De investering van de Amerikaanse regering-Trump in Intel is bedoeld om de verkoop van de foundryafdeling te blokkeren, zei cfo David Zinsner donderdag op een conferentie van Deutsche Bank. De foundry is een verlieslatende tak van het Amerikaanse bedrijf.
De Amerikaanse regering nam voor 9,5 miljard euro een belang van tien procent in Intel, zo werd afgelopen weekend bekend. De Amerikaanse overheid ontving 433,3 miljoen aandelen zonder stemrecht tegen 20,47 dollar. De Amerikaanse overheid zette eerder beloofde subsidie vanuit de CHIPS Act om in aandelen, zo maakte Intel destijds bekend.
De overeenkomst bevat volgens de Financial Times ook een afspraak dat de overheid nog eens vijf procent van de aandelen van Intel kan overnemen tegen twintig dollar per aandeel als Intel niet langer 51 procent van zijn foundryafdeling, die de chipfabrieken van Intel beheert, in handen heeft. De looptijd van de afspraak is vijf jaar. Onder meer bestuursvoorzitter Frank Yeary zou een voorstander zijn van het verkopen van Intels chipfabrieken.
Zinsner denkt dat de kans klein is dat die afspraak geactiveerd wordt: "Ik denk niet dat er een grote kans is dat ons belang onder de vijftig procent komt, dus ik verwacht dat de afspraak uiteindelijk zal verlopen. Ik denk dat de overheid zich daar wel bij aansloot: ze wilden niet dat wij het bedrijf zouden afstoten of aan iemand anders zouden verkopen."
Intel had de Amerikaanse overheid al eerder beloofd zijn foundryafdeling niet te verkopen. Die tak leed afgelopen jaar dertien miljard dollar verlies. Onder meer Qualcomm toonde vorig jaar interesse in een overname van Intel, maar uiteindelijk zette Qualcomm een streep door de plannen.