Anno 2017 is e-sports booming. Dat concludeerden we al in onze eerder verschenen reportage, die je hieronder nog eens kunt bekijken. Wekelijks vinden wereldwijd door duizenden fans bekeken wedstrijden en toernooien plaats, terwijl er ook allerlei andere initiatieven worden opgezet. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de wereldwijde Overwatch League, die later dit jaar van start moet gaan, met teams die allerlei steden van over de hele wereld vertegenwoordigen. Maar de wortels van e-sports gaan dieper dan menig volger wellicht vermoedt. Competitief spelen is bijna zo oud als de gamewereld zelf. Tweakers duikt daarom, als onderdeel van een serie artikelen over e-sports, in de geschiedenis van dit fenomeen. Komende weken bespreken we nog diverse andere onderwerpen die van belang zijn in en rond e-sports.
De eerder dit jaar verschenen reportage over e-sports.
Zolang er games bestaan, is er al sprake van een competitief element. Bij de eerste Pong-machines stond immers al centraal dat je kon laten zien dat je beter bent dan een andere speler. Andere games, die high-scores bijhielden, nodigden ook uit tot lokale competitie: de houder van de hoogste score was de beste van zijn arcadehal, wijk of stad. De eer van 'eerste echte gametoernooi' gaat naar de Amerikaanse Stanford University, waar in 1972 een toernooi werd gehouden rond SpaceWar!, een spel waarin spelers torpedo's op elkaar afschieten terwijl ze tegelijkertijd een ruimteschip besturen. De winnaars van het toernooi sleepten een jaarabonnement op het Amerikaanse blad Rolling Stone in de wacht, dat ook de hoofdsponsor van het evenement was.
Space Invaders-toernooi in New York
Eerste e-sports-evenement
Het eerste grote e-sports-evenement werd gehouden in 1980. In dat jaar organiseerde Atari het Space Invaders Tournament, waar in totaal meer dan 10.000 spelers aan deelnamen. Bill Heineman won het toernooi. Heineman, die op latere leeftijd een sekseverandering onderging en sindsdien door het leven gaat als Rebecca Ann Heineman, kreeg daarna ook bekendheid als ontwikkelaar, door mee te werken aan games als Tass Times in Tonetown en The Bard's Tale III: Thief of Fate.
Het Space Invaders-toernooi kan worden beschouwd als het startpunt van de eerste 'golf' van competitive gaming. Er werden steeds meer van dergelijke toernooien georganiseerd, terwijl gamen als hobby ondertussen 'mainstream' begon te worden. Dat leidde in 1983 tot het eerste grote nationale game-evenement in de Verenigde Staten: het Video Game Masters Tournament. Het toernooi was opgezet door Twin Galaxies, met als doel een serie officiële records te verzamelen voor het Guinness Book of World Records van 1984. In deze periode wist de gamer Billy Mitchell zijn naam te vestigen. In de 1985-uitgave van het recordboek zag Mitchell zijn naam liefst vijf keer terug, onder meer bij de hoogste scores voor Donkey Kong en Pac-Man. Later haalde Mitchell als eerste speler de 'perfecte score' in Pac-Man.
In recentere jaren kwam er echter kritiek op de prestaties van Mitchell. In de documentaire King of Kong: A Fistfull of Quarters werd geïnsinueerd dat Mitchells prestaties geen zuivere koffie waren. Volgens gamer Roy 'Mr Awesome' Shildt zou Mitchell zelfs vals hebben gespeeld. Dat is echter nooit bewezen. Wel liet Mitchell zijn klasse nog een keer zien: in 2010 heroverde hij de wereldwijde Donkey Kong-topscore. Later werd die score door andere gamers nog meerdere keren overtroffen .
Brieven naar ambassades
Ten tijde van de opkomst van Mitchell werd ook het US National Video Game Team opgericht. In eerste instantie was het de bedoeling dat de beste spelers van het Video Game Masters Tournament daar deel van zouden uitmaken en de strijd aan zouden gaan met teams uit andere landen. Om dat te bereiken, heeft de Amerikaanse overheid zelfs brieven naar de ambassades van onder meer Japan en Italië gestuurd, met de vraag of teams uit die landen het op zouden willen nemen tegen de Amerikanen. Mooie plannen, maar tot confrontaties kwam het helaas niet. In plaats daarvan werden de leden van het team meestal ingezet voor ceremoniële doeleinden. Ze werden bijvoorbeeld scheidsrechter bij gamewedstrijden in het televisieprogramma That's Incredible!, dat tot 1984 werd uitgezonden.
Een paar jaar later kwamen internationale ontmoetingen beter van de grond. De Nintendo World Championships van 1990 lagen onder meer ten grondslag aan een dubbele ontmoeting tussen de VS en Japan. In werkelijkheid was dat toernooi niet echt een wereldkampioenschap maar vooral een Amerikaanse aangelegenheid. De Nintendo World Championships bestonden uit een drie dagen durend toernooi in 29 steden, waarbij een verdeling over drie leeftijdscategorieën was gemaakt. De winnaars van onder de 12 jaar, tussen de 12 en 17 jaar, en van 18 jaar en ouder verzamelden zich daarna in Hollywood, waar het nationale kampioenschap werd beslist. Nintendo had er zelfs een speciale cartridge voor ontwikkeld, voor het Nintendo Entertainment System. Er stonden minigames op die waren gebaseerd op Super Mario Bros, Rad Racer en Tetris. Spelers hadden 6 minuten en 21 seconden de tijd om in alle drie de games een score neer te zetten, waarna middels een speciale berekening de totaalscore werd vastgesteld. De winnaar in elke leeftijdsgroep ontving voor duizenden dollars aan prijzen, en onder andere een gouden Mario-beeldje.
Hoewel de jaren negentig uiteindelijk de revolutie brachten die aan de basis ligt van wat we nu 'e-sports' noemen, begon dit decennium voor wat competitive gaming betreft als een 'grotere en betere' versie van de jaren tachtig. Niet alleen Nintendo zette grote, offline toernooien neer, ook andere bedrijven faciliteerden competities. Blockbuster Video en het magazine GamePro zetten samen een toernooi op waar gamers uit de Verenigde Staten, Canada, Australië en Chili aan mee konden doen. Ook de door That's Awesome! en Starcade opgezette trend om iets met videogames op televisie te doen, werd in de jaren negentig voortgezet, ook buiten de Verenigde Staten.