De Europese Commissie heeft zich vandaag gedistantieerd van de verklaring van Microsoft, dat de EU een bepaald handelsgebruik goedkeurt dat door Japanse antitrustautoriteiten als illegaal wordt bestempeld. Een woordvoerder van de Commissie meldde vandaag dat men in 2001 besloot om geen verder onderzoek te doen naar de kwestie, omdat Microsoft inmiddels de praktijk gewijzigd zou hebben. De Redmondse softwarefabrikant verklaarde eerder dat de EU uiteindelijk het handelsgebruik goedgekeurd had. De onenigheid ontstond toen de Japanse Fair Trade Commission vorige maand in het kantoor van Microsoft binnenviel wegens verdenking van het schenden van antitrustregels. Het ging om een clausule in het licentiecontract van 's werelds grootste softwareproducent. Om Windows in licentie te kunnen nemen, moest de wederpartij verklaren afstand te doen van hun mogelijkheid om Microsoft voor de rechter te dagen. Microsoft vroeg inzage in hun door intellectuele eigendom beschermde materiaal.
Op welke manier het bedrijf de informatie vervolgens dan ook zou gebruiken of wellicht misbruiken, de licentienemers hadden geen juridische poot om op te staan volgens het contract. Volgens Microsoft heeft de EU deze clausule dus enkele jaren geleden al goedgekeurd. De EC beweert nu in de veronderstelling te hebben verkeerd dat de regel veranderd was naar aanleiding van een klacht door een Brits bedrijf. Daarom zou men er niet verder achteraan hebben gezeten. In reactie op de uitspraken door de woordvoerder van de EC, zei Microsoft het vreemd te vinden dat de clausule nu ineens ophef veroorzaakt, terwijl deze tot nu toe door antitrust-autoriteiten in zowel Amerika als Europa nooit als problematisch beschouwd is. De Europese Commissie zal de zaak nu verder bekijken, maar benadrukt dat dit alles losstaat van het grote onderzoek waarmee men momenteel bezig is en waarvan de uitspraak op 24 maart wordt verwacht.