Inleiding
Samengevat
Fractal heeft zijn beproefde ontwerp met een flink uit de kluiten gewassen behuizing, gevat in een strak ontwerp, vervolg gegeven met de Define 7. De behuizing is weer net iets prettiger om mee te werken en net iets doordachter, maar dat gaat helaas gepaard met weer een hogere prijs. De koeling is meer dan in orde, maar het is vooral de lage geluidsproductie die imponeert. Wie de riante behuizing nog steeds niet groot genoeg vindt, kan met zijn customloops terecht bij de XL-variant. Die is grotendeels hetzelfde, maar iets hoger en iets dieper; de breedte is gelijk. Wel kun je grotere radiators kwijt, waarbij je vooral boven het moederbord veel meer ruimte hebt. Dit voorrecht kost je echter opnieuw flink extra.
Eindoordeel
Het is inmiddels lang geleden dat we een review van behuizingen publiceerden, maar voor de Define 7 van het Zweedse Fractal Design verbreken we de stilte. Zoals de naam doet vermoeden, is het de zevende iteratie van het beproefde Define-ontwerp, dat al vele jaren tal van tweakers kan bekoren. Fractal komt gelijktijdig met een variant in regulier midtowerformaat en een extra grote XL-variant op de proppen, waarbij we ons vooral op die eerste zullen richten.
We vergelijken de Define 7 met enkele behuizingen uit een vergelijkbaar segment. Voorheen betekende dat kasten die zo tussen de 120 en 150 euro kostten, maar de adviesprijs van de Define 7 komt flink hoger uit dan die van zijn voorgangers. Het 'instapmodel' als je de behuizing zo mag noemen, kost 165 euro. Wil je in plaats van een gesloten zijkant een versie met een glazen paneel, dan mag je een tientje bij de prijs optellen. De XL-variant kost met gesloten zijpaneel 210 euro, en voor een glazen paneel betaal je opnieuw 10 euro extra.
Ter vergelijking, bij de introductie van de R6 koste het instapmodel met twee metalen zijpanelen 130 euro, en voor een versie met glazen zijwandje betaalde je 150 euro. De laatste XL-behuizing in de Define-serie was de Define XL R2, die in 2013 werd uitgebracht. Dat is inmiddels zolang geleden dat een vergelijking niet langer zinvol is, maar voor de volledigheid melden we de introductieprijs van ongeveer 120 euro.
We vergelijken de Define 7 en de 7 XL met onder meer de H510- en H710-behuizingen van NZXT, de P600S en Enthoo Evolv van Phanteks, be quiets Silent Base 801, de Carbide 678C van Corsair en natuurlijk Fractal Designs eigen Define R6.
/i/2003398762.jpeg?f=imagenormal)
Exterieur: subtiel anders dan de R6
Ten opzichte van de vorige iteratie, de R6, is er aan het uiterlijk niet bijster veel veranderd. Sterker nog, je moet goed kijken om verschil te ontwaren tussen de R6 en de Define 7. Toch is dat er. Zo is het deurtje subtiel anders, met het geborsteld aluminium paneel dat omgevouwen is om de zijkanten van het deurtje, een iets hogere groef voor de powerled bovenin en een uitsparing voor het stoffilter aan de onderkant van het deurtje, dat de R6 niet heeft.
Aan de plastic lijst rondom de behuizing, waarin onder meer de frontpanelconnectors aan de bovenkant zitten en de luchtinlaten aan de zijkant, is ook een en ander veranderd. Ten eerste zijn de lamellen voor de luchtinlaat veel groter geworden; de onderlinge afstand is toegenomen van ongeveer 9 naar 14mm. Er zijn namelijk nog maar 30 in plaats van 48 lamellen en in de Define 7 zijn ze onder een hoek geplaatst in plaats van horizontaal. Ook het inkepinkje om het deurtje gemakkelijker open te maken is verkleind in de 7 en een stuk subtieler.
