Inleiding
- Fractal Design Define 7 XL
- Phanteks Enthoo Pro 2
Fractal Design Define 7 XL
Fractal Design staat bekend om zijn zeer stille behuizingen en de Define 7 XL stelt op dat vlak niet teleur. Ook wat koelprestaties betreft scoort de grote eATX-behuizing goed: een doorgaans lastige combinatie die de Zweedse fabrikant goed afgaat. Er worden drie prijzige 140mm-ventilatoren meegeleverd en ook een fancontroller is ingebouwd. De prijs is pittig, maar voor de geboden prestaties, features en bouwkwaliteit mag dat ook wel.
Phanteks Enthoo Pro 2
De Phanteks Enthoo Pro 2 is een enorm ruime behuizing die zelfs de mogelijkheid biedt een tweede systeem in te bouwen. Vooral voor builds met uitgebreide waterkoeling is deze eATX-behuizing interessant, maar wie dat niet van plan is, moet op z'n minst nog zelf ventilatoren kopen; die zijn niet meegeleverd. De koelprestaties én geluidsdemping zijn dik in orde, net als de prijs.
Het najaar van 2020 staat in het teken van introducties van nieuwe generaties videokaarten. Nvidia heeft zijn Ampere-kaarten uitgebracht, AMD heeft zijn Big Navi-kaarten aangekondigd en AMD's nieuwe Zen 3-processors bleken Intels laatste prestatiekroontje af te pakken. Beide fabrikanten hebben dus weer een verse line-up met high-end videokaarten en dat nodigt ertoe uit om een nieuw gamesysteem rondom deze kaarten op te bouwen.
En waar je voor het thuiswerken wegens de coronacrisis wellicht een compact en saai kantoor-pc'tje in elkaar hebt gezet dit voorjaar, mogen alle registers open voor een beest van een gamesysteem om de nieuwe generatie videokaarten het systeem, en in ieder geval de behuizing, te geven die ze verdienen. Om je een handje te helpen, zetten we daarom tien high-end behuizingen voor je op een rij die je in staat stellen om een consolekiller te bouwen. De behuizingen zijn niet de goedkoopste, want we hebben rondgeshopt voor modellen die voor ongeveer 150 euro verkrijgbaar zijn. Dat is relatief veel geld, maar bedenk dat je met je behuizing gerust langere tijd kunt doen; je kunt het binnenwerk een paar keer verversen.
We hebben daarbij geselecteerd op ruimte en bouwkwaliteit. Een kast van 150 euro moet wat ons betreft voldoende plek geven aan grote moederborden en de nodige koeling, of dat nu waterkoeling is of een hele zwik ventilatoren. Een paar knappe ventilatoren meeleveren mag voor dit geld ook wel en het gros daarvan is bovendien voorzien van bestuurbare rgb-ledjes. Ten slotte zijn de meeste, maar niet alle, behuizingen voorzien van een venster, zodat je kunt zien hoe snel je hardware is.
We zetten eerst alle geteste behuizingen op een rij en bespreken elke kast in het kort. Dat doen we uiteraard op alfabetische volgorde; de keus is en blijft aan jou, gezien de smaakkwestie. We geven echter straks wel onze voorkeur op basis van features, prestaties en prijs. Daarna zetten we de prestaties naast elkaar en kun je zelf beoordelen welke behuizing voor jou de beste combinatie van features, prestaties en uiterlijk heeft. Er zijn immers weinig onderdelen van je pc zo smaakgebonden als de behuizing waarin je alles onder brengt.
:strip_exif()/i/2003988122.jpeg?f=imagenormal)
Testmethode
Naast smaakgebonden voorkeuren, zoals of je van glazen zijpanelen houdt of juist niet, of rgb-verlichting een vereiste is en natuurlijk welke kleur de behuizing moet hebben, kunnen we ook zaken meten. Dat doen we aan de hand van een mITX-systeem met mITX-videokaart, waarbij we de cpu én gpu vervangen hebben door vermogensweerstanden. Dat zijn voor de cpu en gpu twee weerstanden van 50W, die apart aangestuurd worden. Door een van de weerstanden in te schakelen laten we de cpu of gpu 50W aan vermogen dissiperen en op vol vermogen is het 100W. Gecombineerd levert dat 200W aan vermogen dat door de koeling van de kast gedissipeerd moet worden. Voor high-end systemen is dat niet genoeg, dus we hebben ook een tweede videokaart gemodificeerd, met vier vermogensweerstanden voor een vermogen van 200W. Die combineren we uiteraard alleen met de 'processor' van 100W en de casefans op vol vermogen. In alle gevallen blazen processor- en videokaartkoelers over de weerstanden om de warmte te verspreiden.
Om de temperaturen te meten die binnen de behuizing heersen, hebben we de cpu en gpu van thermocouples voorzien en ook in de behuizing meet een sensor de casetemperatuur. We normaliseren de temperaturen naar een omgevingstemperatuur van 20 graden. Zo meten we de temperaturen van de behuizingen met 50W voor de processor, met 50W voor de processor en 50W voor de videokaart, met 100W voor de processor en op vol vermogen van 100W voor zowel processor als videokaart. Ten slotte meten we de cpu op 100W en de 200W-videokaart op vol vermogen. Voor de eerste twee metingen laten we de casefans op 7V draaien en zo simuleren we een idle systeem. Voor de laatste drie metingen draaien de ventilatoren op vol vermogen.
Op deze manier zijn we niet onderhevig aan fluctuaties van processors of gpu's die throttlen of niet altijd hetzelfde vermogen dissiperen terwijl we bijvoorbeeld Prime of Furmark draaien. We laten de temperaturen tijdens de metingen bovendien altijd stabiliseren. We meten met de bijgeleverde casefans op de positie waarin ze voorgemonteerd geleverd worden.
