Onderzoekers aan de TU Delft zijn erin geslaagd het rendement van goedkope zonnecellen, opgebouwd uit amorf silicium, te verbeteren. Door aanpassingen aan het productieproces stijgt het rendement waarschijnlijk met 29 procent.
Zonnecellen die van amorf silicium zijn gemaakt zijn relatief goedkoop, omdat maar een heel dun laagje silicium nodig is. De goedkope zonnecellen hebben echter last van het nog niet goed verklaarde Staebler-Wronski-effect; in de eerste uren van blootstelling aan zonlicht daalt het rendement van 10 naar 7 procent. Onderzoekers aan de TU Delft hebben deze daling zodanig weten te reduceren dat een rendement van 9 procent overblijft.
De wetenschappers zochten naar aanpassingen in het productieproces. De siliciumlaag in zonnecellen wordt gemaakt uit silaangas. Het bleek dat het toevoegen van waterstof aan dit silaangas positieve gevolgen had; het Staebler-Wronski-effect nam af.
Gijs van Elzakker perfectioneerde de verhouding van silaangas tot waterstof tijdens zijn promotie-onderzoek. Hij heeft hoge verwachtingen van de productietechniek. "Door deze kennis bij de fabricage van dit type zonnecellen toe te passen, kan men verwachten op een rendement van 9 procent uit te komen." Inventux Technologies, het Duitse bedrijf waar de promovendus werkt, past de technologie al in zijn productielijn toe. Welk rendement het bedrijf met de vinding realiseert, is niet bekendgemaakt.
De efficiëntste zonnepanelen gebruiken zonnecellen op basis van multikristallijn silicium. Dergelijke panelen weten ongeveer 18 procent van het opgevangen zonlicht in elektriciteit om te zetten.