De Autoriteit Persoonsgegevens heeft het onderzoeksbestand waarmee stichting Brein ip-adressen van uploaders wil verzamelen, officieel goedgekeurd. Brein gaat vanaf vandaag aan de slag met het systeem om eerste en grootschalige uploaders aan te pakken.
Stichting Brein wil met het systeem gebruikersnamen en ip-adressen vastleggen van personen die op grote schaal auteursrechtinbreuk plegen. Hiervoor was toestemming nodig van de Autoriteit Persoonsgegevens en deze is nu officieel verleend. In januari kwam Brein al met een eigen bericht dat het in november aangekondigde systeem was goedgekeurd. Tim Kuik laat desgevraagd weten dat er tot nu toe sprake was van een testfase en dat het systeem vanaf vandaag ingezet zal worden.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft nu op basis van verklaringen van Brein besloten dat er voldoende waarborgen aanwezig zijn om het systeem in gebruik te nemen, waaronder bewaartermijnen en organisatorische waarborgen. Uit het goedkeuringsbesluit wordt duidelijk dat gebruikers in drie gevallen in het onderzoekbestand van Brein terecht kunnen komen.
Zo worden er alleen Nederlandse ip-adressen verzameld en worden buitenlandse ip-adressen uit het bestand verwijderd. Ook richt het systeem zich op de eerste uploaders, of op gebruikers die binnen enkele seconden van eerste publicatie beginnen met downloaden. Ook gebruikers die een bestand volledig hebben gedownload en dit als seeds beschikbaar stellen, zijn interessant. Uiteindelijk wordt er nader onderzoek uitgevoerd naar gebruikers die regelmatig in verschillende 'zwermen' als aanbieders voorkomen. Om herhaling vast te stellen worden de opgeslagen gegevens tot twaalf weken bewaard.
Daarnaast zullen gegevens van gebruikers die regelmatig in torrentzwermen voorkomen als grote of eerste uploaders vernietigd worden als niet vaststaat dat er binnen zes maanden nader onderzoek uitgevoerd zal worden. De personen die na deze selectieprocedure overblijven, worden overgeheveld naar een antipiraterijbestand, waarvoor Brein in 2004 al toestemming van het toenmalige CBP heeft gekregen.
Aan de hand van de verzamelde gegevens kan Brein nog geen inbreukmakers identificeren. Daarvoor zal de stichting bij isp's moeten aankloppen. Deze werken echter niet altijd mee aan het verzoek om gebruikers te identificeren aan de hand van een ip-adres. Daarom komt het in veel gevallen voor dat uiteindelijk een rechter bepaalt of identificerende naw-gegevens verstrekt moeten worden door een provider. Vervolgens kan Brein een waarschuwing, schikking of dagvaarding afgeven aan de geïdentificeerde persoon.
In een eigen persbericht laat de stichting weten dat het gebruik van een vpn niet betekent dat een gebruiker veilig is, omdat deze diensten 'kunnen zien wat je doet' en dat het niet uitgesloten is dat er alsnog identificatie plaatsvindt. Er wordt echter niet nader toegelicht hoe deze gaat plaatsvinden.