Voor de geluidsmetingen bouwen we hetzelfde testsysteem als voor de temperatuurmetingen in, maar we voegen ook een voeding, de Seasonic Prime Titanium 650W en een Seagate Barracuda 1TB-hdd aan het systeem toe. De metingen vinden plaats in een geluiddichte box waarin we met een microfoon op 15cm afstand van het midden van het frontpaneel de metingen verrichten. De ondergrens van de metingen in deze box ligt op 17dB(A). Ter vergelijking: in een stille kamer is het omgevingsgeluid ongeveer 30dB(A).
We testen eerst alleen het geluiddempend vermogen van de behuizingen door alleen de harde schijf te laten draaien, zonder ventilatoren dus. Vervolgens laten we het lege systeem met de eigen casefans op 7V en 12V draaien, en ten slotte doen we geluidsmetingen met het ingebouwde testsysteem met zowel de casefans als de koelers op 7V en 12V.
Cooler Master MasterCase H500M
De eerste van de twee MasterCases die we bekijken, is de H500M. Het is inmiddels al een oudje en bovendien een van de duurste, zo niet de duurste behuizing in deze vergelijking. Het heeft redelijk wat voeten in aarde gehad voordat deze behuizing op de markt kwam, want Cooler Master borduurt met de H500M voort op de H500P, die niet onverdeeld positief werd ontvangen. Ook een revisie van het ontwerp maakte die kast niet tot de beoogde High AirFlow-kast, of HAF; de koeling viel wat tegen.
Met de H500M is die koeling rigoureus aangepakt en verbeterd, dankzij twee 200mm-ventilatoren met argb-verlichting aan de voorkant en een 140mm-ventilator aan de achterkant. Je hebt twee opties om die rgb-ventilatoren aan te sturen. De gemakkelijkste is door middel van de meegeleverde en ingebouwde rgb-controller, die via een SATA-stekker gevoed wordt. Voor het schakelen is geen aparte knop op de behuizing aangebracht; daarvoor 'misbruik' je de resetknop. Je kunt de controller ook via een USB-kabel met de MasterPlus-software aansturen. De ventilator achterop is helaas zonder ledverlichting, dus voor een complete rgb-build zul je die wellicht willen vervangen.
Over vervangen gesproken: het voorgeïnstalleerde meshfrontje kun je zelf vervangen door een glazen frontje, door even de voorkant los te halen en het glas erop te schroeven. Zo kun je een behuizing maken met aan vier kanten glas. Zoals zo vaak is het linkerpaneel van glas, maar ook het rechterpaneel en de bovenkant zijn van gehard en getint glas gemaakt. Hoewel je de zijpanelen vrij eenvoudig kunt losmaken door de schroeven waarmee ze vastzitten een kwartslag te draaien, heb je toch een schroevendraaier nodig. Kartelschroeven, of 'duimschroeven', worden enkel voor de bevestiging van de bovenkant en voor de adapter voor de voeding gebruikt.
Aan de binnenkant vind je, naast de eerder genoemde ventilatoren en controllers daarvoor, redelijk veel ruimte voor je componenten. Met een eATX-moederbord kan het alsnog puzzelen zijn hoe je je kabels wegwerkt. Daar word je wel bij geholpen, want uiteraard kun je je voeding en bijbehorende kabels in een psu-tunnel onderin kwijt, maar ook de overige kabels kun je netjes wegwerken achter afdekplaatjes. Dat is ook nodig, want hoewel het glas aan de rechterkant getint is, zou het nog steeds geen gezicht zijn om daar kabelbrij tentoon te stellen.
Naast al het glas en het rgb-geweld is de behuizing indachtig het HAF-principe rijkelijk voorzien van metalen roosters om voldoende lucht binnen te krijgen. En wie bang is dat een kast uit 2018 niet meer meekan met frontpaneelaansluitingen, kan gerust zijn; de H500M heeft geen twee, maar vier USB 3.0-aansluitingen en een USB type C-poort. Ook andere moderne gemakken, zoals een verticaal te plaatsen videokaart en volop ruimte voor waterkoeling, zijn aanwezig.
Cooler Master MasterCase SL600M
Onze tweede Cooler Master-behuizing is iets goedkoper dan de H500M en maakt gebruik van aluminium in plaats van glas om zijn uiterlijk vorm te geven. De voorkant en bovenkant lopen in elkaar over en zijn gemaakt van geanodiseerd, ruw aluminium. Denk aan de behuizingen van MacBooks en de oude PowerMacs. Met zwarte randjes tussen de aluminium platen, die ook de frontpaneelconnectors huisvesten, geeft dat de behuizing een veel ingetogener uiterlijk dan de H500M. Wel is er, net als bij die andere CM-behuizing, een glazen zijpaneel aanwezig, maar dit is beperkt tot de linkerzijkant.
De koeling in de SL600M is anders ingericht dan bij de overige behuizingen in deze round-up. Waar we normaal gesproken inlaten aan de voorkant zien en een uitlaat achterop, blaast de SL600M van onder naar boven. Dat 'schoorsteeneffect' kennen we van onder meer Silverstone en vereist bij die fabrikant een negentig graden gedraaide montage van het moederbord. Bij deze kast monteer je het moederbord in de gebruikelijke oriëntatie, maar verhuist de voeding wel naar het voorste compartiment. Daar bouw je ook harde schijven of reservoirs voor je waterkoeler in.
Cooler Master levert twee 200mm-ventilatoren mee, die je met een schakelaar op het i/o-paneel kunt aansturen. Er zijn drie standen voor de draaisnelheid van de ventilatoren, waarmee je schakelt van 400 tot 800 toeren per minuut. Als je radiatoren voor waterkoeling wil inbouwen of extra ventilatoren in de behuizing wil om meer warmte weg te krijgen, is de aangewezen plaats daarvoor bovenin. Heel veel opties heb je daar niet voor, want voorin is geen mountingoptie voor ventilatoren of radiatoren. Bovenin heb je die optie wel, voor radiatoren tot 360mm, en ook onderin kun je rads tot 360mm kwijt.
