Raspberry Pi als brein van je smarthome

Welke Raspberry Pi?

Sinds de eerste Raspberry Pi meer dan negen jaar geleden uitkwam, zijn er talloze modellen gevolgd. De Raspberry Pi 4 rekent maar liefst veertig keer zo snel als het eerste model, heeft USB 3 en heeft gigabit-ethernet, maar voor een domoticacontroller heb je niet zozeer het krachtigste model nodig. Voor een eenvoudig domoticanetwerk volstaat zelfs het eerste model nog.

Om wat marge te hebben, is het wel aan te raden om een van de recentere modellen te gebruiken, zoals de Raspberry Pi 3B, 3B+ of 4B. Van die laatste volstaan de versies met 2 of 4GB ram in de meeste omstandigheden ruimschoots. De Raspberry Pi 4B bewijst ook zijn nut als je een AI-versneller, zoals de Google Coral USB Accelerator, aansluit voor bijvoorbeeld herkenning van personen in camerabeelden. Je krijgt pas toegang tot de volledige bandbreedte van de Edge TPU-coprocessor via een USB 3-poort, die bij de eerdere modellen ontbreekt.

De Raspberry Pi Compute Module 3, 3+ en 4 zijn in principe ook bruikbaar als domoticacontroller, maar die zijn ontworpen voor industrieel gebruik. Met de geïntegreerde eMMC-opslag haal je een hogere fysieke betrouwbaarheid dan met een los microSD-kaartje, maar voor thuisgebruik is het eenvoudiger om een normale Raspberry Pi met externe ssd of harde schijf te gebruiken. Bovendien heb je nog een afzonderlijk moederbord nodig voor de Compute Module en komen de kosten hoger uit dan met de consumentenversie van de Raspberry Pi.

Andere modellen die niet aan te raden zijn als domoticacontroller, zijn de Raspberry Pi Zero W en Raspberry Pi 3A+. Beide modellen hebben immers geen ethernet, slechts 512 MB ram en maar één USB-poort. Je kunt ze wegens hun lage kostprijs en kleine afmetingen wel gebruiken als ondersteunende apparaten in je domoticanetwerk.