Het deurtje is nog steeds van geborsteld aluminium en kan open, aangezien het een deurtje is. De draairichting kun je aanpassen, maar dat kon bij de R6 ook al. De binnenkant van het deurtje is weer afgezet met geluiddempend materiaal, maar de scharnieren zijn behoorlijk veranderd. Waar de R6-simpele scharniertjes had, zijn ze bij de Define 7 vernuftig uitgevoerd. Dankzij een verend element in de scharnieren komt het deurtje een stukje naar voren, zodat je meer clearance hebt om het deurtje te openen. Achter het deurtje heb je toegang tot een enkele 5,25"-bay en zie je de lamellen voor de luchttoevoer voor de koeling. Ook deze lamellen zijn wat grover geworden, net als die aan de zijkant.
Nog een klein detail over die 5,25"-bay: het plaatje dat het afdicht, is bij de Define 7 wat geavanceerder geworden. Ten eerste heeft het nu twee lamellen gekregen met erachter een stoffilter, zodat het net als de grote luchtinlaat meewerkt om lucht door te laten. Bij de R6 is het afdekplaatje gewoon een afdekplaatje, weliswaar een met een quick-release die bij de Define 7 is weggelaten, maar het laat dus geen lucht door zoals bij de 7.
Een behoorlijk verschil zien we in de bovenkant, waar het i/o-paneel onderdeel van de metalen bovenkant is geworden. Bij de R6 waren de poorten en knoppen nog in de plastic lijst ingebouwd. Daarmee is de bovenkant een stuk strakker geworden. Een aspect dat daaraan bijdraagt, is de volledig metalen, gesloten bovenkant waarmee de Define 7 nu wordt uitgerust. De R6 heeft een modulair systeem, met een dekplaat die je kunt verwijderen voor extra airflow. Als je behoefte hebt aan extra koeling, kun je de Define 7 voorzien van een volledig andere bovenkant, die je zelf moet monteren.
Het rechterzijpaneel is zoals we gewend zijn, volledig vlak en gesloten, maar voor het linkerzijpaneel heb je keus uit drie varianten. In de eenvoudigste vorm koop je een gesloten zijpaneel, een metalen plaat met Fractal Designs geluiddempende materiaal aan de binnenkant dus, en vergelijkbaar met het rechterpaneel. Als alternatief kun je een gehard glazen paneel kopen, met glas dat helder of getint is. Om metalen randen aan het oog te onttrekken, zijn de boven- en onderranden in de kleur van de kast geverfd.
De achterkant is bij de R6 en Define 7 vrijwel identiek, alleen de sleufjes om de ventilators te positioneren zijn iets kleiner geworden bij de Define 7, en ook de perforaties van de roosters en slotplaatjes zijn iets meer tot ornament geworden. Aan de onderkant zijn de voetjes rechthoekiger gemaakt, waar ze bij de R6 nog rond met chromen afwerking waren. Die van de R6 zijn van grijs plastic.
Interieur
Om de binnenkant bereikbaar te maken, moeten uiteraard de zijpanelen worden verwijderd. Hier zien we weer waar een stukje van de meerprijs van de Define 7 ten opzichte van de R6 naartoe is gegaan, want kartelschroeven losdraaien is er niet meer bij. In plaats daarvan worden de zijpanelen op hun plaats gehouden door twee schuifjes. Als je het schuifje van het desbetreffende zijpaneel naar buiten duwt, laat het paneel als het goed is los aan de bovenkant. Je drukt namelijk drie kogels uit hun kommetjes om de panelen los te maken. De scharnieren vervolgens aan de onderkant.
We konden natuurlijk al naar binnen kijken doordat ons testexemplaar een helder venster heeft, maar na het verwijderen van beide panelen valt vooral de ruimte op. De Define 7 is namelijk goeddeels leeg, op de voedingstunnel na. Die tunnel is vrijwel geheel vlak en gesloten, afgezien van wat perforatie in hetzelfde patroon als de achterkant. Een afgeschuind hoekje versterkt het gevoel van ruimte nog extra. Je kijkt tegen het moederbordpaneel aan de rechterkant, dat voorzien is van een grote uitsparing voor koelerbackplates. Verder heeft de plaat vier met rubber afgedichte kabelgaten: twee grotere in de richting van de voorkant en twee kleinere aan de bovenkant. Zo'n afgedichte uitsparing zit ook in de psu-shroud.
