Intel heeft een plan opgesteld om zijn datacenters milieuvriendelijker te maken. Met behulp van moderne, energiezuinige processors en het efficiënter benutten van de rekenkracht door middel van virtualisatie moet de chipbakker met minder energie toekunnen.
Volgens Dan Costello, een it-manager bij Intel, moeten energiezuinige datacenters zoveel mogelijk servers per vierkante meter hebben. Zo kunnen voedingskabels korter zijn en gaat minder stroom verloren. Het inzetten van bladeservers kan nog meer winst opleveren, omdat fans en voedingen gedeeld kunnen worden. Een nieuwe dualcore Xeon-processor verbruikt bovendien 40 procent minder dan een soortgelijke Pentium III-variant, maar is ook 40 procent krachtiger, zo stelt de chipgigant. Castello zegt hierover: 'Een dualcore-server onder volle belasting verbruikt zo'n 300W. De vraag is hoeveel performance je kunt behalen met dat maximale verbruik. Over een jaar hopen we het viervoudige uit zo'n processor te halen.' Intel heeft zijn hoop wat dat betreft gevestigd op de Penryn Core 2-processors met hogere kloksnelheden en hogere transistordichtheid. Ook moet de rekenkracht doelmatiger worden benut door op meer servers virtualisatie toe te passen. Volgens schattingen kan Intel's serverpark tot 20 procent beter benut worden.
De chipmaker schrijft oude servers sneller af, om ze te vervangen voor moderne hardware. Om de doelstellingen te behalen moet Intel in hoog tempo hardware vervangen in de honderdveertig centra die het wereldwijd bezit. Het risico bestaat dat deze afgedankte apparatuur richting Afrika of India verdwijnt en niet op een juiste manier wordt gerecycled. Daardoor wordt het behaalde milieuvoordeel weer teniet gedaan, zo geeft Intel zelf toe. Een directe oplossing voor dit probleem kon het bedrijf nog niet geven.