100km. De verwachtingen waren echter ook hoog - temeer omdat Lightyear zelf continu prominent stelt dat de wagen in staat is 50 tot 70 kilometer per dag aan bereik te winnen en dat je in de zomer nauwelijks hoeft te laden. Het sterretje naar de kleine letters verduidelijkt dat dit alleen in regio's als Zuid-Spanje geldt, in de lente en de zomer. Hoe dat in de praktijk voor Nederland en België uitpakt, valt nog te bezien.
Volgens data van Lightyear zelf, die oorspronkelijk op diens website stond, zou de opbrengst in een regio als Rotterdam in de lente of zomer circa dertig tot drieëndertig kilometer zijn en in de winter zeven tot acht kilometer per dag, natuurlijk mits de auto volop zon vangt. De 5m2 aan zonnepanelen leiden niet alleen tot extra bereik, maar in totaal ook tot minder kWh's die je moet bijladen. Een laadpaal blijft toch nog steeds nodig, zeker bij ons in Noordwest-Europa. Over laadpaal gesproken: bij een openbare ac-laadpaal laadt de wagen met 22kW. Bij een dc-snellader is dat maximaal 75kW. Dat is voor hedendaagse begrippen aan de slome kant. Lightyear brengt daar tegenin dat de wagen zo zuinig is en dat dit een laadsnelheid van 500km/uur oplevert. Ook zou het wellicht in de toekomst nog kunnen worden opgeschroefd naar een hoger laadvermogen.
Iets dat helpt bij het verbeteren van de energie-efficiëntie is de regeneratie, oftewel het terugwinnen van energie door het pedaal los te laten of de rem in te drukken. De elektromotoren fungeren dan als een dynamo en laden de accu op. EV-rijders zijn wel bekend met de term one-pedal-driving, wat betekent dat de regeneratie zo krachtig is dat het rempedaal vrijwel niet meer nodig is. Het is dan mogelijk volledig tot stilstand te komen zonder de rem te gebruiken. De Lightyear 0 ondersteunt dit standaard, waardoor dit vrij vertrouwd voelt voor ervaren EV-rijders.
Het indrukwekkendst was het gedrag van de auto als one-pedal-driving uitgeschakeld is. Dankzij de lage rolweerstand kan de wagen dan extreem lang uitrollen. De snelheid gaat daarbij iedere paar seconden met een kilometer per uur omlaag zonder dat er energie gebruikt wordt. Op een testtrack in Aldenhoven (Duitsland) bleef de wagen zo ruim 2,5 kilometer doorrollen tot hij uiteindelijk tot stilstand kwam.
Van One naar Zero (0)
Hoewel de wagen drie jaar geleden werd aangekondigd als de Lightyear One, heeft de definitieve versie een naamswijziging ondergaan. Hij heeft nu de Zero, wat geschreven wordt als '0'. Volgens Lightyear komt de nieuwe naam beter overeen met de reis die het bedrijf ondergaan heeft. Lightyear is vanaf nul begonnen met de start-up. Met de Lightyear 0 is volgens eigen zeggen mogelijk gemaakt wat vooraf onmogelijk werd geacht. Het maakt het geheel niet logischer, vooral omdat de opvolger al bekend is: de Lightyear 2. De One wordt nu dus overgeslagen.
Doorontwikkeling in-wheel motor
Iets dat Lightyear onderscheidt van vrijwel alle EV-autofabrikanten is dat zij zogenaamde in-wheel motoren gebruiken. In plaats van een elektromotor op de voor- of achteras, zit de motor dus in het wiel. Per stuk wegen deze zo'n 35kg, dus dat is niet per se lichter dan een enkele elektromotor, maar volgens Lightyear wel als je alle andere benodigde onderdelen daarbij optelt. Bovendien kon de onderkant van de auto daardoor helemaal vlak blijven, wat goed is voor de luchtweerstand. Ook moeten de in-wheel motoren een stuk zuiniger zijn.
Aan die in-wheel motor is flink gesleuteld. Aanvankelijk kocht Lightyear de motor in bij bestaande fabrikanten, maar die bleken niet efficiënt genoeg te zijn of andere knelpunten te hebben. Zo had het tweede model uit 2019 een peak inverter effiency van minder dan 94 procent, terwijl Lightyear streefde naar 99 procent. Vanaf dat moment ging het bedrijf zelf de in-wheel motoren en omvormers ontwikkelen. De tweede iteratie hiervan uit 2021 was 45 procent lichter en 60 procent kleiner en bereikte wel de gewenste efficiëntie. Toch werd er nog een nieuwe versie ontwikkeld, waarbij de motor(en) en omvormer(s) watergekoeld worden in plaats van luchtgekoeld. Deze heeft een koppel van 1720Nm en haalde weer 10Wh per km van het energiegebruik af. De motor in de naaf zou consequenties kunnen hebben voor het comfort en de wegligging, maar onze rit was niet uitgebreid genoeg om hier iets over te zeggen.
