De boete die de Nederlandse politie in 2022 kreeg van de Autoriteit Persoonsgegevens voor inzetten van camera-auto's om covidmaatregelen te handhaven, was te hoog. De auto's werden volgens de rechtbank minder lang ingezet dan waarop de toezichthouder de boete baseerde.
De rechtbank in Den Haag zegt dat de boete van 50.000 euro te hoog is. Dat bedrag moet worden verlaagd naar 30.000 euro. Het gaat om een boete die de Autoriteit Persoonsgegevens in 2022 uitdeelde aan de Nederlandse politie. Die zette in 2020 in Rotterdam auto's met camera's in om coronamaatregelen te handhaven, bijvoorbeeld door te kijken of mensen zich aan maatregelen zoals de 1,5 meter afstand hielden. De AP concludeerde dat de politie met die auto's de Wet politiegegevens overtrad, een van de wetten naast de AVG waar de AP toezicht op houdt.
De politie ging in beroep tegen de boete. Die was volgens de politie om meerdere redenen onterecht. Zo draaide de boete om het feit dat de politie geen gegevensbeschermingseffectbeoordeling had gedaan. Volgens de politie zou dat niet nodig zijn geweest, omdat er geen hoog risico was op privacyschendingen. Ook vond de politie dat er geen politiegegevens werden verwerkt en dat de politie niet verwijtbaar handelde.
De rechter gaat daar allemaal niet in mee. De politie handelde wel verwijtbaar, de risico's voor burgers waren wel degelijk hoog en de politie had een gegevensbeschermingseffectbeoordeling moeten doen. De uitspraak draait om de hoogte van de boete. Volgens de boetebeleidsregels van de Autoriteit Gegevens staat de maximale boete op 56.500 euro voor deze overtredingen. De AP verlaagde dat bedrag al naar 50.000 euro. De politie moest namelijk snel handelen vanwege de coronacrisis.
De AP stelde echter dat de politie de auto's 43 dagen lang inzette, tussen 26 april en 1 juni. Voor het onderzoek vorderde de Autoriteit Persoonsgegevens camerabeelden van tussen 19 en 31 mei. "Alleen op 20, 29 en 31 mei 2020 werden camerabeelden gemaakt", schrijft de rechtbank. "Hiervan is alleen 29 mei 2020 relevant. Van de andere twee dagen zijn er namelijk geen screenshots en/of is er geen vermelding van 'herkenbare' personen die in beeld zouden zijn gebracht."
Overtreding van een dag
Daarmee heeft de Autoriteit Persoonsgegevens alleen kunnen concluderen dat er op een enkele dag persoonsgegevens zijn verwerkt en niet op 43 dagen. "Er is daarom sprake van een geringe duur van de overtreding", concludeert de rechter. "Ook is de kans op herhaling van de overtreding bijzonder klein. De inzet van de auto's is immers stopgezet. Gelet hierop vindt de rechtbank de boete van 50.000 euro niet evenredig. De rechtbank acht een boete van 30.000 euro in dit geval passend en geboden." Daarbij neemt de rechter naar eigen zeggen ook dezelfde verlichtende omstandigheid mee die de AP zelf al aanvoerde, namelijk dat de auto's alleen reden tijdens de coronacrisis.
Het is niet de eerste keer dat de Nederlandse privacytoezichthouder via de rechter wordt gedwongen een boete te verlagen. Dat gebeurde met de eerste AVG-boete die de AP oplegde en met een boete voor de gemeente Enschede. Ook kreeg VoetbalTV onterecht een boete en had de AP geen boete mogen opleggen aan DPG Media. De privacytoezichthouder wordt er vaker op gewezen de AVG te streng te interpreteren. Nu lijkt ook hetzelfde te gebeuren met de Wet politiegegevens. Voorzitter Aleid Wolfsen heeft meerdere keren in gesprekken met Tweakers gezegd dat hij dat niet het geval vindt.
Het geld van de boete gaat naar de staatskas, waar het in de pot Algemene Middelen komt. Tweakers schreef in 2021 al wat er gebeurt als de overheid de wet overtreedt en zelf een boete moet betalen.