De verkenner Curiosity heeft vermoedelijk onlangs sporen van zuurrijk water gevonden op Mars. De rover deed de ontdekking na het gebruik van een nieuwe boortechniek voor het verzamelen van grondmonsters, zo meldt NASA.
De Curiosity nam het monster bij Mount Sharp, de plek waar de sonde vijf maanden geleden aankwam. Daar boorde hij in een gesteente dat Mojava 2 heet. Een eerste controle wijst erop dat bij het gesteente aantoonbaar meer jarosiet in de grond zit dan elders. Jarosiet is een mineraal dat ijzer en sulfaat bevat en dat ontstaat in zure omgevingen.
NASA zegt dat de analyse nog in volle gang is en dat de definitieve resultaten dus nog even op zich laten wachten. Intussen vragen de onderzoekers zich wel af hoe het jarosiet in de grond kwam. Mogelijk gebeurde dat bij het afzetten van sedimenten. Een andere mogelijkheid is dat een vloeistof, mogelijk water, het oppervlak overstroomde. Dit moet verder onderzoek uitwijzen.
Het was voor het eerst dat Curiosity in de grond boorde met een nieuwe techniek, waarbij er minder energie wordt gebruikt en het gesteente dus minder beschadigd raakt. De bedoeling is dat er nog meer grondmonsters volgen naarmate de rover verder Mount Sharp oprijdt. Curiosity analyseert de poeders uit de rotsen met een meetinstrument aan boord.
Curiosity landde in 2012 op Mars en heeft onder meer als missie om te ontdekken of er ooit leven mogelijk is geweest op de rode planeet. Bovendien moet de Mars-rover metingen doen als voorbereiding op een missie naar Mars met mensen; die moet ergens in de komende dertig jaar plaatsvinden.
Eind vorig jaar vond de Curiosity nog een paar aanwijzingen dat leven op Mars in een ver verleden inderdaad mogelijk is geweest. Het apparaat trof organische moleculen aan met daarin de bouwstenen voor leven. NASA vermeldde wel dat de moleculen kunnen wijzen op leven, maar dat die ook kunnen bestaan zonder dat er ooit leven is geweest op Mars.