Het inbouwen van je hardware gaat gepaard met flink wat schroefwerk, zeker als je radiatoren wil inbouwen. Je voeding zit voorin aan de bovenkant, en de drives en andere hardware daaronder. Kabelmanagement is een aangelegenheid van afdekplaatjes en het rechterzijpaneel, en desgewenst kun je je videokaart negentig graden draaien. De behuizing heeft nog één aardige feature die we moeten noemen; een nabijheidssensor op het frontpaneel laat de USB-poorten oplichten als je in de buurt komt. Die poorten omvatten één type C-poort, twee 3.0- en twee 2.0-poorten.
Corsair Carbide 678C White
Corsair heeft de markt voor grote behuizingen een beetje verlaten, maar gezien de populariteit van het merk wilden we toch een Corsair-behuizing neenemen. Corsair heeft in de laatste jaren bar weinig kasten uitgebracht die een eATX-bord kunnen huisvesten. De paar kasten die dat wel kunnen, zoals de Graphite 7xx-serie en een paar Carbides, zijn al rond 2014 uitgebracht en veel daarvan zijn niet meer verkrijgbaar. We hebben daarom voor een kandidaat gekozen die weliswaar formeel geen eATX-bord kwijt kan, maar wel in het high-end prijssegment zit: de Carbide 678C. Ons MSI MEG Z490 Godlike-moederbord past overigens prima in de behuizing.
De midtower is, vergeleken met de overige behuizingen, bescheiden wat formaat betreft en is bedoeld om vooral een stille pc te bouwen. Daartoe zijn in het frontpaneel, in een deurtje waarachter een enkele 5,25"-drivebay en de frontfans schuilgaan, in en het rechterzijpaneel geluiddempende matten opgenomen. Met een geheel glazen linkerzijpaneel is die geluiddempende gedachte niet heel consequent doorgevoerd, maar het helpt allicht iets. Om het hinken op twee gedachten wat te onderstrepen, is de bovenkant verwisselbaar. Standaard zit er een los metalen klepje met geluiddempend materiaal bovenop, met magneetstrips vastgehouden, maar desgewenst kun je dat weghalen en alleen een stoffilter of zelfs helemaal niets boven op het frame leggen.
De koeling die Corsair meelevert, bestaat uit drie 140mm-ventilatoren van het type SP140 PWM. Dat model is verkrijgbaar in diverse uitvoeringen, met verschillende kleuren ledverlichting, maar Corsair houdt het neutraal en levert de onverlichte ventilatoren mee. Die zitten bovenin, voorin en achterin, en zijn aangesloten op een fanhub. Daarop is plaats voor zes ventilatoren in totaal, hoewel er meer in de kast passen. Aan de voorkant kun je twee 140mm-ventilatoren achter een filter kwijt, bovenop drie van dergelijke exemplaren en ook op de bodemplaat passen twee 140mm-ventilatoren. Voorin en bovenin kun je drie 120mm-ventilatoren kwijt en onderin is dat beperkt tot twee stuks. Achterop is plek voor een enkele ventilator. De ventilatoren kunnen gecombineerd worden met radiatoren, al dan niet na het verwijderen van een of meer drivebays.
Die drivebays zijn volop aanwezig; Corsair levert vier vrijhangende kooien mee voor 3,5"-harde schijven en dat is nog uitbreidbaar met twee los aan te schaffen bays. In de psu-shroud is bovendien plek voor twee extra hdd's. Achter de moederbordtray kun je nog drie 2,5"-ssd's kwijt, wat samen met een NVMe-drive op het moederbord voor de meesten waarschijnlijk al ruim voldoende is. De videokaart mag 370mm lang zijn, de voeding 225mm en de koeler voor je processor mag tot 170mm hoog zijn.
Het inbouwen van je componenten kan beginnen na het verwijderen van het zijpaneel: dat gaat dankzij de grote scharnieren waar je het glas vanaf kunt tillen gemakkelijk en ook het grote gat in de moederbordplaat maakt het je makkelijk een koeler met backplate te monteren. Ssd's kun je toolless monteren en in theorie is dat ook voor de harde schijven mogelijk, maar die zouden dan enkel door rubberen ringen vastgeklemd worden. Je frontpaneelaansluitingen ten slotte kun je met een USB C-kabel op je moederbord prikken, maar er zijn ook nog twee ouderwetse type A-aansluitingen aanwezig. Verder zijn er een gecombineerde audiojack voor je headset en aparte power- en resetknoppen.
Fractal Design Define 7 XL
Fractal Design kan, getuige het volgnummer, bogen op een lange traditie Define-behuizingen die zich kenmerken door hun veelal strakke en ingetogen ontwerp. De Define 7 XL is de nieuwste én grootste telg in deze roemruchte serie, waarin overigens het R-voorvoegsel voor het eerst achterwege blijft. De Define 7 komt in twee varianten, waarvan de XL-versie de grote broer van de gewone Define 7 is.
De 7 XL is pakweg 9cm hoger en 6,5cm dieper dan de gewone Define 7 en is met 240mm even breed. Dat levert een behuizing van iets meer dan zestig centimeter hoog en bijna 57cm diep op, met een volume van 82 liter. Dat is groot genoeg voor eATX- en enhanced eATX-borden, videokaarten tot bijna 55cm (die we nog moeten tegenkomen) en processorkoelers tot 185mm. Een lange voeding mag ook geen probleem zijn, want de hele onderkant is één lange psu-shroud.
