De eerste satelliet van het Europese Galileo-navigatiesysteem is er afgelopen donderdag in geslaagd zijn signalen door te geven aan grondstations in België en Groot-Brittannië. De satelliet, de Giove-A, werd op 28 december vanaf Baikonoer in Kazachstan gelanceerd. Deze eerste satelliet is een proefmodel dat zal worden gebruikt om het systeem uitgebreid te testen. Belangrijk is vooral dat het signaal voldoet aan de eisen van de Internationale Telecommunicatie Unie. Het systeem zal naar verwachting in 2010 compleet zijn met 30 satellieten.
Het Galileo-systeem is bedoeld als alternatief voor het Amerikaanse GPS. Het is veel nauwkeuriger, maar vooral bedoeld om onafhankelijk te zijn van GPS. De Amerikanen houden zich namelijk het recht voor de nauwkeurigheid van GPS in tijden van spanning te verminderen of zelfs het systeem ontoegankelijk te maken voor civiel gebruik. Gezien het almaar toenemende gebruik van navigatiesystemen is dat risico voor Europa onaanvaardbaar. De EU komt dus maar met een eigen alternatief. Begrijpelijkerwijs zijn de Verenigde Staten niet zo blij met Galileo, maar veel kunnen ze er niet tegen doen.
Het project, dat naar schatting 3,4 miljard euro gaat kosten, is een samenwerkingsverband tussen de Europese Commissie en het European Space Agency. Ook de niet-EU landen China, Israël en Oekraïne doen mee, terwijl donderdag ook Zuid-Korea in het project stapte. Alhoewel de diverse deelnemende landen aanvankelijk nogal wat bedenkingen hadden over de hoge kosten, lijken deze gemakkelijk te zullen worden terugverdiend. Het ontwikkelen en exploiteren van de toepassingen zal volgens analisten minstens honderdduizend nieuwe arbeidsplaatsen opleveren. Ook GPS was heel duur, maar heeft zijn kostprijs inmiddels al meerdere malen opgebracht. De verwachting is dat Galileo deze prestatie minstens zal evenaren.
