Mijn persoonlijke kijk hier op:
hij zegt dan ook:
Deels zal dit overtrokken zijn. Daarmee erkent hij dat er wel degelijk grensoverschrijdend gedrag is geweest. De reactie daarop is zijn post grootschalig naar -1 te modden en dat geeft naar mijn gevoel het ideologisch denkklimaat weer waarin wij terecht gekomen zijn.
In een ideologisch denkklimaat geldt sterk, wie niet voor ons is, is tegen ons. Het middengebied wordt er uit geslagen. Persoonlijk denk ik dat dit mede een gevolg is van de steeds grotere nadruk op eenduidig logisch denken ten koste van het meer op afwegingen rustende gevoelsdenken. In het logische denken geldt "
De wet van de uitgesloten derde" of in het Engels "Law of excluded middle"
een logische wet die inhoudt dat iedere uitspraak waar of onwaar is; een andere, derde, mogelijkheid is er niet. De 'uitgesloten derde' is dus iedere andere denkbare waarheidswaarde. Een logica die voldoet aan de wet heet klassiek. Logica's die niet voldoen aan de wet zijn de intuïtionistische en de verschillende meerwaardige logica's.
Daarbij wordt in ideologisch denken aan juist/verkeerd een moraal opgeplakt van goed/slecht. Je ziet dat aan tal van discussies. Neem het klimaatdebat. Daarin kun je slechts tot twee groepen behoren. Die van de woke klimaatalarmisten (ontwaakt en goed) of de klimaatontkenners (slecht, vijand van de mensheid). In het woord "ontkenner" klinken de echo's van de vroeger heersende geloofsdoctrine waarin je of de doctrine als geheel aanvaarde, of een ongelovige was en vijand van God. Een ander Godsbeeld maakte je nog steeds een ongelovige en deed je op de brandstapel belanden. Tegenwoordig is dat de brandstapel van de publieke opinie.
In de Media zien we eenzelfde proces. Zodra iemand populariteit krijgt, moet hij zich conformeren, anders wordt hij van alle kanten aangevallen om zijn populariteit weer af te breken. En daarbij wordt dan grootschalig op de persoon gespeeld.
Kenmerkend voor het ideologische denken is dat het geen onderscheid maakt tussen persoon en zijn ideeën. Als de ideeën niet deugen, deugt de persoon niet. Een persoon wordt afgerekend op zijn ideeën. Of hij verder een hele sociale, invoelende persoon is, of hij goede bedoeling heeft, en langs welke weg hij die ideeën is gaan omarmen, welke invulling hij daar persoonlijk aan geeft, en of hij de ideeën vurig aanhangt of slechts van binnenuit wil onderzoeken, of hij een discussie en nader onderzoek wil openen. Dat alles telt niet in ideologisch denken. Alles wordt in een beweging van de tafel geveegd. Het is fout en daarmee basta. En welke kant sta je? Daar gaat het om!
Eigenlijk maakt het zo onmogelijk om dingen te nuanceren en een eigen plaats te geven. Nee, alles wordt juist gegeneraliseerd. Nuanceren wordt ten onrechte gelijkgesteld met vergoelijken. Eigenlijk is dit denken strijddenken. In tijden van oorlog wordt het hele denken verkokerd tot wij of zij, vriend op vijand. En dat blijkt ook uit de vijandigheid waarmee mensen met andere mening worden benaderd.
Dit denken komt oorspronkelijk uit fundamentalistisch religieuze theologie, en is overgaan in niet religieuze ideologie, zoals marxisme en derivaten en heeft zich genesteld in de sociale wetenschappen op universiteiten. Dat is niet zo verwonderlijk als het lijkt. Aannames in sociale wetenschappen hebben vaak een subjectieve karakter. Logisch eenduidig denken is waar de wetenschap op rust, maar schept daarmee in sociale wetenschappen gemakkelijk een schijnobjectiviteit. Op de universiteiten vind je veel jongeren. Jonge mensen denken van nature een stuk radicaler en rechtlijniger dan oudere mensen en zijn ook meer geneigd om achter intelligente maar overdreven rationaliserende denkers aan te lopen. "Jonge wijze man" is dan ook niet een term die wij veel tegenkomen.
Ideologische denken is sterk idealistisch (idee verheerlijkend). En idealisme is in onze cultuur een "ideaal". Wat is er nou idealer dan een ideaal? Het woord zelf kijkt al neer op het andere. Maar idealisme is helemaal niet "ideaal". Het is niet meer dan een suboptimalisatie van waarden. Het gaat er van uit dat je hogere waarden niet kan overdrijven. Zoiets als schoonheid, daar kan je toch nooit te veel van hebben. Dan moet je eens kijken hoe bewegingen die schoonheid verheerlijken zijn ontaard. Terecht stellen veel wijzen dat de goede weg, de middenweg is, ook hogere Waarden wil je in harmonie omarmen, omdat ook hogere Waarden concurreren met elkaar. Daarom is het ook geen kwestie van voor of tegen maar de juiste samenstelling en daarvoor nuance en afstemming nodig en niet het rationaliserend denken dat nu zo populair is. Vroeger zeiden gewone mensen wel: "Te is nooit goed, behalve in tevreden".