Om je componenten koel te houden, is er ruimte volop voor ventilatoren of radiatoren, want je kunt voorin vier 120mm- of drie 140mm-ventilatoren kwijt. Dat vertaalt zich naar radiatoren van 480mm- of 420mm en dezelfde opties heb je boven in de behuizing. Onderin kun je nog twee 140mm-ventilatoren of de equivalente radiator kwijt en achterop is plek voor een 140mm-ventilator. Fractal Design levert drie 140mm-ventilatoren mee: twee voorin en één achterop. Als je geen veertien harde schijven hebt om in te bouwen, kun je de ruimte voorin ook gebruiken voor waterpompen en reservoirs voor een custom loop.
Een ingebouwde fanhub, de Nexus+ 2, kan de ingebouwde pwm-ventilatoren aansturen en heeft met 30W voldoende vermogen om nog eens zes 3-pinsfans aan te sturen. De meegeleverde ventilatoren zijn overigens Dynamic X2 GP14's, die pakweg 20 euro per stuk kosten. Zo loopt de prijs van de 7 XL natuurlijk aardig op en mocht je ze niet willen gebruiken, dan kun je wellicht een deel van het aanschafbedrag recupereren. De fanhub bedien je niet vanaf het frontpaneel, maar met een fanheader via je moederbord. Het frontpaneel is gereserveerd voor een power- en aparte resetknop, twee USB 2.0- en evenzoveel 3.0-poorten en een USB Type-C-poort. Ten slotte is er ook een audio-uitgang met aparte microfoonpoort beschikbaar.
De 7 XL is nog steeds strak vormgegeven, zoals het een Define-kast betaamt. Het frontpaneel bestaat uit een geborsteld aluminium deurtje, aan de binnenkant bekleed met geluiddempend materiaal. De bovenkant is volledig gesloten, maar als je waterkoeling bovenin wil inbouwen, kun je de metaalplaat vervangen door een geperforeerd exemplaar. Ons reviewexemplaar heeft een getinte, gehard glazen zijpaneel, maar optioneel is de 7 XL verkrijgbaar als volledig gesloten behuizing. Het rechterzijpaneel is voorzien van geluiddempend materiaal, zodat je een strak én stil systeem kunt bouwen.
Fractal Design Vector RS
Met de toevoeging van de Vector RS in deze vergelijking slaan we twee vliegen in een klap, want het chassis van de Vector RS, het metalen frame dus, is gelijk aan dat van de Define R6. Die is tegenwoordig voor een stuk lager bedrag te koop dan de pakweg 170 euro die de Vector RS kost. Dan lever je wel in op het moderne uiterlijk van die laatste behuizing, maar je bespaart ongeveer 50 euro als je de R6 zonder glazen venster koopt en een paar tientjes als je de uitvoering mét glas koopt.
De modernere Vector RS is voorzien van rgb-verlichting, een glazen zijpaneel en een glazen bovenkant. De rgb-verlichting is niet, zoals bij veel rgb-kasten, in de ventilatoren verwerkt, maar in een oplichtende streep die de scheidslijn vormt tussen het glas en het plastic van de bovenkant, en het plastic en metaal van de voorkant. De rgb-strip is bestuurbaar, dus je kunt via een argb-header op je moederbord de kleuren en patronen instellen. Heb je zo'n header niet op je moederbord, dan kun je de strip met de meegeleverde magnetische, bedrade controller bedienen. De twee materialen van boven- en voorkant zijn onder een hoek met elkaar verbonden, wat de behuizing een beetje een stealth-uiterlijk geeft. Vind je dat glas op de bovenkant niks, dan kun je het vervangen door een metalen bovenkant met een luchtrooster erin.
De voorkant loopt helemaal tot op de bodem, zodat je de kast niet via de voorkant kunt oppakken. Het linkerzijpaneel is van gehard glas en het rechterzijpaneel is gesloten. De kast staat op plastic voetjes die eruitzien als aluminium. Fractal Design levert geen bijpassende rgb-ventilatoren mee, maar drie 140mm Dynamic X2-exemplaren: twee voorin en een derde achterop. De koeling is uit te breiden met zes extra ventilatoren; voorin en bovenin passen drie 140mm-ventilatoren en twee daarvan passen op de bodemplaat. Aan radiatoren kun je voorin 360mm kwijt en bovenin kun je een 420mm-radiator inbouwen, als je moederbord dat tenminste toelaat; anders is 360mm de max. Onderin kun je een 280mm-radiator kwijt en achterop een 120mm-exemplaar.
Inbouwen van je hardware is gemakkelijker dan bij de R6, aangezien je de optie hebt de hdd-cage te verwijderen. Je hebt dan meer dan voldoende ruimte voor je waterkoeling en componenten. Laat je de drivecage zitten, dan kun je elf schijven kwijt, maar dan moet je wel extra trays kopen; er worden 'slechts' zes trays meegeleverd. Voor 2,5"-drives is plek voor twee setjes van twee: achter het moederbord en boven op de psu-shroud. Ook hier wordt niet al het bevestigingsmateriaal meegeleverd, want Fractal stopt twee 2,5"-trays in de doos.
Het moederbord mag maximaal het eATX-formaat hebben en videokaarten mogen 440mm lang zijn. De voeding mag 300mm lang zijn en de processorkoeler 185mm hoog. Het kabelmanagement wordt deels door de psu-shroud verzorgd, maar ook achter het moederbord is voldoende ruimte voor de kabels en er zijn genoeg bevestigingspunten voor kabelbinders. De frontpaneelkabels zijn sleeved en voeren naar twee USB 3.0-poorten, een USB Type C-aansluiting, twee audiopoorten en een aparte power- en resetknop. Een fanhub, de Nexus+ PWM Fan Hub, met vier 3-pinsheaders en drie 4-pinsheaders, maakt de featureset compleet.