Naar de voorkant van de behuizing heb je alle ruimte voor waterkoelingsreservoirs of een enorm lange videokaart, want drivecages zijn daar niet te vinden. Er is wel een backplate van metaal die je desgewenst in een andere positie kunt zetten. Als je die plaat namelijk in de richting van de linkerzijkant van de kast verplaatst, kun je caddies voor harde schijven monteren. Dit zijn 'modular storage plates' die zowel 3,5"- als 2,5"-drives kunnen huisvesten. Daarvan worden er vier meegeleverd, maar je kunt nog drie extra drives kwijt. Twee daarvan passen in de psu-shroud in een kleine kooi en de derde kun je verticaal tegen de verplaatsbare backplate monteren. Daarnaast kun je nog twee 2,5"-drives achter het moederbord kwijt.
Als je je boosmaakt en extra hardeschijfsledes koopt, kun je veertien schijven kwijt in de 'storage layout'. Je moet de genoemde backplate dan naar links verplaatsen en de drives daaraan ophangen. In de 'open layout', met die backplate op de standaardpositie gelijk met de moederbordtray, kun je drie 3,5"-drives en twee 2,5"-drives kwijt, hoewel je onder de sledes, onder de 3,5"-drives eventueel extra 2,5"-drives zou kunnen monteren.
Koeling en kabelmanagement
Met alle lege ruimte is de Define 7 vooral ontwikkeld voor grote componenten als eatx-moederborden, custom loops voor waterkoeling en een flinke hoeveelheid ventilators.
Standaard wordt de Define 7 geleverd met twee Dynamic X2 GP-14-ventilators aan de voorkant en een derde aan de achterkant. Er is echter plaats voor negen 140mm-ventilators, waarvan er drie aan de voorkant passen, drie bovenin, een zevende aan de achterkant en nog twee op de bodemplaat. De R6 had aan de voorkant plaats voor slechts twee 140mm- of drie 120mm-exemplaren. Ook het trio aan de bovenkant mocht niet groter dan 120mm zijn. Bij 140mm-ventilatoren was plek voor twee stuks. Alle luchtinlaten zijn voorzien van stoffilters, wat betekent dat de frontinlaat, de bodem en de bovenkant van stoffilters zijn voorzien.
Om al die ventilators aan te sturen, is een fancontroller ingebouwd. Deze Nexus + 2-fanhub stuurt drie ventilators via een pwm-signaal aan en kan nog eens zes driepinsexemplaren aansturen. Het maximale vermogen dat via de hub aan ventilators kan worden geleverd, bedraagt 30W, of 2,6A over 12V, volgens de specificatie.
Om de kabels netjes uit zicht te houden, werkt de psu-shroud natuurlijk goed mee. Alle kabels van de voeding zijn daarmee aan de linkerkant grotendeels al aan het oog onttrokken. Bij een open tunnel puilen de kabels vaak uit aan de rechterkant, maar dankzij een plastic klep wordt de hele rechterkant ook afgesloten. Kabels die van de voeding naar videokaarten en moederbord lopen, worden door plastic klemmen met daaroverheen klittenband geleid en ook de frontpaneelkabels kunnen netjes worden weggebonden. Onze witte behuizing heeft ook witte ventilators die witte kabels hebben, maar de overige kabels zijn gewoon zwart.
Voor de inbouw heb je, naast de eerder genoemde ventilatoropties, ook de mogelijkheid om radiators in te bouwen. Voorin passen radiators van 280 of 360mm en bovenin kun je ook 420mm-radiators kwijt. Op de bodemplaat kun je maximaal 240mm of 280mm kwijt en achterop ben je beperkt tot 120mm.
