SCO heeft begin deze week bij de rechtbank in Salt Lake City bewijs laten bezorgen voor de bewering dat IBM code uit Unix gestolen en in Linux gebruikt heeft. Het bedrijf heeft globaal bekendgemaakt wat aan de rechtbank aan bewijs is verstrekt. Volgens SCO heeft IBM op minstens 217 punten zijn licenties voor het gebruik van Unix-code geschonden. De precieze inhoud van het bewijs is echter niet aan het grote publiek beschikbaar gesteld, maar wel te vinden in de stukken die bij de rechtbank zijn ingeleverd. Dit is opvallend omdat de eerste beschuldigingen en bewijzen ongeveer een jaar geleden door SCO wel breed werden uitgemeten in de media. Bij de bekendmaking van dit nieuws heeft SCO laten weten dat de uitwerking en verklaring van de verschillende claims in totaal enkele duizenden pagina's in beslag neemt. Volgens de advocaten van het bedrijf maakt dit duidelijk dat IBM op een groot aantal plaatsen in Linux code en codeconcepten vanuit Unix gebruikt heeft.

Michael Graham, jurist gespecialiseerd in intellectueeleigendomsrecht, meent echter dat SCO hiermee wil zeggen dat er vanwege deze enorme hoeveelheid materiaal wel iets fout moet zijn, zonder daarbij duidelijk te maken wat. Graham noemt het opvallend dat SCO het heeft over codeconcepten die van Unix naar Linux overgeheveld zijn. Concepten zijn namelijk niet beschermd door het auteursrecht, terwijl ze dat wel zijn via patenten. SCO heeft echter meerdere malen laten weten dat er sprake is van codemisbruik en dat het dus niet gaat om patentinbreuken. Een andere verklaring voor het ontbreken van code is dat SCO niet wil dat zijn bewijs voor de rechtszaak opnieuw volledig weerlegd wordt, zoals een jaar geleden ook al eens gebeurde. Tot 22 december 2005 kan SCO nog meer bewijs deponeren bij de rechtbank. De rechtszaak zal dan vanaf 26 februari 2007 van start gaan, ervan uitgaande dat niet opnieuw door de rechter wordt uitgesproken dat er onvoldoende bewijs beschikbaar is.