NZXT H710 Window
De H-serie van NZXT heeft inmiddels alweer drie versies gekregen, met in elke versie drie uitvoeringen. De H200-serie, met de originele H200, de H210 en de H210i, is de kleinste van het trio en voor ITX-borden bedoeld. De mainstream H500-uitvoeringen, met analoog aan de kleine serie de H500, H510 en H510i, is voor ATX-borden en wij nemen in deze vergelijking de grootste variant, de H710, mee; die kan ook eATX-borden huisvesten. Ook die volgt de H700 op en er is ook een H710i, die zich onderscheidt met een Smart Device V2: een fan- annex rgb-controller die door middel van software bediend kan worden. Bovendien bieden de i-varianten de mogelijkheid je videokaart haaks te monteren, hoewel de benodigde riserkabel zoals gebruikelijk niet wordt meegeleverd. De i-varianten kosten overigens wel 30 euro meer dan de gewone versies; naast de fanhub krijg je daarvoor twee ingebouwde, aanstuurbare ledstrips terug.
De H710 is net als de overige H-kasten opgetrokken uit overwegend staal, met een gehard glazen zijpaneel. De voor-, boven en rechterzijkant zijn van metaal gemaakt en geperforeerde randen zorgen voor de benodigde aanvoer van koele lucht. NZXT levert daartoe vier ventilatoren mee: drie 120mm-exemplaren aan de voorkant en een vierde 140mm-ventilator achterop. Dat zijn in naam Aer F-ventilatoren, maar ze wijken af van de retailmodellen die je los kunt kopen. De kogellagers zijn rifle bearings tegen fluid dynamic-lagers en de caseversie heeft een 3-pinsaansluiting terwijl de retailmodellen pwm-gestuurde 4-pinsfans zijn. Dat geldt dus ook voor de met de H710i meegeleverde ventilatoren, die je dus niet met de Smart Device kunt bedienen.
Het interieur van de H710 volgt de designfilosofie van de H-serie: een grote moederbordtray met lege ruimte aan de voorkant als hoofdcompartiment en een afgesloten voedingstunnel die de hele onderkant beslaat. Onder die psu-shroud kun je naast een voeding ook twee harde schijven in een kooi kwijt. Een derde drive kan eventueel boven op die kooi gemonteerd worden en een vierde kun je op de bodemplaat monteren. Voor iemand die een fileserver wil bouwen, is dat wat karig voor een flinke toren, maar in de praktijk zal het niet veel beperkingen opleveren. Wel is het jammer dat de installatie met gewone schroeven moet plaatsvinden, zonder rubberen vibratiedemping dus. Je kunt zeven 2,5"-drives kwijt, waarvan twee op de psu-shroud en één ertegenaan in een bracket, twee achter het moederbord en twee in de hdd-kooi.
Aan meegeleverde koeling heb je voornoemde vier ventilatoren, maar je kunt dat zelf uitbreiden. Voorin passen drie 120mm- of twee 140mm-ventilatoren, bovenin kun je dezelfde configuratie kwijt en achterop is nog plek voor een 120mm- of 140mm-ventilator. Op dezelfde plekken kunnen equivalente radiatoren gemonteerd worden, behalve achterop; daar past alleen een 120mm-model. Radiatoren kunnen op een frame gemonteerd worden dat je daartoe uit de kast kunt halen voor gemakkelijke montage. In de grote ruimte voorin kun je ook je reservoir kwijt, maar extra opties voor drivecages heb je niet.
De rest van de montage verloopt eenvoudig, dankzij een grote uitsparing voor backplatebevestiging. Je processorkoeler mag 185mm hoog zijn en videokaarten tot 413mm lengte kun je ook kwijt. Zinnige beperkingen voor je voeding zijn er niet, zolang je geen hdd op de bodem monteert. Voor je kabels ben je afhankelijk van de kabelgoten die achter de moederbordtray zitten. Die zullen voor de meesten werken, maar kunnen in de weg zitten. Aan frontpaneelconnectors heb je een vrij standaard assortiment met twee USB 3.0-poorten, een type C-aansluiting, power- en resetknoppen en een gecombineerde audiopoort.
Phanteks Eclipse P600S Window Grey
Een spagaat die veel behuizingen proberen te maken, is tegelijk stil zijn en goede koelprestaties leveren. Om goed te koelen is goede airflow nodig en veel open roosters laten juist geluid naar buiten. Wil je beide, dan zul je compromissen moeten sluiten. Phanteks pakt dat met de Eclipse P600S anders aan. Je kunt de kast gebruiken als stille behuizing door alles potdicht te houden. De geluidsproductie blijft dan laag dankzij geluiddempende platen voor, boven en aan de zijkant. Helemaal dicht zit de behuizing overigens natuurlijk niet; kleine roosters laten toch de benodigde lucht binnen die voldoende verkoeling moet bieden bij lichte belasting. Haal je de platen aan de voorkant en bovenkant weg, en zet je eventueel de zijdeuren open, dan verandert de behuizing in een high-airflow kast, waarbij speciaal doek met hoge luchtdoorlaatbaarheid toch het stof buitenhoudt.
Behalve van het hierboven genoemde, geluiddempende materiaal is de P600S van staal gemaakt en met een poedercoating afgewerkt. Het linkerzijpaneel is uiteraard van gehard glas, maar er is ook een versie met een gesloten zijpaneel. Die zijpanelen worden op hun plek gehouden door een scharnier en magneten, maar kunnen er ook afgehaald worden. Dikke, rubberen tochtstrips zorgen ook bij de deurtjes voor weinig 'geluidslekkage'. De frontpaneelconnectors gaan schuil achter een klepje in de voorkant, zodat ze stofvrij blijven en het uiterlijk van de kast niet verstoren als ze niet gebruikt worden. We vinden achtereenvolgens twee USB 3.0-poorten, een type C-aansluiting, een resetknop en twee audiopoorten. De powerknop zit bovenop, zodat het klepje in de praktijk niet altijd openstaat.