De voeding mag maximaal 250mm zijn met de drivecage ervoor. Als je die weghaalt, heb je geen beperkingen. De videokaart kan met harde schijven ervoor 315mm lang zijn, maar in de open configuratie kun je kaarten tot 467 of 491mm lengte kwijt, afhankelijk van je keuze om de ventilators aan de voorkant te laten zitten of niet. Voor de processorkoeler heb je 185mm ruimte en voor je kabels aan de achterkant is een riante 30mm beschikbaar; flink meer dan de 23mm bij de R6.
De Define 7 XL
In deze review concentreren we ons voornamelijk op de Define 7, maar we zullen de grootste verschillen tussen de 'kleine' Define 7 en de XL kort de revue laten passeren. De meest voor de hand liggende verschillen zitten natuurlijk in de afmetingen. De XL is, de pootjes niet meegerekend, van buiten zo'n 9 centimeter hoger en 6,5 centimeter dieper. De breedte is met 24 centimeter gelijk.
Dat lijkt weinig, maar van binnen levert dat flink meer opties en ruimte op. Je hebt meer uitbreidingsmogelijkheden, zoals negen in plaats van zeven horizontale uitbreidingsslots en drie in plaats van twee sleuven voor je verticaal geplaatste videokaart. Ook heb je twee in plaats van één externe 5,25"-bay, wat handig kan zijn voor bijvoorbeeld een hotswapbay voor harde schijven. Intern kun je uiteraard ook meer drives kwijt, maar verder is het concept van de kast hetzelfde als dat van de gewone Define 7. Zo is er een psu-shroud, een schot dat normaliter gelijk met de moederbordtray is gemonteerd, maar naar de linkerzijkant kan worden verplaatst om ruimte te maken voor extra harde schijven.
Een van de grootste verschillen is de ruimte voor koeling. In de XL zitten dezelfde drie 140mm-ventilators, twee voor en één achter, en er is plek voor vier 120mm- of drie 140mm-ventilators aan de voor- en bovenkant, en twee 120mm- of 140mm-ventilators onderop en een negende 140mm-exemplaar achterop. Dat is flink meer koeling dan bij de inmiddels wat bejaarde Define XL R2. Ook op het gebied van radiators kun je je hart ophalen. Aan de voorkant kun je maximaal 480mm- of 420mm-radiators kwijt, en dezelfde config past boven in de behuizing. Onderin kun je 280mm-radiators kwijt en achterop nog een laatste 120mm-exemplaar. Nu kun je in principe in de gewone Define 7 bovenin ook een radiator van 420mm kwijt, met drie 140mm-ventilators dus, maar in de XL heb je veel mee ruimte tussen moederbord en je koeling. Dat maakt het inbouwen een stuk gemakkelijker en bovendien passen dikkere koelopstellingen beter in de XL-variant.
De overige ruimte zal niet snel ontoereikend zijn. Je kunt met harde schijven in de psu-shroud een voeding van 250mm kwijt en zonder drivecage ervoor kun je ook de langste voeding kwijt. Net als bij de Define 7 kun je processorkoelers tot 185mm hoogte kwijt en voor videokaarten heb je bijna een halve meter ruimte. De routing voor kabels is met 30mm in de XL hetzelfde als in de gewone 7. Verder kun je maximaal veertien drives kwijt in de XL, net als in de gewone Define 7.
