In de strijd tussen IBM en SCO over het al dan niet opgenomen zijn van Unix-code in de Linux-kernel heeft SCO een kleine overwinning behaald. Een rechter in de VS oordeelde dat IBM de documenten, notities en code moet overhandigen van ongeveer 3000 van zijn medewerkers. Het betreft hier gegevens uit de periode voor 18 maart 2004 van medewerkers die aan de Unix-code van respectievelijk AIX en Dynix hebben gewerkt. Na de relatieve stilte van de afgelopen dagen lijkt er weer wat schot in de zaak te komen, maar schijn bedriegt. De uiteindelijke rechtszaak was door de rechter in de VS uitgesteld tot 1 november dit jaar, maar de kans dat deze nu opnieuw uitgesteld zal worden is aanwezig.
Ondanks dat dit een overwinning in het voordeel van SCO is, betekent dit niet dat SCO in rustiger vaarwater is gekomen. De vorige keer dat SCO toestemming kreeg om code van AIX en Dynix te bekijken en eventuele gelijkende code te overleggen, heeft niet tot duidelijk bewijs geleid. Daarnaast brengt het SCOsource-licentieprogramma SCO niet wat het verwacht had. Een van de weinige voordelen die SCO hieruit kan halen, is dat in de uitspraak van de rechter ook bepaald is dat IBM alle broncode van de besturingssystemen ter inzage moet geven als deze nogmaals code achterhoudt.