Om voldoende koeling en airflow te bieden, levert Phanteks de Eclipse-behuizing met drie 140mm-ventilatoren: twee aan de voorkant en één achterop. Je kunt voorin drie 140mm-ventilatoren of een 420mm-radiator inbouwen. Aan de bovenkant kun je weliswaar drie 120mm-ventilatoren kwijt, maar van 140mm-varianten kun je er maar twee inbouwen. Dat betekent dat een radiator daar ook 280mm mag zijn of 360mm. Achterop kun je een 120mm- of 140mm-radiator inbouwen. Voor ventilatoren is een fanhub ingebouwd. Die heeft drie 3-pinsheaders, vier 4-pinsheaders en een pwm-aansluiting voor naar je moederbord. Hij wordt gevoed door middel van een SATA-stekker. Als zeven ventilatoren niet genoeg zijn, kun je dat met splitters uitbreiden, zolang je niet meer dan 4A van de hub vraagt.
Zoals gebruikelijk bij vrijwel alle behuizingen is een groot gat voor de montage van backplates in de moederbordtray aanwezig en daarachter zitten drie sledes voor 2,5"-drives, inclusief klittenbandbinders voor de benodigde kabels. Er zijn nog vier van dergelijke klittenbandjes voor de overige kabels aangebracht en in de psu-shroud kun je ook de nodige kabels aan het oog onttrekken. In die shroud kun je twee duocages kwijt voor twee 3,5"-drives per stuk. Je kunt hdd's ook in het hoofdcompartiment onderbrengen. Daar is ruimte voor zes drives, nadat je de afdekplaatjes verwijderd hebt. Phanteks levert vier van de benodigde sledes mee. Door die op elkaar te stapelen maak je de cages voor in de psu-tunnel.
Als je een lange of zware videokaart installeert, met een maximale lengte van 435mm, kun je optioneel een meegeleverde bracket installeren om doorzakken te voorkomen. Die verstevigt het metaal bij het moederbord, dus de bracket is niet zichtbaar door het venster. De processorkoeler mag 190mm hoog zijn en hoewel je moederbord een eATX-bord mag zijn, is de ruimte beperkt tot borden tot 280mm breed.
Phanteks Enthoo Evolv X
Over de Enthoo Evolv X kunnen we vrij kort zijn, want van binnen is dat in essentie dezelfde behuizing als de P600S. Het interieur is identiek, hoewel de kleuren uiteraard kunnen afwijken. Het chassis zelf is ook bij beide behuizingen hetzelfde, maar de bekleding daarvan wijkt af. Waar dat bij de P600S metalen platen met geluiddempend materiaal zijn, heeft de Evolv X scheutig uit de aluminiumvoorraad geput. Het frontpaneel is van gezandstraald aluminium van zo'n drie millimeter dik. Beide zijpanelen zijn van gehard glas.
Door dat glazen rechterzijpaneel moest het kabelmanagement op de schop. Je kunt de kabels niet zomaar, zoals bij de P600S, achter het moederbord laten slingeren. In plaats daarvan worden de kabels aan het oog onttrokken door middel van metalen klepjes. Ook kun je iets meer 2,5"-drives kwijt in de Enthoo, maar het aantal 3,5"-drives is hetzelfde gebleven, inclusief het aantal meegeleverde drivesledes. Verder is de koeling hetzelfde, met identieke ondersteuning voor lucht- en waterkoeling.
Er is nog één verschil dat we niet hebben aangestipt, en dat is de verlichting. De Evolv X is namelijk voorzien van rgb-verlichting die via je moederbord aangestuurd kan worden en gesynchroniseerd kan worden met de rest van de verlichting van je systeem. Als alternatief kun je de kleuren handmatig bedienen met twee knopjes op het frontpaneel. Die zijn overigens net als bij de P600S verscholen achter een klepje. Ten slotte: voor het aluminium en de rgb-verlichting betaal je fors meer dan voor de P600S, maar grosso modo krijg je voor die meerprijs vrijwel dezelfde kast. Bedenk dus vooraf of je lichtstrips en aluminium panelen dat prijsverschil waard vindt.
Phanteks Enthoo Pro II
We wilden graag de Phanteks Enthoo Pro II aRGB Window testen, maar die was op het moment van schrijven niet leverbaar. We hebben daarom het goedkopere broertje getest, de versie zonder bestuurbare rgb-verlichting en met een gesloten zijpaneel. Dat eerste heeft uiteraard geen invloed op de prestaties, maar dat tweede wel. Let er dus op dat als je de duurdere variant met glazen zijpaneel koopt, de geluidsontwikkeling en koelprestaties kunnen en zullen afwijken van de resultaten die we hier delen. Het voordeel van deze vensterloze, non-aRGB-versie is de prijs. De Pro II aRGB Window-variant kost ongeveer 140 euro en de gewone Pro 2 ongeveer 120 euro.
In beide behuizingen kun je, zoals we van de eerste Enthoo Pro gewend zijn, twee systemen inbouwen. Onderin is plaats voor een mITX-systeem, terwijl je in het hoofdcompartiment een eATX- of kleiner moederbord kunt inbouwen. Je voeding plaats je onderin, maar dan op z'n kant, om plaats te houden voor een tweede voeding of voor je ITX-systeem. Dat geeft de psu-shroud een aparte vorm en deze loopt ook niet helemaal door tot de voorkant. Die voorzijde is helemaal leeg; afdekplaatjes bedekken montagepunten voor drivesledes, waarvan er vier worden meegeleverd. In totaal kun je twaalf 3,5"-drives kwijt, waarbij de positie links onderin, naast de voeding, een optie is. Die sledes kun je ook voor 2,5"-drives gebruiken, waarvan er elf in de behuizing passen.
