Zoals verwacht zijn vandaag de eerste 65nm Pentium-processors aangekondigd. De dualcore 'Presler' (Pentium D 9xx) zal vanaf 16 januari in hoog tempo de huidige 'Smithfield' (Pentium D 8xx) gaan vervangen. Voor Intel is de overstap naar 65nm op dit moment vooral belangrijk omdat er een hoop geld mee kan worden bespaard: de huidige dualcore desktopprocessor neemt 240mm² in beslag op een wafer, terwijl de nieuwe slechts 140mm² nodig heeft. Extra voordeel is dat Presler niet uit één grote chip bestaat, maar onder de kap twee aparte chips heeft zitten. Hierdoor kan Intel effectiever gebruikmaken van zijn capaciteit. Hoewel men in afwachting van de nieuwe architectuur geen enkele moeite heeft gedaan om het ontwerp van de Pentium 4 nog te verbeteren, zijn er voor de klant toch een paar voordelen te halen uit de 65nm-chips. Zo bieden ze ondersteuning voor virtualisatie, twee keer zoveel L2-cache (totaal 4MB) en zijn ze iets koeler en beter over te klokken. Hoewel het de bedoeling is dat dualcore in 2006 de mainstream van de markt gaat bedienen, zal er later ook nog een singlecoreversie van de processor worden geïntroduceerd om de lagere segmenten van de markt te bedienen. Deze draagt de codenaam 'Cedar Mill'.
| ![]() |
Het topmodel van de reeks - de 955 Extreme Edition - is door verschillende sites getest. De chip onderscheidt zich van de normale versies door zijn 1066MHz FSB en de ondersteuning van HyperThreading. Hoewel het TDP van de chip nog steeds 130 watt is blijkt het verbruik in de praktijk wel verbeterd te zijn: 20 tot 35 watt minder onder volle belasting. Vergeleken met AMD's Athlon 64 X2 is het nog steeds veel, maar het is in ieder geval een stap in de goede richting. De 65nm-transistors laten zich ook beter overklokken: de EE weet in verschillende gevallen zonder problemen 4,2 tot 4,3GHz te halen. Hoewel de temperaturen dan wel aan de hoge kant zijn (tegen de 80 graden) bewijst de in benchmarks snel en stabiel te zijn. Er is een reviewer die zelfs 4,7GHz weet te bereiken: goed genoeg voor SuperPi, maar een nacht priemgetallen uitrekenen was toch teveel gevraagd op deze snelheid.
De nieuwe processor wordt gecombineerd met de 975X-chipset, die tevens vandaag wordt aangekondigd. Naast ondersteuning voor de nieuwe Extreme Edition en ATi Crossfire (nVidia heeft nog geen drivers klaar om SLI te ondersteunen) biedt deze geen extra voordelen boven de huidige 955XE-planken. Er zijn al meldingen dat de nieuwe Extreme Edition ook op de huidige moederborden werkt, dus een nieuw moederbord kopen is wellicht niet eens nodig. De prestaties van de normale 65nm Pentium D zijn al geen verrassing meer, omdat er al verschillende previews van zijn geweest. Kort samengevat maakt het op gelijke kloksnelheid nauwelijks verschil. De Extreme Edition met zijn 1066MHz FSB is wat interessanter om te bekijken; in combinatie met de 266MHz hogere kloksnelheid weet de 955 EE de oude 840 EE er overtuigend uit te trekken. Tegenover de Athlon 64 X2 4800+ heeft het nieuwe vlaggeschip het wel moeilijker, maar er zijn toch verschillende tests die hij weet te winnen. Met name op het gebied van multimedia, zoals renderen en encoden, laat Intel zijn tanden zien. AMD blijft echter te sterk op het gebied van spellen en natuurlijk zuinigheid, waardoor eigenlijk geen van beide tot winnaar kan worden gekroond.
