Het Nederlandse kabinet heeft besloten om in februari volgend jaar een online bewustwordingscampagne te starten om de impact van desinformatie zoveel mogelijk tegen te gaan. Februari is bewust gekozen, omdat in de maanden erna twee verkiezingen volgen.
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken zegt in een Kamerbrief dat de campagne bedoeld is om mensen bewuster te maken van het fenomeen desinformatie en de eigen verantwoordelijkheid van het herkennen daarvan. Deze campagne komt na een oproep vanuit de Tweede Kamer, in de vorm van onder meer een motie van D66-Kamerlid Verhoeven, om een dergelijke campagne te voeren.
De campagne zal vier maanden duren en loopt af op 23 mei. Dan zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement. Daarvoor, op 20 maart, zijn de Provinciale Statenverkiezingen. Ollongren vindt het nodig om de campagne rond de tijd van verkiezingen te houden, omdat in de afgelopen jaren is gebleken dat er meer 'desinformatie en trollen in het publieke online debat rond Franse, Duitse en Zweedse verkiezingen en het Brexit-referendum' waren. Ze stelt dat de dreiging van desinformatie door andere landen reëel is en dat nepnieuws steeds geraffineerder wordt.
In de brief staat ook dat het Rathenau Instituut geconstateerd heeft dat online desinformatie in Nederland vooralsnog geen grote negatieve impact op de samenleving heeft gehad. Volgens dit instituut komt dat doordat Nederland een 'sterk mediabestel heeft, een pluriforme nieuwsconsumptie kent en er een hoog vertrouwen in de media is'. Volgens het Commissariaat voor de Media zijn deze factoren debet aan de constatering dat de risico's van 'filter bubbels', waarin mensen zich eenzijdig informeren over hun omgeving, klein is. De minister houdt voorlopig ook vast aan het uitgangspunt van vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid van techbedrijven in de vorm van zelfregulering.