Naast legio opties voor je opslag, voeding en moederborden kun je ook helemaal losgaan met je koeling in de Enthoo Pro 2. Standaard worden overigens geen ventilatoren meegeleverd; dat mag je gezien de flexibiliteit van de behuizing zelf regelen. Een logische oplossing, die voor een groot deel van de kopers zou werken, zou lastig te realiseren zijn. Je kunt vijftien 120mm- of acht 140mm-ventilatoren, of een combinatie daarvan kwijt. Aan de voorkant passen vier 120mm- of drie 140mm-ventilatoren en aan de zijkant passen ook vier 120mm-, maar geen 140mm-exemplaren. Bovenin kun je wel weer drie 120mm- of evenzoveel 140mm-ventilatoren kwijt en ook op de bodem passen drie 120mm-ventilatoren of een enkele 140mm-ventilator. Aan de achterkant ten slotte past een 120mm- of 140mm-ventilator.
Voor je waterkoeling heb je met radiatoren grotendeels dezelfde opties als voor ventilatoren. Voorin past maximaal 480mm of 420mm, boven- en onderin 360mm en aan de zijkant weer 480mm, zonder 140mm-opties. Het rechterzijpaneel heeft namelijk ventilatieroosters, voorzien van Phanteks' speciale luchtdoorlatende stof, om ook daar lucht voor koeling te kunnen leveren. De luchtroosters aan de voorkant, bovenkant en zijkant worden met magneten of magneetstrips op hun plaats gehouden en zijn dus eenvoudig te verwijderen.
Het frontpaneel gaat verscholen achter een klepje van plastic en ofschoon het hele frontpaneel van geborsteld aluminium lijkt, is het gewoon plastic. De connectors van het frontpaneel bestaan uit vier USB 3.0-poorten en een enkele USB type C-poort. Een gecombineerde audioaansluiting en resetknop maken het compleet. De powerbutton zit niet achter het klepje, maar vind je gewoon bovenop. Voor kabelmanagement zijn klittenbandjes en een klepje bij de voeding voorhanden en desgewenst kun je je videokaart haaks monteren. Daar is ook een aparte bracket met riserkabel voor beschikbaar.
Koelprestaties
We meten eerst de temperaturen met een zeer lichte 'belasting' van enkel de processor die 50W verstookt. Dit idle-scenario gaat gepaard met langzaam draaiende ventilatoren. De Enthoo Pro 2 houdt de temperatuur in de behuizing het koelst, met de drie niet-meegeleverde ventilatoren. Alle andere kasten houden de temperaturen keurig net boven kamertemperatuur. Dit mag voor high-end behuizingen uiteraard geen uitdaging zijn.
- Temperatuur behuizing 50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50 watt 7 volt
In dit scenario produceren we ook warmte met de videokaart, maar met 50W voor de cpu en 50W voor de gpu blijven de ventilatoren nog op hun langzame stand draaien. De processortemperaturen blijven in dit scenario dicht bij elkaar, en dat geldt ook voor gpu en behuizing. Alleen de P600S van Phanteks blijft steeds een paar graden achter, terwijl de Enthoo Pro 2 het wat beter doet dan de rest.
- Temperatuur behuizing 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur videokaart 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50+50 watt 7 volt
Voor de volgende tests werken de ventilatoren en koelers op hun maximale stand met een voedingsspanning van 12V. Daarbij laten we meer warmte produceren, waarbij we eerst de processor met 100W belasten. De Cooler Master-behuizingen laten veel lucht over de processorkoeler blazen; die blijft lekker koel. De temperaturen in de behuizingen zijn in de Enthoo Pro 2 weer het laagst, gevolgd door de H500M, Vector RS en Carbide 678C. De Eclipse is opnieuw iets warmer.
- Temperatuur behuizing 100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100 watt 12 volt
We komen zo langzamerhand bij een serieus belast systeem, met de processor die 100W verstookt en ook de videokaart die nu 100W aan warmte genereert. De Vector RS en Eclipse P600S zijn aanzienlijk warmer, terwijl de SL600M en Enthoo koeler zijn dan de rest.
- Temperatuur behuizing 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur videokaart 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+100 watt 12 volt
In de laatste test produceren we 300W aan warmte, waarvan twee derde voor rekening van de videokaart komt. De Enthoo Pro 2 scoort opnieuw het best, gevolgd door de twee Cooler Master-behuizingen. Corsairs 678C vergezelt de P600S onderaan de lijst wat temperaturen in de behuizing betreft.
- Temperatuur behuizing 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur videokaart 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+200 watt 12 volt
Geluidsontwikkeling
Voor de geluidsmetingen kijken we eerst naar de geluidsdruk als we alleen een harde schijf laten draaien. Dat geeft een indicatie hoe goed de kast trillingen kan dempen. De twee Phanteks-behuizingen Enthoo Pro 2 en P600S doen dit uitstekend; de derde Phanteks, de Evolv X, en de SL600M van Cooler Master zijn iets luider.
Om een indicatie te geven van de geluidsniveaus die we hier optekenen: een erg stille kamer heeft een geluidsdruk van zo'n 20 tot 30dB(A). Een normaal gesprek zit zo tussen 40 en 50dB(A). We meten vanaf 16dB(A) in onze geluiddichte box; dat is een nauwelijks hoorbaar geluidsniveau.
Voor de volgende test schakelen we alleen de ventilatoren in de behuizing in, met een voedingsspanning van 7V in plaats van de normale 12V. Zo draaien de ventilatoren heel langzaam. De twee Fractal Design-behuizingen zijn nauwelijks hoorbaar en ook de P600S van Phanteks is zeer stil. De high-airflow behuizingen als de Cooler Master SL600M en H500M, net als de 678C van Corsair en de Evolv X, maken aanzienlijk meer geluid.
Vervolgens zetten we de voedingsspanning voor de casefans op hun normale 12V, waardoor ze op hun maximale snelheid draaien. De twee Fractals en de P600S zijn nog steeds een flinke stap stiller dan de overige behuizingen, waarbij de Carbide 678C wat uit de toon valt.