Een van de extreme waarden die nu over de top wordt gedreven is het gelijkheidsideaal. Voortdurend lees je vlammende betogen waarom het een misstand is dat vrouwen nog niet evenredig vertegenwoordigd zijn in zus of zo. Vrouwen zijn immers gelijk. Waarom is er dan ongelijkheid. De gedachte dat mannen en vrouwen ook verschillend zijn, en dat kleine verschillen juist alleen maar belangrijker worden als de verschillen klein zijn, komt niet op. Als de overeenkomst zo belangrijk was, waarom benoemen we dan geen Chimpansees tot CEO, die zijn genetisch 96-99% hetzelfde, waarom discrimineren op die paar procent? Hoe kan een aap zich ooit ontwikkelen als wij er op staan hem in een kooi te houden?
De ironie is dat hoe groter de overeenkomsten, hoe opvallender en daarmee belangrijker de verschillen worden, hoe feller de strijd over de verschillen. Daarom is de broederstrijd en strijd tussen broedervolkeren het felst. En nu ontaard dat in een strijd tussen de seksen. Omdat de ideologische strijd een morele strijd is, is het belangrijk om de slachtofferpositie in te nemen. Dat is namelijk de rol waarin je steeds tot morele aanval kan overgaan. Dan heb je de moral highground.
Het is heel interessant om eens te luisteren naar
wat psycholoog Jordan Peterson hier over te vertellen heeft. Dat dingen op de werkvloer fout gaan is een feit, maar waar het politiek correcte denken toe leidt is dat men de werkelijke oorzaken niet meer gaat onderzoeken, omdat men een (vaak onuitgesproken) ideologische verklaring daarvoor als vanzelfsprekend hanteert.
In de eerste plaats wil je realiseren dat er tal van subculturen zijn en juist in subculturen allerlei extremen voorkomen. Zoiets als we in dit bedrijf zien, doet mij denken aan ontgroeningen van studenten bij bepaalde studenten verenigingen. Hoe meer je de mistoestanden in beeld brengt, hoe meer ze een algemeen verschijnsel gaan lijken. En dat is weer koren op de molen van de ideologische denker.
Verder wordt te weinig aandacht besteedt aan de enorme machtsverschillen die er op de werkvloer zijn in bevel gedreven organisaties. Machtsverschillen zijn de nummer 1 oorzaak van machtsmisbruik. En ook vergeten wordt dat een deel van de managers geestelijke afwijkingen heeft die zich dan kunnen manifesteren en dat veel mensen van nature volgers zijn. Daarbij worden misbruikers beschermd door het overheersende belang van bedrijven om reputatieschade te voorkomen en dingen liever weg te moffelen.
Daarbij voert Jordan Peterson terecht aan dat deze situatie waarin mannen en vrouwen grootschalig geforceerd moeten samenwerken nog pas recent bestaat. Het is maar de vraag of zoiets kan werken zonder dit soort problemen. Dat is een ideaalvoorstelling die gelijkheidsdenkers als vanzelfsprekend uitgangspunt nemen.
En daarbij wil je ook oppassen met het idee dat vrouwen alleen maar slachtoffers zijn. Zoals Jordan Peterson terecht uitlegt hebben vrouwen en mannen verschillende manieren om hun agressie te uiten waarbij mannen veel meer fysieke kracht gebruiken. Een van de extreme manieren waarop boze vrouwen vechten is zo veel mogelijk reputatieschade bij mannen aanrichten.
Er gebeurt van alles in het krachtenveld tussen vrouwen en mannen. Het probleem is de machtsongelijkheid die ten grondslag ligt aan grote organisaties. Grote organisaties leggen de nadruk op formeel handelen, maar daarmee verdwijnt het informele handelen uit het zicht en wordt vaak ontkend. Maar die is juist veel meer verweven met onze menselijke natuur. Mannen ontwikkelden historisch ook andere organisatievormen dan vrouwen. Het waren de mannen die zich samen toe legden op de jacht, en daarbij leerden zich op één overstijgend doel te richten. Dat verschil is zichtbaar in de werking van de hersenen. Organisaties zijn nog steeds sterk doelgedreven. Is het een wonder dat mannen de onderlinge samenwerking met mannen vaak beter bevalt? Hiërarchische organisaties passen ook beter bij mannen dan vrouwen. En volgens een Engels onderzoek werkt 80% van de vrouwen liever onder een man.
In plaats van ideaalvoorstellingen aan mensen op te leggen, zouden we beter de menselijke natuur kunnen respecteren. Maar daarvoor is een ander denken nodig dat niet past bij het huidige rationaliserende organisatiedenken. Zoals Einstein terecht opmerkte, kun je een probleem niet oplossen met het denken dat het probleem geschapen heeft.
Wat men nu "woke" noemt zie ik nog steeds eerder als een ver doorgevoerd rechtlijnig denken dan een hoger bewustzijn waarin men dingen in al zijn diversiteit en nuances beschouwd. Maar dat soort denken is in onze cultuur dan ook zelden leidend geweest. Ideologische stromingen volgen elkaar op, en vinden hun grond in het afzetten tegen hun voorgangers. Doordat het denken doorslaat, komt er vanzelf weer een tegenhanger op om de slinger weer de andere kant te laten opslaan.
[Reactie gewijzigd door Elefant op 23 juli 2024 11:42]