Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft vrijdag de omstreden afluisterwet van de Bush-regering goedgekeurd. Telco's die na 11 september 2001 zonder gerechtelijke toetsing burgers afluisterden kunnen niet worden vervolgd.
De Democraten en Republikeinen steggelden al meer dan een jaar over de inhoud van de aftapwet. De wet werd uiteindelijk in het Huis van Afgevaardigden aangenomen met 293 stemmen voor en 129 tegen, zo meldt AP. Deze week zal de Senaat zich nog buigen over het voorstel. De Amerikaanse president George Bush reageerde echter al verheugd op de goedkeuring. Hij liet weten dat de aftapwet "onze geheime diensten zal helpen om nieuwe aanvalsplannen van onze vijanden bloot te leggen".
Volgens de opstellers van de wet, die in feite een aanvulling vormt op de dertig jaar oude Foreign Intelligence Surveillance Act, zijn de verruimde regels voor het aftappen van telefoongesprekken nodig in de strijd tegen het terrorisme. In de nieuwe wet krijgt de overheid meer mogelijkheden om zonder gerechtelijke tussenkomst telefoontaps uit te voeren. Ook kunnen telefoonmaatschappijen die burgers afluisteren niet worden vervolgd, omdat zij zouden handelen in opdracht van de president. Hierdoor kunnen zaken die door verontruste burgers zijn aangespannen door de rechter als niet ontvankelijk worden verklaard.
De Verenigde Staten is niet het enige Westerse land dat ruime regels hanteert voor het afluisteren van telefoongesprekken. In Zweden werd vorige week een hoogst omstreden aftapwet aangenomen die het voor geheime diensten mogelijk maakt om zonder gerechtelijke tussenkomst alle grensoverschrijdende communicatie af te luisteren. Daarnaast is Nederland koploper in het afluisteren; in de tweede helft van 2007 werden 12491 telefoontaps uitgevoerd. Dat komt neer op bijna 1700 afgeluisterde gesprekken per dag.