Deze maand zullen de eerste Sparc Enterprise-servers van de Sun Microsystems-Fujitsu-alliantie op de markt verschijnen. De samenwerking begon drie jaar geleden om zo de toekomst van de Sparc-processorlijn veilig te stellen.
De eerste Sparc Enterprise Server-systemen gebruiken Fujitsu's dualcore Sparc64 VI 'Olympus'-processors en draaien op Sun Solaris. De prijzen beginnen bij 50.000 dollar voor een M4000-systeem met vier processors; wie een M9000 met 64 processors wil hebben, is een paar miljoen kwijt. De nieuwe Sparc Enterprise Server-systemen zijn volgens Sun rond de vijftig procent sneller dan de UltraSparc IV+ en ze zijn nog verder te upgraden naar een quadcore Sparc64 VII.
De samenwerking tussen Sun Microsystems en Fujitsu kwam tot stand nadat de internetzeepbel begin 2000 klapte. Terwijl IBM goede zaken deed met zijn Power-processor en Intel en AMD met x86-processors aan de onderkant marktaandeel begonnen te veroveren, raakte Sun zijn leidende positie op de servermarkt kwijt. Het bedrijf besloot in 2004 om zijn lijn met UltraSparcs nieuw leven in te blazen door voortaan de Fujitsu's dualcore Sparc64 VI-cpu te gebruiken.
De samenwerking heeft twee productlijnen opgeleverd: de Olympus-systemen en de op Suns Niagara-gebaseerde T1000 en T2000. In totaal zullen vijf nieuwe Olympus-systemen op de markt komen: de M4000 met vier processors, de M5000 met acht processors, de M8000 met 16 stuks en de M9000-32 en de M9000-64 met respectievelijk 32 en 64 cpu's. De Fujitsu Sparc64 VI-cpu's draaien op 2,15GHz, 2,28GHz, of 2,4GHz. De high- en lowend systemen komen nog deze maand beschikbaar, de midrange modellen verschijnen begin mei op de markt. Om de taken van meerdere kleine servers op één grote server te kunnen uitvoeren, is het overigens mogelijk om de systemen in zogeheten 'partities' op te delen. Een dergelijke partitie draait een zelfstandig besturingssysteem en beschikt minimaal over één cpu.
