De Verenigde Staten hebben maandagmiddag Nederlandse tijd vijf leden van het Chinese Volksbevrijdingsleger aangeklaagd. De Amerikanen beweren dat de vijf betrokken zijn geweest bij het stelen van bedrijfsgeheimen van diverse grote ondernemingen.
De aanklacht hing maandag al in de lucht, maar toen was het nog niet duidelijk wie de Verenigde Staten precies wilden aanklagen. Het vijftal zou zich volgens de Amerikaanse justitie hebben schuldig gemaakt aan 'doelgerichte aanvallen op de private sector voor commercieel gewin'. "Wij beweren dat de leden samenspanden om informatie van computers van zes Amerikaanse slachtoffers te stelen voor economisch gewin van concurrenten, waaronder Chinese staatsbedrijven", zo citeert The New York Times.
Getroffen Amerikaanse bedrijven zijn volgens de Verenigde Staten onder meer United States Steel, Alcoa en Westinghouse. Medewerkers van dat laatste bedrijf waren naar verluidt met die van een Chinees staatsbedrijf aan het onderhandelen over de bouw van kerncentrales, toen hackers de geheime bouwplannen voor onderdelen van die centrales van het bedrijf stalen.
De vermeende inbraken vanuit China kwamen aan het licht door een rapportage van het Amerikaanse beveiligingsbedrijf Mandiant. Dat bedrijf zou aanwijzingen hebben dat de Chinese regering achter de aanvallen zit. Volgens het rapport werd een 'overweldigend percentage' van de aanvallen door een eenheid van het Chinese leger uitgevoerd. De aanvallen kwamen volgens Mandiant van enkele hackgroeperingen, in de VS bekend onder de namen 'Comment Crew' en 'Shanhai Group', die zouden zijn gelegerd op het terrein van het Chinese leger.
Volgens The New York Times is het onwaarschijnlijk dat de Chinezen zullen worden uitgeleverd. Desalniettemin hopen de Amerikanen met de aanklacht China onder druk te zetten om zo te verhinderen dat het land op grote schaal bedrijfsgeheimen buitgemaakt. De Chinese overheid heeft zelf overigens altijd volgehouden dat het niet aan spionage doet en juist het slachtoffer is van spionage van andere landen.