De nieuwe generatie satellieten van Starlink verstoren radiotelescopen veel meer dan eerdere versies. Dat blijkt uit onderzoek van Astron, het Nederlandse instituut voor radioastronomie. Daardoor kan onderzoek naar de ruimte worden gehinderd.
Veel objecten in de ruimte zenden licht uit in het elektromagnetische spectrum. Dat licht reist in golven door de ruimte en kan worden opgepikt door radiotelescopen. Daarmee kunnen zaken in beeld worden gebracht die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Maar satellieten verstoren dergelijke golven, waardoor de radiotelescopen als het ware verblind kunnen raken.
Astron onderzocht de Starlink-satellieten met de Low Frequency Array-radiotelescoop, ook wel de Lofar genoemd, om te zien hoeveel onbedoelde emissie ze uitstoten. "Onze observaties laten zien dat de Starlink-satellieten van de tweede generatie in vergelijking met de eerste generatie sterkere emissie uitzenden en dit over een groter bereik van radiofrequenties doen", zegt Cees Bassa van Astron. De emissie is zelfs 32 keer helderder dan bij de eerste generatie. Volgens de onderzoekers overschrijden deze niveaus mogelijk de internationaal vastgestelde drempelwaarden voor opzettelijke emissies en de soepelere normen voor elektromagnetische compatibiliteit op aarde.
Volgens de onderzoekers zijn de onbedoelde radio-emissies een groeiende dreiging voor de integriteit van astronomische observaties. Wat hen betreft zijn er strengere regels nodig rondom satellieten en onbedoelde straling. "Aangezien SpaceX wekelijks zo'n veertig tweede generatie Starlink-satellieten lanceert, wordt dit probleem steeds erger", aldus Bassa.
"Satellietbedrijven hebben geen interesse in het produceren van deze onbedoelde straling, dus het minimaliseren ervan zou ook een prioriteit moeten zijn in hun duurzame ruimtebeleid", zegt Federico Di Vruno van het SKA Observatory. "Starlink is niet de enige speler, maar heeft de kans om hier de standaard te zetten."