Begin deze maand meldde Stichting Brein dat het p2p-gebruikers direct wilde gaan aanspreken op hun gedrag. Brein krijgt echter steeds meer kritiek over zich heen vanwege zijn werkwijze, zo schrijft WebWereld. Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm meent dat organisaties niet zonder reden systematisch persoonsgegevens mogen opzoeken om overtredingen van het auteursrecht op te sporen. Volgens de advocaat is dat namelijk wat Brein doet door waarschuwingen te versturen naar gebruikers van het p2p-programma Kazaa als zij bestanden delen waar auteursrecht op rust. Tim Kuik, directeur van Brein, ziet dit echter anders. Volgens hem doet zijn stichting niets anders dan zoeken naar openbare gegevens via openbaar toegankelijke methodes.
Gebruikers hebben namelijk zelf hun map met gedeelde bestanden opengezet.
Ook wijst Alberdingk Thijm op de gebruikersvoorwaarden van Kazaa. Daarin staat dat de gebruiker geen verkeer zal monitoren of zoekopdrachten zal doen om informatie over individuele gebruikers te verzamelen.
Dit doet Brein wel, aldus de advocaat. Kuik haalt dit argument echter snel onderuit. In dezelfde voorwaarden staat namelijk ook dat het niet is toegestaan om strafbare feiten te plegen met de software. Volgens Bart Otten van Releases4u gaat Brein tegen de Telecommunicatiewet in door berichten te versturen naar gebruikers. Deze berichten zouden opgevat kunnen worden als spam, aangezien de verzender moet kunnen aantonen dat de ontvanger voorafgaand toestemming heeft verleend. Otten denkt niet dat dit gebeurd is. Kuik vindt dit onzin. Wat Brein doet, heeft geen commercieel doel en dat is een vereiste om verstuurde berichten spam te kunnen noemen.
