De Tweede Kamer heeft zich tegen de ontwikkeling van een landelijke database met paspoortgegevens zoals vingerafdrukken uitgesproken. Centrale opslag zou gevaren als fraude en ander misbruik in de hand werken, zo werd betoogd.
De Kamer vergaderde donderdag over de opslag van paspoortgegevens. Enkele kamerleden uitten hun ongerustheid over de plannen voor een centrale database en verwezen daarbij naar een rapport van inlichtingendienst AIVD, waarin de gevaren van een landelijke gegevensbank beschreven worden. Zo zou die opslag onder andere vatbaar zijn voor fraude en verkeerd gebruik.
"Het is volstrekt onduidelijk waarom Nederland hiermee voorop moet lopen", zei VVD-Kamerlid Jeanine Hennis-Plasschaert tijdens de vergadering volgens het ANP. Staatssecretaris Ank Bijleveld van Binnenlandse Zaken probeerde de kamerleden gerust te stellen met de mededeling dat de ontwikkeling van de database nog niet aanbesteed is en dat er ook verder nog geen onomkeerbare stappen gezet zijn. Ze sprak eerder uit dat er uit veiligheidsoverwegingen niet gebruikgemaakt zal worden van één database, maar van meerdere, waarin de gegevens versleuteld worden opgeslagen. Momenteel is de opslag van paspoortgegevens een zaak van de gemeenten, waar de gegevens niet versleuteld opgeslagen zijn.
Deze databank is bedoeld om het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten en het vaststellen van iemands identiteit makkelijker te maken. Ook moet de gegevensbank helpen bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten en het verrichten van onderzoek in het kader van de staatsveiligheid. In voorgaande jaren hebben echter tal van partijen de privacybezwaren benadrukt. De vorige Tweede Kamer had wel zijn goedkeuring over de database uitgesproken.