De rechtbank in Den Haag heeft de AVG-boete die de Autoriteit Persoonsgegevens oplegde aan het HagaZiekenhuis verlaagd van 460.000 euro tot 350.000 euro. Volgens de rechter heeft de privacyautoriteit onterecht de basisboete twee keer verhoogd.
De rechtbank oordeelt dat de boete terecht is gegeven, alleen dat deze onterecht door de Autoriteit Persoonsgegevens is verhoogd met 150.000 euro. De basisboete is namelijk 310.000 euro, waar de AP twee verhogingen van 75.000 euro bovenop heeft gelegd. De autoriteit deed dit vanwege de aard, ernst, duur en opzettelijke of nalatige aard van de privacyinbreuk. Die basisboete noemt de rechter niet onredelijk. Ook weegt de rechter mee dat het ziekenhuis toen de boete werd opgelegd al aan de privacyveiligheid van de organisatie werkte.
Het onderzoek van de AP startte toen bleek dat begin 2018 tientallen medewerkers van het Haagse ziekenhuis het medisch dossier van een BN'er hadden ingezien. De AP zegt dat tussen januari 2018 en juni 2019, vlak voor de eerste boete van 460.000 euro werd opgelegd, het ziekenhuis 'geen passende beveiligingsmaatregelen' zou hebben getroffen om patiënten te beschermen tegen dergelijke privacyinbreuken. Het ziekenhuis zou bijvoorbeeld geen tweefactorauthenticatie hebben gebruikt. Daarnaast controleerde het ziekenhuis ook niet genoeg of werknemers in de patiëntendata snuffelden.
De rechter is het met de AP eens dat de boete op deze gronden verhoogd mocht worden. Volgens de rechtbank is het rechtvaardig om de boete te verhogen vanwege de duur van privacyinbreuk, omdat het ziekenhuis ruim een jaar lang geen maatregelen nam. Daardoor is ook meteen de nalatigheid van de privacyinbreuk aangetoond, omdat het ziekenhuis volgens de rechtbank niet snel genoeg initiatief toonde om de maatregelen alsnog te nemen.
Tegelijkertijd zorgt die dubbele verhoging volgens de rechtbank wel voor een boete die niet evenredig is. Het ziekenhuis had namelijk wel andere maatregelen genomen om te voorkomen dat het digitale patiëntendossier door onbevoegde werknemers ingezien kon worden. Er verschijnt onder meer een extra waarschuwing als medewerkers een dossier openen, werknemers met toegang tot het patiëntendossier moeten verplicht een cursus ondergaan, de arbeidsovereenkomsten zijn aangescherpt en de autorisaties zijn 'waar mogelijk' aangescherpt.
Volgens de AP was het ziekenhuis wettelijk verplicht om deze maatregelen door te voeren en zouden ze daarom geen rol mogen spelen bij het bepalen van een boetebedrag. Of de maatregelen wettelijk verplicht waren of niet, maakt volgens de rechtbank niet uit. Daarnaast heeft het ziekenhuis tijdens de bezwaarfase van het boetebedrag alsnog de tweefactorauthenticatie ingevoerd en logging geïntensiveerd. Overigens had het ziekenhuis deze twee maatregelen sowieso moeten invoeren; naast de boete legde de AP een last onder dwangsom op van maximaal 300.000 euro.
Met die twee maatregelen toonde het ziekenhuis volgens de rechtbank de bereidheid 'om met de problematiek in de organisatie aan de slag te gaan'. De maatregelen zouden de nalatigheid van het ziekenhuis nuanceren. De AP heeft hier volgens de rechter onterecht geen rekening mee gehouden. Daarom verlaagt de rechtbank de boete tot 350.000 euro.
De AVG-boete die het ziekenhuis kreeg opgelegd was de eerste AVG-boete. Het ziekenhuis gaf destijds al aan in beroep te gaan tegen de hoogte van die boete. Directievoorzitter Carla van de Wiel noemde het destijds 'zuur' dat het boetebedrag niet aan patiëntenzorg kon worden besteed.