- Geluid - Case fans 7V
- Geluid - Case fans 12V
Als we niet alleen de casefans, maar ook ons testsysteem inschakelen, kijken we naar de geluidsproductie tijdens normaal gebruik. Dat doen we eerst weer op een voedingsspanning van 7V voor alle ventilatoren.
De Define 7 XL en Vector RS zijn weer erg stil, net als de Enthoo Pro 2 en Eclipse P600S. De Cooler Master- en Corsair-behuizingen maken het meeste geluid.
Met de ventilatoren van de behuizing en het testsysteem op 12V blijft alleen de Define 7 XL onder de 40dB(A)-grens, maar de Vector RS is ook nog steeds erg stil. De Eclipse P600S, H710 en Enthoo Pro 2 zitten in de middenmoot, en de high-airflow behuizingen zijn uiteraard het minst stil.
Vervolgens zetten we de voedingsspanning voor de casefans op hun normale 12V, waardoor ze op hun maximale snelheid draaien. De twee Fractals en de P600S zijn nog steeds een flinke stap stiller dan de overige behuizingen, waarbij de Carbide 678C wat uit de toon valt.
- Geluid - Case fans + ITX setup 7V
- Geluid - Case fans + ITX setup 12V
Resultaten en conclusie
Voordat we naar de koelprestaties en geluidsproductie kijken, moeten we eerst de inbouw van componenten de revue laten passeren. Want hoewel in principe alle behuizingen geschikt zijn voor eATX-moederborden, met de Corsair als mogelijke uitzondering, verschilt het gemak waarmee dat mogelijk is nogal. Corsair laat een beetje in het midden voor welke formaten de 678C geschikt is, maar eigenlijk is het een ATX-behuizing. We hebben een MSI MEG Z490 Godlike, een eATX-moederbord dus, gebruikt om het inbouwgemak te beoordelen. Daarnaast bouwden we een Cooler Master V1300 in, een psu van iets meer dan 200mm, samen met een Founders Edition RTX 3080 en een forse MasterAir 620-processorkoeler van 165mm hoog.
Hoewel de Corsair 678C formeel een ATX-kast is, past het eATX-moederbord redelijk in de behuizing. Dat is veel problematischer in de Phanteks Eclipse P600S (en in het verlengde natuurlijk de Evolv X); het moederbord dekt de kabelopeningen af en de enige manier om de 24-pins- en peg-connector naar het moederbord te krijgen is via de openingen voor de drives. Ook in de Cooler Master H500M kun je het beter bij een ATX-bord houden.
Als je een eATX-bord hebt of een liefhebber van veel ruimte bent, zijn de Define 7 XL en Enthoo Pro 2 aanraders. Vooral de ruimte boven het moederbord is erg fijn. Zo kun je met gemak radiatoren monteren en ook nog je EPS-connectors bereiken. Nadeel van de Enthoo Pro 2 is dat het, als je er geen tweede mITX-systeem inbouwt, een vrij basale behuizing is. De Phanteks moet het vooral hebben van die flexibiliteit, maar als je daar geen gebruik van maakt, wordt de kast minder aantrekkelijk. De prijs is dat ook, mede omdat er geen extra poespas geleverd wordt, maar let op dat je zelf voor ventilatoren moet zorgen.
Voor de beste koeling moet je bij de kasten van Cooler Master zijn, met de H710 van NZXT en de Enthoo Pro 2 van Phanteks als goede alternatieven. Let wel, we hebben die laatste getest met drie ventilatoren die niet zijn meegeleverd. We hebben twee MP 140-ventilatoren aan de voorkant en een derde MP 140 aan de achterkant ingebouwd.
Als we naar de geluidsproductie kijken, valt op dat de Enthoo Pro 2 en de Eclipse P600S van Phanteks uitstekende demping hebben. De geluidsmetingen met alleen een harde schijf in de kast zijn extreem laag. Zodra we ventilatoren activeren is er echter één merk dat zijn zaakjes als geen ander voor elkaar heeft en dat is Fractal Design. Zowel de Vector RS als de Define 7 XL zijn zonder uitzondering de twee stilste kasten in de test. Wie dus graag per ongeluk een pc uitzet die al onhoorbaar aanstond, kiest voor Fractal.
Kijken we naar de combinatie geluidsproductie en koelprestaties, dan combineert de Define 7 XL het beste van twee werelden. De koelprestaties zijn prima en de geluidsproductie is bijzonder laag. De prijs is stevig, maar daarvoor krijg je een kast met uitgebreide mogelijkheden en features, waarvan je ongetwijfeld nog vele jaren plezier kunt hebben. Daarom verdient de Define 7 XL de Excellent-award.
Met prijzen en features meegerekend is de Enthoo Pro 2 van Phanteks interessant als je van plan bent je eigen waterkoeling in te bouwen en geen boodschap hebt aan ingebouwde ventilatoren. Met z'n lage prijs en enorme inbouwcapaciteit kun je je nauwelijks een buil vallen en mocht je luchtkoeling wensen, dan kun je je favoriete ventilatoren zelf kopen. Tenzij je argb-ventilatoren koopt, ben je dan waarschijnlijk nog altijd goedkoper uit. Bedenk wel dat je niet naar binnen kunt kijken; daar moet je de duurdere variant voor kopen. De Enthoo Pro 2 krijgt dan ook de Great Value-award.
Een prettige gulden middenweg is de NZXT H710, maar bedenk wel dat je wat eenvoudige ventilatoren meegeleverd krijgt: niet de pwm-gestuurde Aer F-exemplaren, maar fixed-speedventilatoren. De P600S is daarentegen zeer stil, maar koelt niet geweldig, terwijl Phanteks Enthoo Pro 2 wel een goede balans weet te vinden. Op grond van de testresultaten zouden de Corsair 678C en de Enthoo Evolv X afvallen; die combineren hoge temperaturen met veel geluid.
- Prijzen Fractal Design Define 7 XL
- Prijzen Phanteks Enthoo Pro 2