Samsung en Google hebben in de afgelopen maand aangekondigd dat ze zelfreparatieservices gaan opzetten in samenwerking met reparatiesite iFixit. Waarom komen ze met deze dienst en waarom gaan ze daarvoor in zee met iFixit?
Het lijkt erop dat 2022 het jaar wordt van de zelfreparatieservices voor smartphones. Vorig jaar kondigde Apple al aan dat consumenten hun eigen iPhones mogen gaan repareren en een paar weken geleden kwam Samsung daarbij. Ook Google heeft besloten om zelfreparatie mogelijk te maken. Motorola deed dat al eens enkele jaren geleden, maar lijkt daarmee gestopt te zijn.
Met de zelfreparatieprogramma's van Apple en Samsung zijn nu de twee grootste smartphonemakers ter wereld over en maken ze, in elk geval voor sommige modellen, zelfreparatie mogelijk. De bal ligt nu vooral bij de Chinezen: fabrikanten als Xiaomi en BBK-merken als OPPO en OnePlus hebben nog geen stappen gezet op dit gebied.
Wat Samsung en Google gaan doen
:strip_exif()/i/2005041860.jpeg?f=imagemedium)
Motorola, een merk van Lenovo, gaf de blauwdruk al jaren geleden. Het merk ging onderdelen leveren aan iFixit, dat ze in reparatiekits ging stoppen. Vervolgens konden consumenten die gaan kopen. Die samenwerking begon in 2018, maar het lijkt er niet op dat ze nog actief is; de nieuwste modellen zijn de Z3 Play en G6 Plus uit de zomer van 2018. Nieuwere modellen zijn er niet bijgekomen.
Het voordeel voor Motorola is dat het uiteraard liet zien moeite te doen om e-waste te voorkomen doordat consumenten zelf hun telefoons konden gaan repareren. Bovendien leverde het onderdelen aan iFixit, wat een nieuwe bron van inkomsten had kunnen zijn. Voor iFixit is het voordeel dat het kits levert met officiële onderdelen van Motorola in plaats van dat de site op zoek moet naar betrouwbare alternatieven. Voor consumenten is het voordeel dat ze een smartphone met kapot scherm of versleten accu niet langer weg hoeven te gooien, maar die kunnen repareren met officiële onderdelen.
Samsung gaat een stap verder en gaat met iFixit samenwerken om niet alleen onderdelen, maar ook visuele stap-voor-staphandleidingen te leveren voor de reparaties. Dat moet zelfreparaties makkelijker maken. Nu maakte iFixit die handleidingen vaak al zelf, maar Samsung gaat dus de officiële manier aanleveren.
Wel heeft Samsung besloten om het zelfreparatieprogramma enorm te beperken. Ten eerste is het alleen in de VS. Het kan zijn dat de fabrikant het in de rest van de wereld ook gaat aanbieden, maar dat is nog niet het geval bij de release deze zomer. Ook betreft het een beperkt aantal apparaten: alleen de Galaxy S20, Galaxy S21 en Tab S7+. Daarnaast is het aantal te vervangen onderdelen beperkt: het scherm, de achterkant en de laadpoort. Opvallende afwezige is de accu. Dat komt vermoedelijk doordat Samsung zijn accu's te stevig vastlijmt voor gebruikers om ze los te krijgen. Waar veel andere smartphonemakers trekstrips gebruiken om die lijm los te halen, heeft Samsung dat tot nu toe niet gedaan.
Google heeft de blauwdruk van Motorola gevolgd en gaat officiële onderdelen aanbieden via iFixit. Dat gebeurt los en in iFixit-kits. Daarbij zegt de fabrikant niets over eventuele stap-voor-staphandleidingen. Wel zijn er minder beperkingen dan bij Samsung. Zo komen er onderdelen voor alle Google-smartphones sinds de Pixel 2 uit 2017 en gaat het om schermen, accu's, camera's 'en meer', zegt Google. Wat dat 'meer' inhoudt, is onbekend.
Bovendien heeft de fabrikant al eerder software gepubliceerd om de vingerafdrukscanner achter het scherm te kalibreren, iets wat nodig is na een schermvervanging. Dat geldt alleen voor de Pixel 6, omdat die als enige een vingerafdrukscanner achter het scherm heeft.
Zelfreparatieprogramma's | Samsung | Apple | Motorola | |
Welke telefoons | S20 (2020), S21 (2021) | Elke Pixel sinds 2017 | iPhone 12 (2020) en nieuwer | Modellen uit 2016 tot en met 2018 |
Waar | VS | Alle landen waar Pixels te koop zijn | VS | VS, EU |
Onderdelen | Wel: scherm, achterkant, laadpoort Niet: accu |
Wel: scherm, accu, camera's Niet: laadpoort |
Nog onbekend | Wel: accu, scherm Niet: camera, laadpoort |
Reparatiehandleidingen | Ja | Niet gemeld | Ja | Nee |
Distributie | iFixit | iFixit | Zelf | iFixit |
Aangekondigd | Maart 2022 | April 2022 | Oktober 2021 | Oktober 2018 |
Waarom fabrikanten juist nu beginnen
:strip_exif()/i/2005041862.webp?f=imagemedium)
Motorola was er vier jaar geleden vroeg bij, maar Apple, Samsung en Google volgden pas in het afgelopen halfjaar. De redenen daarvoor zijn divers. Laten we beginnen bij Apple. De aannemelijkste theorie is dat Apple hiertoe is bewogen door een activistische aandeelhouder die streeft naar meer duurzaamheid: Green Century. Dat wilde dat Apple een rapport zou maken over de sociale en milieuvoordelen van het makkelijker maken voor consumenten om apparaten te repareren. Apple vroeg de SEC, de Amerikaanse toezichthouder voor beursgenoteerde bedrijven, toestemming om die motie naast zich neer te leggen. Door een algemene uitspraak van de SEC leek het er echter op dat Green Century gelijk zou krijgen.
