Het Europees Parlement heeft ingestemd met een voorstel om de verkoop van nieuwe auto's met verbrandingsmotor vanaf 2035 te verbieden. Daarmee is de desbetreffende wet een stap dichterbij. De EU gaat nu in onderhandeling met individuele EU-lidstaten.
Het Europees Parlement stemde in met het voorstel om de CO₂-uitstoot van nieuwe auto's met 100 procent te verlagen, waarmee de verkoop van nieuwe benzine- en dieselauto's vanaf dat jaar effectief wordt verboden. Een aantal wetgevers wilde het voorstel afzwakken tot een reductie van 90 procent, maar dat werd afgewezen, schrijft persbureau Reuters. Uiteindelijk werd het voorstel ongewijzigd aangenomen met 339 stemmen voor, 249 stemmen tegen en 24 onthoudingen.
Dit voorstel werd vorig jaar ingediend door de Europese Commissie en is onderdeel van het Fit for 55-pakket, dat is bedoeld om de CO₂-uitstoot tegen 2030 terug te brengen met 55 procent. Het voorstel om de verkoop van nieuwe auto's met verbrandingsmotor te verbieden is bedoeld om de overstap naar elektrisch rijden binnen Europa te versnellen. Dat wordt bijgestaan door een wetsvoorstel waarmee EU-landen meer laadpalen moeten installeren.
Verschillende autofabrikanten hebben het voorstel van de EU eerder al gesteund, waaronder Ford en Volvo. Ook Volkswagen wil tegen 2035 stoppen met de verkoop van auto's met een verbrandingsmotor. Tegelijkertijd lijken niet alle automakers tevreden te zijn met het mogelijke verkoopverbod. Reuters zegt e-mails te hebben ingezien waaruit blijkt dat industriegroepen als de Duitse auto-organisatie VDA bij wetgevers hebben gelobbyd om de doelstelling voor 2035 te verwerpen.
Volgens hen zouden de doelen 'alternatieve koolstofarme brandstoffen' afstraffen en is het te vroeg om het verbod vast te leggen vanwege 'de onzekere uitrol van oplaadinfrastructuur', schrijft het persbureau. "Onze standpunten zijn transparant. Het is onze missie om met alle betrokkenen de beste oplossingen te ontwikkelen", reageert een woordvoerder van de VDA daarop.
Het voorstel is nog niet definitief aangenomen. Eerst moeten individuele EU-landen nog akkoord gaan met de wet. Leden van het Europees Parlement gaan daarvoor met de lidstaten in onderhandeling. Het parlement zegt niet hoelang dat naar verwachting gaat duren.