Uitlevering dit jaar
De pre-productie vindt plaats in Lightyears assemblagehal in Helmond, maar de productie-exemplaren worden bij Valmet Automotive in Finland geproduceerd. De eerste exemplaren moeten dit jaar worden uitgeleverd en in totaal worden maximaal 946 modellen van de Lightyear 0 geproduceerd. Het is niet bekend hoeveel bestellingen er momenteel zijn, maar tot de prijsverhoging eerder dit jaar waren dat er 150. Destijds was de prijs nog 150.000 euro exclusief btw, wat dit voorjaar werd verhoogd naar 250.000 euro exclusief btw om de kosten afdoende te kunnen dekken en nieuwe investeringen mogelijk te maken.
:strip_exif()/i/2005333700.jpeg?f=imagenormal)
Lightyear 2
Die investeringen zijn niet alleen nodig om de laatste optimalisaties en afleveringen van de Lightyear 0 te voltooien, maar ook om de tweede fase in werking te laten treden. Dat wordt de Lightyear 2. Het jonge bedrijf wil een betaalbare EV op de markt brengen met behoud van innovatieve kenmerken als het efficiënte ontwerp en de zonnecellen, beginnend bij een prijs van 30.000 euro. De leerweg die is afgelegd voor het eerste model, moet in het tweede model terug te zien zijn. De uitdagingen zijn echter van een heel andere orde, zowel wat betreft financiering als het opschalen richting massaproductie. Niet alleen moet dat tot een betaalbaar product leiden, ook moet het de toekomst van het bedrijf in financiële zin veiligstellen. Dat is geen sinecure, want een eventuele ontwerpfout en een bijbehorende terugroepactie heeft voor een massaal geproduceerde auto veel grotere gevolgen dan voor een model met een beperkte oplage. Een leasemaatschappij en autodeelplatformen hebben samen al zo'n tienduizend reserveringen van de aankomende auto geplaatst. We hopen later dit jaar meer te horen over de Lightyear 2, die eind 2024 en begin 2025 op de markt zou moeten komen.
:strip_exif()/i/2005334016.jpeg?f=imagenormal)
Tot slot
Sinds het prille begin profileert Lightyear haar eerste auto als zonnewagen. Dat is logisch, want dat is wat de auto onderscheidt van andere wagens. Zelfs ten opzichte van andere zonnewagens, als de Sono Sion en Aptera, omdat de cellen een groter oppervlak hebben en beter zijn gepositioneerd. Maar door hier continu de nadruk op te leggen met grote woorden als 'bijna nooit meer hoeven te laden', 'iedere dag 50 tot 70km bereik erbij' en 'minder laadpalen nodig' is de lat wel erg hoog gelegd.
Op Curaçao of in Zuid-Spanje is dat misschien een denkbaar scenario, mits iemand dagelijks vooral korte ritjes rijdt, maar in veel praktijkscenario's lijkt dit onhaalbaar. Zeker in Nederland of België. Laat staan in de herfst en winter, waarbij het wekenlang grauw en regenachtig kan zijn. Op basis van deze korte steekproef kunnen we geen conclusies trekken over wat het zonnedak oplevert, maar wel dat het vooralsnog minder lijkt dan gehoopt. Dat sluit aan bij ons eerdere artikel over de zin en onzin van zonnecellen op auto's.
Het is logisch dat in de marketingcommunicatie steeds de nadruk ligt op het begrip zonnewagen. Dat spreekt het meest tot de verbeelding en is uniek. Bovendien sluit het aan bij de angst voor 'laadpaalstress' die veel stekkerloze rijders hebben. In het grote geheel is het zonnedak slechts een unieke schil. Veel interessanter is de hele opzet van de wagen, waarbij Lightyear compleet out-of-the-box is gaan denken ten opzichte van traditionele autobedrijven: optimale aerodynamica in druppelvorm, maximaal streven naar een zo laag mogelijk gewicht, een lage rolweerstand, de energie-efficiëntste onderdelen en een middelgrote accu waar toch een royaal bereik uit te halen is. In ieder geval veel groter dan concurrenten met een vergelijkbare accu. Dáár ligt wat ons betreft de grootste meerwaarde.
De Lightyear Zero zelf is een mijlpaal, maar geen doorbraak. Daarvoor is hij te eigenzinnig en vooral véél te duur. Die doorbraak kan wel komen als alle opgedane kennis en ervaring wordt gebruikt om een vergelijkbaar concept op te schalen naar massaproductie en aan te bieden voor een prijs vanaf 30.000 euro. Als dat doel echt wordt bereikt, zullen andere autofabrikanten daarop moeten reageren, bijvoorbeeld door minder dikke suv's uit te brengen en meer lichte, gestroomlijnde hatchbacks.