Versie 6.2 van de Linux-kernel is uit. De eerste kernelrelease van dit jaar heeft directe ondersteuning voor Intel Arc-graphics en voor Intels On-Demand-driver. Ook is ondersteuning voor Apples M1-processors nu in mainline en daarmee stabieler dan eerst.
Linux-hoofdontwikkelaar Linus Torvalds schrijft in een mailinglijst naar ontwikkelaars dat Linux kernelversie 6.2 definitief uit is. "Misschien is dit niet zo'n sexy LTS-release zoals 6.1 dat was, maar ook deze normale kernels hebben wat testliefde nodig", schrijft hij. Kernelversie 6.1 kwam eind vorig jaar uit en was een long term support-release. Versie 6.2 is een normale release.
Nieuw in versie 6.2 is onder andere dat er standaard ondersteuning in de kernel zit voor Intels Arc-kaarten. Ook is er voor het eerst ondersteuning voor de betaalde On-Demand-driver die op vierde generatie Xeon-cpu's kan worden bijgekocht voor extra rekenkracht. Ook is er bètaondersteuning voor accelerated graphics op GeForce RTX30-kaarten met de Ampere-architectuur op Nouveau.
In de nieuwe kernel zit ook voor het eerst mainline-ondersteuning voor Apples M1-chips. Dat zat eerder al als testfunctionaliteit in de kernel, maar nu is de ondersteuning definitief goed genoeg. Er zijn verschillende distro's die Linux werkend proberen te krijgen op Mac-systemen met de M1-soc. Asahi Linux is daar de bekendste van; de ontwikkelaars brachten in 2021 al een werkende versie uit.
Andere opvallende nieuwe features zijn een update voor de NTFS3-kerneldriver waarmee bestanden verborgen kunnen worden op Windows-systemen en er is RISC-V-ondersteuning voor persistent externe schijven. Ook willen de makers de basis leggen voor toekomstige hard- en software. Zo is er wake-on-connect/disconnect voor USB 4-apparaten en is de basis gelegd voor Wi-Fi 7 en 800Gbit/s-verbindingen.