De Nederlandse provincies Groningen, Drenthe en Zuid-Holland krijgen in totaal vijftig nieuwe waterstofbussen voor het openbaar vervoer. Dat is het gevolg van een afspraak tussen de provincies en de regering. Dat moet uiterlijk in 2021 gebeuren.
Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn de eerste twintig nieuwe waterstofbussen al besteld en worden die volgend jaar al ingezet in het openbaar vervoer. De komst van de vijftig bussen is het gevolg van een overeenkomst die minister Stientje van Veldhoven van Milieu en Wonen, en gedeputeerden uit de drie provincies hebben ondertekend.
Volgens de minister heeft waterstof 'echt de toekomst als het gaat om zware vervoersmiddelen als bussen en vrachtwagens'. Ze erkent dat er nog weinig waterstoftankstations zijn, maar de komst van deze bussen zou onder meer bijdragen aan de levensvatbaarheid van zulke stations.
Het ministerie stelt dat met de komst van deze vijftig waterstofbussen 'emissieloos openbaar vervoer weer een stap dichterbij komt'. Ook geeft dat het rijden op waterstof een 'positieve impuls'. Verder noemt het ministerie dat het gebruik van waterstof leidt tot een minder grote belasting van het elektriciteitsnetwerk.
De eerste twintig bestelde bussen moeten volgend jaar al gaan rijden in de provincie Zuid-Holland. Vervolgens gaan er twintig bussen rijden in Groningen en Drenthe, en de overige tien worden ingezet in de regio Emmen.
Momenteel rijden er al acht waterstofbussen in het Nederlandse openbaar vervoer. In totaal rijden er nu zo'n vijfhonderd uitstootloze bussen in Nederland; deze elektrische bussen rijden voornamelijk op accu's. Dat gaan er steeds meer worden, want door een afspraak uit 2016 moeten na 2025 alle nieuwe bussen emissieloos zijn.
De komst van de vijftig waterstofbussen is mogelijk geworden door een bijdrage van 7,5 miljoen euro door de EU, waarbij de provincies en het ministerie ieder 3,75 miljoen euro inleggen. De provincies nemen ook de exploitatiekosten van de bussen voor hun rekening.