Proximus, Telenet, Brutélé en Nethys moeten hun netwerken open blijven stellen voor concurrerende aanbieders, omdat ze nog steeds aanmerkelijke marktmacht hebben volgens de Belgische Conferentie van telecommunicatie- en mediaregulatoren.
Het besluit betekent dat Proximus zijn glasvezelnetwerk, dat het bedrijf aanlegt, ook moet openen voor zijn concurrenten. Proximus investeert miljarden in de aanleg van glasvezel in de dichtbevolkte delen van België. Het bedrijf heeft al een wholesaleovereenkomst met edpnet voor het leveren van diensten over het glasvezelnetwerk, maar ceo Dominique Leroy uitte eerder stevige kritiek op voorstellen tot reguleren. Zo dreigde zij verdere investeringen stop te zetten als de terugverdienperiode in gevaar kwam.
De Belgische Conferentie van telecommunicatie- en mediaregulatoren, of CRC, bestaat uit het BIPT, de CSA, de Medienrat en de VRM. Het overlegorgaan komt volgens HLN tot de conclusie dat Proximus, net als Telenet, Brutélé en Nethys, nog steeds een aanmerkelijke marktmacht heeft op de wholesalemarkten, waardoor er te weinig concurrentie is, met negatieve gevolgen voor consumenten. "Voor de consumenten die ‘bundels’ kopen, stijgt de prijs regelmatig, ook al is deze vaak veel hoger dan in de buurlanden", constateert het CRC.
Uit het besluit volgt daarnaast dat aanbieders klanten de keuze moeten geven uit een internet-only-dienst en dat de wholesaleprijzen vanaf augustus 2018 tot twintig procent moeten dalen. Volgens vicepremier en minister van Telecom Alexander De Croo van Open Vld zijn de antwoorden hoognodig, omdat consumenten in België te veel betalen aan telecom en de prijzen er stijgen terwijl ze in buurlanden dalen. "Dit moet de concurrentie op de breedband- en tv-markt een nieuwe push geven."