Laten we beginnen bij de eerste vraag: hoeveel water gebruiken datacenters? Dat blijkt per datacenter enorm te verschillen. Woordvoerder Stijn Grove van de DDA legt uit dat de meeste van de datacenters in Nederland het overgrote deel van het jaar gebruikmaken van lucht om hun systemen te koelen. Met onze gematigde temperatuur is de buitenlucht vaak lager dan de 20 graden die het in een datacenter moet zijn. Koeling met buitenlucht is mogelijk via een rechtstreeks systeem waarbij lucht het datacenter wordt ingeblazen, of door een koelvloeistof met de buitenlucht te koelen en vervolgens door het center te pompen.
Het is natuurlijk niet het hele jaar lekker fris buiten. Hoe hou je de apparatuur koel in de warme zomermaanden? "Een deel van de datacenters kiest voor wko", vertelt Grove. "Bij zo'n warmtekoude-opslagsysteem wordt koud water in de winter in de grond gestopt, om in de zomer weer te worden opgepompt zodat ermee kan worden gekoeld. Bij de meeste nieuwe datacenters wordt voor deze koelmethode gekozen."
:strip_exif()/i/2004321752.jpeg?f=imagenormal)
Andere datacenters kiezen ervoor om in de zomermaanden, of het hele jaar lang, water te gebruiken om te koelen, zoals ook de twee datacenters van Microsoft en Google bij Middenmeer. Als de temperatuur boven de 25 graden komt, schakelen de datacenters over op koeling met waterdamp. Ook de DDA heeft geen goed zicht op de hoeveelheid water die datacenters gebruiken. Bij het koelen met water zijn er verschillende smaken. De meest gebruikte is koelen met waterdamp, zoals Google en Microsoft doen in de Wieringermeer. Dat heet adiabatische koeling. Als het warmer wordt, wordt lucht gekoeld door koud water te verdampen en langs de luchtstroom te sproeien. Zo koelt de lucht af. Het voordeel van adiabatische koeling is dat je relatief weinig stroom nodig hebt om de lucht te koelen. Het nadeel is deze methode relatief veel water verbruikt dat verdampt en dus niet kan worden hergebruikt.
Ook kunnen datacenters kiezen voor een open of gesloten koeltoren waarin opgewarmd water langs een koelelement loopt. Hierdoor wordt het water gekoeld en niet de lucht maar het water gebruikt voor het koelen van systemen. Een voorbeeld van deze toepassing is te vinden in het datacenter van Google. Dat gebruikt een gesloten systeem waarbij water gekoeld wordt rondgepompt om met tussenkomst van een warmtewisselaar de servers te koelen. Het opgewarmde water wordt vervolgens met nieuwe aanvoer van water gekoeld. Door voor water te kiezen, kan het bedrijf naar eigen zeggen veel energie besparen. Maar daar staat dus tegenover dat er veel water wordt gebruikt. Tot vorige week was dat leidingwater, maar Google is inmiddels overgestapt op oppervlaktewater. Daarvoor moest het een eigen waterzuiveringsinstallatie bouwen.