Datacenters houden niet goed bij wat hun klimaatimpact is, staat in de jaarlijkse Global Data Center Survey van het Britse Uptime Institute. Ze weten hoeveel stroom ze verbruiken, maar hebben vaak geen zicht op het waterverbruik en de CO₂-voetafdruk.
Het Uptime Institute heeft via een vragenlijst meer dan achthonderd datacenterbeheerders uit de hele wereld gevraagd naar uiteenlopende zaken die hen bezighouden, zoals stroomverbruik, storingen, de impact van de coronacrisis en hun klimaatimpact. 82 procent van de datacenterbeheerders houdt bij hoeveel stroom de IT-apparatuur verbruikt en 70 procent houdt bij wat de power-usage effectiveness is.
Van de respondenten houden vier van de vijf datacentereigenaren en -beheerders data bij over het energiegebruik. De meesten berekenen de power-usage effectiveness. De pue-waarde is een veelgebruikte meeteenheid voor het schatten van de efficiëntie van datacenters. De waarde wordt berekend door het totale verbruik van een datacenter te delen door het verbruik van de serverinfrastructuur. Hoe dichter die waarde bij 1 zit, hoe beter. Vooral van datacenters met een vermogen hoger dan 1MW wordt de pue-waarde goed bijgehouden.
Efficiëntie van datacenters stagneert
De gemiddelde pue-waarde is in de afgelopen veertien jaar sterk afgenomen, laat het Uptime Institute zien. In 2007 was die waarde nog 2,5. In 2014 zat ze op 1,65. Tot en met 2013 is flink geïnvesteerd in het verminderen van het stroomverbruik door datacenters. Daarna is de gemiddelde pue-waarde amper meer veranderd en schommelt ze rond de 1,6. De verklaring is volgens het Uptime Institute dat het verder verbeteren van bestaande, oudere datacenters economisch en technisch amper haalbaar is.
De gemakkelijke verbeteringen, zoals het vervangen van verouderde apparatuur, zijn al gebeurd. Verdere verbeteringen om een pue-waarde onder de 1,3 te krijgen, vereisen radicale veranderingen, zoals het overstappen op andere koelsystemen. Die verbeteringen blijven grotendeels uit, op enkele uitzonderingen na. Vooral de grote hyperscales hebben een lage pue-waarde. Zo is de laagste pue-waarde die Google gemeten heeft, die van zijn datacenter in Oregon: 1,06. De gemiddelde pue-waarde is in Europa lager dan in de rest van de wereld, volgens onderzoek van het Uptime Institute uit 2020.
Waterverbruik en CO2-voetafdruk
Waar datacenters nog vrij goed hun stroomverbruik bijhouden, wordt dat veel minder gedaan bij waterverbruik en andere factoren die gevolgen hebben voor het klimaat. Zo weet 51 procent van de datacenters precies hoeveel water ze verbruiken en houdt 40 procent server utilization bij, ofwel welk deel van de serverinfrastructuur druk is bij het uitvoeren van een taak op elk moment en welk deel idle is. Daarnaast houdt 33 procent de CO2-voetafdruk bij van het IT- en datacenter, en 25 procent hoeveel e-waste geproduceerd wordt en hoe lang de levenscyclus van apparatuur is.
Van de datacenterpartijen die het waterverbruik bijhouden, heeft 42 procent dit inzichtelijk voor elk datacenter. 6 procent heeft op regionaal niveau een beeld en 10 procent weet wat het waterverbruik is van alle datacenters die het beheert. De belangrijkste reden die respondenten geven voor het niet bijhouden van het watergebruik, is dat het een lage prioriteit heeft voor het management, omdat er geen 'zakelijke rechtvaardiging' voor is.
In een reactie op het rapport zegt Stijn Grove van branchevereniging Dutch Data Center Association dat er in Nederland over het algemeen veel statistieken bijgehouden worden, onder meer door het CBS en de Nederlandse Emissieautoriteit. De DDA houdt zelf in een dashboard ook cijfers uit openbare bronnen bij over onder meer energiegebruik, CO2-uitstoot en waterverbruik. "Als sector zijn we daarnaast bezig met het Climate Neutral Data Centre Pact. Daarin is monitoring een hoofdthema." Volgens hem is er een groot verschil tussen wat wereldwijd bijgehouden wordt en wat in Nederland wordt bijgehouden. "Al vijftien jaar geven grote datacenters cijfers door aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de meerjarenafspraken."
Behalve naar de klimaatimpact heeft het Uptime Institute datacenters gevraagd naar de hoeveelheid storingen. Het aantal datacenters dat storingen heeft ervaren, neemt al jaren af, van 78 procent in 2020 naar 69 procent in 2021. Wel nemen de consequenties van storingen toe. De helft van de storingen heeft substantiële gevolgen voor financiën, reputatie en operatie; 62 procent van de storingen heeft datacenters meer dan honderdduizend dollar gekost en 15 procent meer dan een miljoen dollar. De meeste storingen worden veroorzaakt door de on-sitestroomvoorziening.