De Defines vergeleken
Specificatie |
Define 7 |
Define R6 |
Define 7 XL |
Define XL R2 |
3,5"- of 2,5"-drives |
• Storagelay-out: 6 + 1 meegeleverd, 14 max • Open lay-out: 2 + 1 meegeleverd, 9 max |
• Standaardlay-out: 6 meegeleverd, 11 max • Open lay-out: 2 meegeleverd, 2 max |
• Storagelay-out: 6 + 2 meegeleverd, 14 max • Open lay-out: 4 + 2 meegeleverd, 12 max |
8x |
2,5"-drives |
2 meegeleverd, 4 max |
2 meegeleverd, 4 max |
2 meegeleverd, 5 max |
0x |
5,25"-drives |
1x |
1x |
2x |
4x |
Uitbreidingssleuven |
7 + 2 verticaal |
7 + 2 verticaal |
9 + 3 verticaal |
9x |
Moederbordcompatibiliteit |
E-atx, atx, matx, itx |
E-atx, atx, matx, itx |
E-atx, atx, matx, itx, ee-atx, ssi-ceb, ssi-eeb |
Xl-atx, e-atx, atx, matx, itx
|
Frontpaneelconnectors |
• 1 x usb 3.1 Gen 2 type-c • 2 x usb 3.0 • 2 x usb 2.0 • Audio I/O • Power-resetknop |
• 1 x usb 3.1 Gen 2 type-c • 2 x usb 3.0 • 2 x usb 2.0 • Audio I/O • Power-resetknop |
• 1 x usb 3.1 Gen 2 type-c • 2 x usb 3.0 • 2 x usb 2.0 • Audio I/O • Power-resetknop |
• 2 x usb 3.0 • 2 x usb 2.0 • Audio I/O • Power-resetknop • Fancontroller
|
Fanmounts |
9 x 120/140mm |
9 x 120/140mm |
11 x 120mm or 9 x 140mm |
7 x 120/140mm
|
Fans voorin |
3 x 120/140mm (2 x 140mm-fans meegeleverd) |
3 x 120mm of 2 x 140mm (2 x 140mm-fans meegeleverd) |
4 x 120mm of 3 x 140mm (2 x Dynamic X2 GP-14-fans meegeleverd) |
2 x 120/140mm (1 x SSR2 140mm-fan meegeleverd)
|
Fans bovenin |
3 x 120/140mm (beide lay-outs) |
• Standaardlay-out: 3 x 120 or 2 x 140 • Open lay-out: 3 x 120/140mm |
4 x 120mm or 3 x 140mm |
2 x 120/140mm
|
Fans achterop |
1 x 120/140mm (1 x 140mm fan meegeleverd) |
1 x 120/140mm (1 x 140mm-fan meegeleverd) |
1 x 120/140mm (1 x Dynamic X2 GP-14-fan meegeleverd) |
1 x 120/140mm (1 x SSR2 140mm-fan meegeleverd)
|
Fans onderin |
2 x 120/140mm |
2 x 120/140mm |
2 x 120/140mm |
1 x 120/140mm (1 x SSR2 140mm fan meegeleverd)
|
Stoffilters |
• Bodemplaat • Voorkant + 5,25"-bay • Bovenkant |
• Bodemplaat • Voorkant • Bovenkant |
• Bodemplaat • Voorkant + 5,25"-bays • Bovenkant |
• Bodemplaat • Voorkant |
Radiators voorin |
Max 360/280mm |
Max 360/280mm |
Max 480/420mm |
Max 240mm (drivecage verwijderd)
|
Radiators bovenin |
Max 360/420mm (beide lay-outs) |
• Standaardlay-out: Max 360/140mm • Open lay-out: Max 360/420 |
Max 480/420mm |
Max 240/280mm (slim radiators)
|
Radiators achterop |
120mm |
120mm |
120mm |
120/140mm |
Radiators onderin |
Max 240/280mm |
Max 240/280mm |
Max 240/280mm |
120mm |
Lengte voeding |
250mm (drivecage in standaardpositie) |
300mm |
250mm (drivecage in standaardpositie) |
• 190mm met bottomfan • 345mm zonder bottomfan
|
Lengte videokaart |
• 491mm max • 467mm met fan voorin • 315mm in storagelay-out* |
• 465mm max • 440mm met fan voorin • 300mm in standaardlay-out* |
• 549mm max • 524 mm met fan voorin • 359mm in storagelay-out* |
• 480mm zonder topcage • 330mm met topcage geïnstalleerd
|
Hoogte processorkoeler |
185mm |
185mm |
185mm |
170mm |
Kabelmanagementruimte |
30mm |
23 mm |
30mm |
nb |
Afmetingen behuizing (hoogte x breedte x diepte) |
475 x 240 x 547mm |
465 x 233 x 543mm |
604 x 240 x 566mm |
560 x 232 x 559mm
|
Afmetingen behuizing zonder uitsteeksels (hbd) |
451 x 240 x 533mm |
448 x 233 x 535mm |
590 x 240 x 548mm |
560 x 232 x 540mm
|
Testmethode
Voorheen maakten we voor het testen van behuizingen gebruik van een testsysteem dat we inbouwden en lieten draaien om de koelprestaties van het systeem te testen. Daarbij lieten we de processor Prime95 draaien, waarbij priemgetallen werden gezocht, en draaiden we Furmark om de gpu op te warmen. Dat werkte goed, maar we bleven naar een testmethode zoeken die nog betere en reproduceerbaardere resultaten oplevert. Door de cpu- en gpu-warmtebronnen te simuleren, hebben we dat kunnen implementeren.