Er speelt natuurlijk meer, want in de EU is hiervoor veel aandacht vanuit wetgevers. Er zit een verbod aan te komen op vastgelijmde accu's en fabrikanten moeten het mogelijk maken voor gebruikers om accu's zelf te vervangen. Daarmee komt er ook een prikkel om die onderdelen zelf te gaan aanbieden. Immers, als thuisgebruikers massaal accu's van derden in hun smartphones gaan schroeven en er zijn incidenten mee, dan wordt de fabrikant in eerste instantie aangekeken. Daarbij komen er ook regels die fabrikanten verplichten om reserveonderdelen op voorraad te houden en ze gedurende langere periode aan te bieden.
Bovendien is Apple in de mobiele markt vaak een voorbeeld gebleken. Het is soms, maar lang niet altijd de eerste fabrikant die een bepaalde stap zet. Daarna volgen andere fabrikanten vaak. Dat gebeurde bijvoorbeeld met het weglaten van de 3,5mm-jack en het niet meeleveren van adapters in de doos. Klein grappig feitje: bij het niet meeleveren van adapters waren Samsung en Google ook de eerste smartphonemakers die Apple volgden.
De rol van iFixit
Het punt van reparaties is dit: consumenten moeten je onderdelen kunnen vinden. Een optie had kunnen zijn om de onderdelen gelijk aan te bieden via de bestaande distributiekanalen, zoals retailers en providers. De contacten liggen er al, dus dat had gekund, maar die zijn daar niet op ingericht. Ze zijn goed in het verkopen van nieuwe toestellen, maar dit gaat vaak over telefoons die al jaren oud zijn en dat is een andere tak van sport.
Apple kan dat zelf doen, omdat veel gebruikers een band hebben met de fabrikant. Ze kopen er vaak verschillende producten, komen in de winkels van het bedrijf en hebben al een betaalrelatie met Apple, bijvoorbeeld via iTunes of de App Store. Dat maakt het aanschaffen van onderdelen en kits via Apple relatief makkelijk; het is simpelweg een extra product dat je er kunt kopen.
Andere fabrikanten hebben dat voordeel niet. Samsung heeft wel wat winkels, maar lang niet zoveel als Apple. Een betaalrelatie tussen Samsung en een Galaxy-gebruiker zal er vaak ook niet zijn. Weinig mensen zullen hun creditcardgegevens hebben ingevuld bij de Galaxy Store op een Samsung-smartphone. Hetzelfde geldt min of meer voor Google, hoewel die fabrikant meer lijkt te leunen op de eigen webwinkel voor het verkopen van zijn Pixel-telefoons. Een samenwerking met iFixit ligt dan voor de hand, omdat het op de markt van smartphonereparatie al een grote naam is, een betrouwbaar imago heeft en de middelen heeft om de kits aan geïnteresseerde consumenten te verkopen.
Toch is er een spanningsveld, vindt iFixit zelf ook. "Onze vroegste bondgenoten maken zich misschien zorgen over iFixits onpartijdigheid. Kunnen we toegewijd blijven aan repareerbaarheid terwijl we samenwerken met de fabrikanten die we al decennialang bevechten? Wij denken van wel. Wij stellen onze ervaringen ter beschikking aan degenen die laat zijn, maar we zijn er niet om hun acties goed te keuren." Volgens de site heeft Right to Repair fabrikanten nodig die bereid zijn te veranderen en blijft iFixit onafhankelijk informatie leveren, omdat het team dat teardowns en handleidingen maakt, losstaat van marketing en sales.
Tot slot
Samsung en Google zetten een stap in de goede richting en het is duidelijk dat er nu vanuit verschillende kanten druk is op makers van Android-telefoons om toestellen beter repareerbaar te maken. Wel zijn er nog veel beperkingen en onduidelijkheden. Het is hard nodig ook, want de nieuwste modellen van beide fabrikanten krijgen vijf jaar software-updates, langer dan je kunt verwachten dat de accu meegaat.
De vraag is ook in hoeverre de rest van de markt zal volgen. Met deze fabrikanten is een deel van de markt en toestellen gedekt, maar fabrikanten als Xiaomi, OPPO, OnePlus en Sony hebben dit soort programma's bijvoorbeeld nog niet op touw gezet.
Ook wordt het interessant om te zien hoe het verdergaat met de Europese regels rond dit onderwerp. Het is duidelijk waarheen de wind waait op de smartphonemarkt en sommige fabrikanten voelen die kennelijk eerder dan andere.
Foto op frontpage: MirageC / Getty Images