Nederlandse onderzoekers hebben een zonnecel ontwikkeld waarin zonlicht gebruikt wordt om water in waterstof en zuurstof te splitsen. Middels de 'kunstmatige fotosynthese' kan zonneënergie relatief eenvoudig worden opgeslagen.
Twee teams, van de TU Delft en het Helmholtz-Zentrum Berlin, hebben de zonnecellen ontwikkeld. Daarbij wordt een thin film silicium zonnecel gecombineerd met een waterstofproducerende cel. Met de elektrische energie die in de fotovoltaïsche cel, vaak zonnecel genoemd, wordt opgewekt, wordt water in een reservoir gesplitst in waterstof en zuurstof. Dat waterstofgas kan worden opgevangen en opgeslagen worden of direct worden gebruikt om een brandstofcel aan te drijven. Met de opslag van het geproduceerde waterstof kan zonneënergie eenvoudig worden opgeslagen om later gebruikt te worden.
De waterstof- annex zonnecel wordt opgebouwd uit een fotovoltaïsche cel die bestaat uit een thin film amorf silicium zonnecel. Daarop werd een laagje metaaloxide van bismutvanadaat met wolfraam-verontreinigingen aangebracht, met daarop een coating van kobaltfosfaat. Dat laagje dient als katalysator om water makkelijker te splitsen. Het wolfraam dient om de positieve en negatieve ladingen die aan de foto-anode gevormd worden gescheiden te houden. Een platinum elektrode zorgt voor het splitsen van water en is aangesloten op de zonnecel.
Dankzij de combinatie van bismutvanadaat en wolfraam draagt 80 procent van de opgevangen fotonen bij aan het opwekken van een stroom, maar hoe dat hoge rendement precies tot stand komt, weten de onderzoekers niet. In theorie zou het rendement van het complete apparaat 9 procent kunnen bedragen. Het geproduceerde prototype haalt vooralsnog echter met 4mA stroom per vierkante centimeter oppervlak een rendement van 4,9 procent. De onderzoekers, waaronder Nederlander prof. dr. Roel van de Krol van de TU Delft, willen nu grotere exemplaren maken om zinvolle hoeveelheden waterstof te kunnen produceren.
© afbeelding 2014 www.kennisinbeeld.nl