We maken gebruik van vermogensweerstanden die op een mitx-moederbord in plaats van een processor zijn gemonteerd, en weerstanden die op het pcb van een compacte mitx-videokaart zijn gemonteerd. Op beide posities hebben we twee weerstanden van ieder 50W geplaatst, zodat we zowel 50 als 100W aan warmte voor cpu en gpu kunnen produceren. Zo weten we altijd exact hoeveel vermogen we in de behuizing dissiperen en zijn we niet afhankelijk van throttling van componenten. We monteren de videokaart en een gemodificeerde Nvidia-mitx-kaart, met daarop een 10x10cm- aluminium koelblok met een Noctua NF-A9x14 PWM-ventilator en de temperatuursensor in het midden van het koellichaam. Het moederbord is een gemodificeerd Asus P8H67I-bord. Op dit mitx-bord zit opnieuw een 10x10cm-koelblok ter hoogte van de cpu-socket, waaronder de twee warmteweerstanden zijn gemonteerd. De temperatuursensor zit in het midden van dit blok. De airflow over het koelblok wordt geleverd door een Scythe Slip Stream Slim.
Om de warmteweerstanden van stroom te voorzien, bouwen we een Seasonic Prime Titanium in waarvan de power-on-kabel (pin 15) wordt verbonden met aarde. In high-end behuizingen meten we ook met een videokaart met een gesimuleerd vermogen van 200W. Hiertoe sluiten we twee vermogensweerstanden in een grotere videokaart aan op een externe voeding en geven we 24 in plaats van 12V aan de weerstandjes. De kaart was ooit een Radeon HD5850, waarop we achterop een aluminium koelblok hebben gemonteerd en aan de voorkant een Accelero Xtreme IV-koeler zit. De ntc's zijn tussen de twee warmteweerstanden achter op het pcb geplakt.
We meten de temperaturen binnen de behuizingen met thermometers, ntc's op de cpu en gpu, met twee K102-thermometers van Voltcraft. Daarnaast meten we de temperatuur van de omgeving op 10 centimeter van de voorkant van het midden van de behuizing. Zo kunnen we de gemeten temperaturen normaliseren naar een omgevingstemperatuur van twintig graden Celsius. De temperaturen noteren we pas als ze zijn gestabiliseerd. Standaard wachten we altijd twintig minuten om de behuizing te laten opwarmen, daarna noteren we elke tien minuten de temperaturen tot een evenwicht is bereikt.
Deze metingen voeren we uit met draaiende casefans, waarbij we indien mogelijk uiteraard de meegeleverde ventilators in hun standaardpositie gebruiken. De ventilators sluiten we aan op een externe voeding, een Tenma 72-10480, met splitters om alle ventilators van gelijke prik te voorzien. Deze voeding stellen we in op 7 en 12V, zodat we het koelvermogen van de behuizing met twee fanprofiles kunnen testen. Een eventueel ingebouwde fancontroller van de behuizing gebruiken we dus niet.
