Het reparatieprogramma waardoor gebruikers zelf onderdelen van Apple-producten kunnen gaan vervangen, zal goed zijn voor right-to-repair-wetgeving. Dat zegt de directeur van reparatiesite iFixit in reactie op de aankondiging van Apple.
Apple lag tot nu toe dwars bij de wetgeving rond right to repair door te zeggen dat het gevaarlijk zou zijn als mensen zelf hun apparaten zouden gaan repareren, zegt iFixit-directeur Kyle Wiens in een video van de reparatiesite. "Alle redenen om de wetten niet door te voeren zijn zo ongeveer ontkracht door deze aankondiging. Apple zegt nu dat consumenten reparaties veilig kunnen doen als zij de juiste informatie en het juiste gereedschap hebben."
In de VS zijn 27 van de 50 staten bezig met wetgeving om consumenten in staat te stellen eigen apparaten te repareren. Ook de EU is bezig met dergelijke regelgeving. Volgens die regels moeten fabrikanten reserve-onderdelen verkopen en handleidingen beschikbaar stellen.
IFixit ziet het nieuwe programma als concurrentie, omdat de site onderdelen en gereedschap verkoopt. De site denkt ook dat het zijn eigen handleidingen beter kan maken doordat Apple nu zijn reparatiehandleidingen beschikbaar stelt.
Apple kondigde het programma woensdag aan. Vanaf begin volgend jaar kunnen gebruikers van een iPhone 12 of nieuwer en van M1-Macs originele onderdelen bestellen en handleidingen krijgen om de apparaten te repareren. Apple zegt bovendien voor het eerst dat het apparaten ontwerpt voor repareerbaarheid. Apple koos afgelopen jaren een andere richting voor design, al leek repareerbaarheid daarin nog geen grote factor.