Daarnaast meten we de geluidsproductie van de behuizing. Daarvoor hebben we een geluiddichte box, waarin het omgevingsgeluid lager is dan 17dB(A). In een stille ruimte meten we overigens een geluidsdruk van omstreeks 30dB(A). De geluidsdrukmeter plaatsen we op 10 centimeter van het midden van de zijkant van de behuizing. Op deze manier isoleren we de geluidsproductie van de warmteontwikkeling.
We meten de geluidsproductie met het testsysteem ingebouwd in de behuizing, met daarin bovendien een harde schijf, een Seagate Barracuda ST1000DM010, en opnieuw de kortgesloten voeding. Zo kunnen we het resonantiegedrag van de behuizing meten. Als een enkele geluidsbron, de harde schijf, de behuizing laat resoneren, meten we dat. De hdd bouwen we in de tweede positie van onder in de behuizing in. Vaak betekent dit dat de hdd in de psu-shroud in de drivecage wordt ingebouwd.
Na de hdd-test meten we de geluidsproductie van alleen de casefans bij 7 en 12V voedingsspanning. Ten slotte meten we ook de geluidsproductie met de casefans én de ventilators van het testsysteem gevoed op 7 en 12V.
Prestaties
De eerste metingen simuleren een idle-systeem; de ventilators draaien langzaam en we verstoken slechts 50W op de 'cpu'.
- Temperatuur behuizing 50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50 watt 7 volt
De temperatuur in het systeem varieert tussen de 25 en 26 graden. De Define 7 met open en gesloten bovenkant is iets warmer dan de XL-behuizing. De processortemperatuur die we meten, is in de gewone 7 en de XL-uitvoering gelijk, maar we zien een graadje hoger bij de open bovenkant. Logisch is dat niet, maar wellicht veroorzaakt de gesloten bovenkant juist een iets betere airflow over het moederbord.
- Temperatuur behuizing 100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100 watt 12 volt
Bij lichte belasting, met 100W die door de gesimuleerde processor wordt afgegeven, meten we opnieuw met de ventilators op de lage 7V-stand. De behuizingtemperatuur stijgt in de Define 7 en 7 XL tot 29 graden en de Define 7 met open bovenkant is opnieuw een tikje warmer. De R6 is een paar graden koeler, maar de nieuwe Fractals scoren keurig. Dat geldt sterker voor de temperaturen van de processor die we meten. Met 70 en 71 graden zijn respectievelijk de XL en de gewone 7 de koelste in het veld.
- Temperatuur behuizing 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur videokaart 50+50 watt 7 volt
Onder lichte belasting van zowel de cpu als gpu tekenen we weer bijna dezelfde temperaturen voor alle behuizingen op. De XL scoort iets beter dan de gewone Define 7. De processortemperatuur is alleen bij de HZXT H710 iets lager dan bij de overige behuizingen, maar grote verschillen zijn het niet. Omdat we nu ook de videokaart licht belasten, meten we ook de gpu-temperatuur, waarbij de Define-kasten de middenmoot vormen.
- Temperatuur behuizing 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur videokaart 100+100 watt 12 volt
We gaan het systeem wat zwaarder belasten met 100W op de processor en 100W op de videokaart. De ventilators mogen daarbij op vol 12V-vermogen aan. De behuizingtemperatuur van de 7 met open bovenkant is nu iets lager dan bij de dichte bovenkant en de XL-kast is een graadje warmer. De processortemperaturen zitten weer dicht op elkaar, maar opnieuw wint de H710 van NZXT het. Dat geldt ook voor de videokaarttemperatuur. De XL is iets koeler dan de gewone 7, maar de H710 is het koelst.
- Temperatuur videokaart 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur behuizing 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+200 watt 12 volt
Voor de laatste temperatuurtest voeren we het gpu-vermogen op tot 200W. De H710 scoort een stuk beter op videokaartkoeling en de Fractals zitten dicht bij elkaar. Voor de processortemperatuur en temperatuur in de behuizing verdwijnt het voordeel en zitten de behuizingen dicht bij elkaar.
Geluid
- Geluid - Alleen HDD
- Geluid - Case fans 7V
- Geluid - Case fans 12V
Fractal Design zoekt een balans tussen koeling en stilte, maar als we alleen de harde schijf laten draaien, trillen de behuizingen aardig mee; er zijn dan aanzienlijk beter dempende kasten. Als we het realistischere scenario van draaiende ventilators meten, blijken de Define 7's juist de stilste behuizingen. Ze zijn stiller dan de R6 en de enige serieuze concurrent is de Vector, eveneens van Fractal. Die is met de ventilators op 12V ook de stilste van het stel, maar alle Fractals scoren hier zeer goed. We raden je op basis van de hdd-resultaten wel aan even goed te checken of eventuele harde schijven niet te veel resoneren in je kast.
- Geluid - Case fans + ITX setup 7V
- Geluid - Case fans + ITX setup 12V
Ten slotte meten we de geluidsproductie met zowel de ventilators van de behuizing als die van het testsysteem actief, op 7 en 12V. In beide scenario's zijn de Define 7-behuizingen de onbetwiste winnaars, met de XL-uitvoering in beide gevallen nog net iets stiller dan de kleinere 7.
Conclusie
Aan de Fractal Design Define R6 viel vrij weinig af te dingen, behalve dat bij introductie nog geen usb type-c beschikbaar was en er wat weinig ruimte was voor een dikke radiator in de bovenkant. Dat eerste was al verholpen met de update naar de nieuwste R6, maar Fractal had geen moderne, echt ruime kasten. De Define XL R2 is inmiddels immers behoorlijk bejaard.
Met de introductie van de nieuwe 7 lost Fractal de grootste pijnpunten op, voor zover die er waren. De behuizing heeft, vanzelfsprekend, moderne frontpaneelconnectors, inclusief een type-c-aansluiting, en met de XL-uitvoering hoef je je nooit meer zorgen te maken of je hardware past. Beide uitvoeringen hebben het bekende Define-dna, met een strakke, sobere afwerking en een focus op stilte zonder de koelprestaties te zeer geweld aan te doen.
Als we dan ook naar de prestaties kijken, scoort de Define 7 op vrijwel alle vlakken minstens zo goed als de R6, en dat geldt ook voor de XL-variant. Op het gebied van koelen zijn er behuizingen die beter scoren, maar dat zijn niet de behuizingen die ook op stilte mikken. Getuige de prestaties waar het geluidsproductie betreft, zijn er weinig behuizingen die standaard minder geluid produceren of doorlaten dan de Define 7.
Dat Zweedse vakmanschap en de strakke, stille behuizing die daarvan de exponent is, heeft wel een prijs. Waar immers de R6 al behoorlijk aan de prijs was, zijn de prijzen van goede kwaliteitsbehuizingen sinds die op de markt kwam, een stuk competitiever geworden. De 7 doet zelfs nog een flinke schep boven op de prijs van de R6. We hopen dat de soep iets minder heet wordt gegeten dan hij wordt opgediend, in de vorm van de adviesprijs.
Je krijgt wel een paar extra's meegeleverd met de Define 7 waarvoor je bij de R6 moest betalen of die je simpelweg niet kreeg. Zo krijg je bij de Define 7 een tweede bovenkant, zodat je kunt kiezen tussen de gesloten, stillere uitvoering, en meer ruimte voor radiators en luchtstroom met een open bovenkant. Bij de R6 moest je daarvoor een beetje schipperen met een afneembaar deksel bovenop. Gebruik je geen alternatieve bovenkant, dan heb je er wel mooi voor betaald.
Verder zijn er kleine verbeteringen doorgevoerd. Zo zijn de zijpanelen wat gemakkelijker los te maken en heb je meer ruimte en een opgeruimdere behuizing van binnen. Upgraden van een R6 is dan ook redelijk onzinnig, maar als je op zoek bent naar een strakke behuizing en flink geld wil uitgeven, dan is de Define 7 of de XL-variant als je flink met customloops aan de gang wil, een mooie optie. Je kunt ook pakweg de helft van het geld in je zak houden of uitgeven aan een upgrade van andere componenten.
Eindoordeel