Pokémon Go
Het wordt zo langzamerhand een traditie om in rustige tijden wat games op een rij te zetten die goed, mooi, leuk of op z'n minst bijzonder zijn. Games die niet allemaal groot genoeg zijn om een eigen review te verantwoorden, maar opmerkelijk genoeg om toch onder de aandacht te brengen. Vandaar een round-up van zes zomerse games. Er is niets dat de games bindt. De enige overeenkomst is dat ze zeer recentelijk zijn verschenen en onze aandacht hebben getrokken.
Pokémon Go
Het moet de natte droom zijn van elke Pokémon-fan: niet meer virtueel rondlopen in een klein kastje van Nintendo, maar gewoon in de echte wereld op zoek gaan naar de digitale beestjes die we inmiddels alweer decennia lang kennen van televisie, trading cards en games. Pokémon Go! is nog niet helemaal de verwezenlijking van die droom, maar de game brengt die utopie wel ietsje dichterbij. Je speelt de game namelijk gewoon op je eigen telefoon en vindt Pokémon overal waar je komt. Zo kun je op je werk een Charmander vinden, vlakbij je huis misschien wel een Hitmonlee en een wandeling naar de supermarkt levert, behalve boodschappen, toch al snel twee á drie nieuwe toevoegingen aan je Pokédex op.
 |
Titel |
Pokémon Go |
|
Platform |
Android, iOS |
Ontwikkelaar |
Niantic |
In de basis laat Pokémon Go! zich vergelijken met veel andere games die werken met je eigen geografische locatie. Want dat is wat de game doet. Hij leest je locatie en voorziet je directe omgeving van wilde Pokémon die jij kunt gaan vangen. Ook wordt de voor jou zeer herkenbare map gevuld met andere elementen, zoals Pokécenters en gyms. De Pokécenters vind je op plaatsen die enige betekenis hebben. Op De Dam in Amsterdam is bijvoorbeeld een Pokécenter, maar die rol is zeker niet voorbehouden aan nationale monumenten. Iets simpels als een park, plantsoen of fontein is vaak ook al een 'point of interest' voor Pokémon Go!, wat betekent dat je er naartoe kunt gaan om een paar gratis items te scoren. Helemaal mazzel heb je als je zo dichtbij zo'n plek woont dat je vanuit je huiskamer dat punt kunt 'activeren'. Die actie wordt namelijk elke vijf minuten reset, wat betekent dat je elke vijf minuten wat gratis items kunt oppikken.
Op die manier leg je al snel een aardige voorraad items aan, die op verschillende momenten van pas komen. De Pokéballs en andere varianten aan ballen gebruik je natuurlijk om Pokémon te vangen. Je app geeft aan welke Pokémon in de buurt zijn en hoe ver weg ze zijn. Komen ze binnen veertig meter van jouw locatie, dan kun je op ze klikken en een Pokéball naar ze gooien, in een poging ze te vangen. Dat kan mislukken, maar in de praktijk maakten we dat niet overdreven vaak mee. Een minpuntje is wel dat je bij het vangen van nieuwe Pokémon je eigen beestjes niet kunt gebruiken. Het vechten met wilde Pokémon om je eigen Pokémon te trainen, of om de wilde varianten te verzwakken en te vangen, is een wezenlijk onderdeel van de Pokémon-rpg's die we kennen. Jammer dat dat onderdeel hier geen deel van uitmaakt.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Pokémon Go in het wild.
Het vechten in Pokémon Go! gebeurt, voor zover we dat nu hebben kunnen zien in elk geval, uitsluitend in gyms. Vind je een gym, dan is het de bedoeling om die gym te winnen voor jouw team, te weten geel, rood of blauw. Bij gyms die 'bezit' zijn van jouw team kun je je Pokémon trainen. Een gym bezitten doe je door er een van je eigen Pokémon te installeren. Spelers van een ander team kunnen je gym afpakken door je Pokémon te verslaan. Op dat moment kan jouw team er niet meer trainen, tot de zittende Pokémon verslagen is. Helaas hebben we van dit vlak van het spel nog weinig gezien; toen we klaar waren om wat meer te vechten, ging de vroege versie die wij speelden alweer offline.
We willen meer
Het moge duidelijk zijn dat wij nog niet lang genoeg hebben kunnen spelen om een duidelijk oordeel te vellen. Toch is een aantal dingen al duidelijk. Zo is het heel jammer dat er niet altijd een actieve 'light'-stand op de app zit. Als je app open staat ontdek je snel Pokémon, maar als de app niet actief is, 'scan' je dus ook niet naar nieuwe Pokémon. Wie weet hoe veel Snorlaxen en Jigglypuffs je al voorbij bent gelopen? Je zal het nooit weten. Daarnaast mag gezegd worden dat de app behoorlijk pittig is voor je smartphone. De accu wordt aangesproken in een tempo dat eigenlijk bij grafisch pittige mobiele games hoort, terwijl Pokémon Go! audiovisueel ook weer niet zo heel indrukwekkend is. Natuurlijk is deel van dit alles dat er een accessoire komt, een soort smartwatch die als verlengstuk van het spel zal gaan dienen en dan vermoedelijk wél altijd actief is. Dat maakt dat die extra accessoire eigenlijk verplichte kost is voor iedereen die Pokémon Go! optimaal wil ervaren, en je kunt je dan ook afvragen hoe leuk het nog is om dan alleen maar de game zelf te hebben. De tijd zal het leren.
Let op; het gaat hier om een preview van de game, die we hebben gespeeld onder Android. De game is inmiddels verschenen, maar wij hebben de game gespeeld voor de release, en dus niet onder dezelfde omstandigheden als het grote publiek. Om die reden hebben we afgezien van een cijfer.
Inside
Denemarken ligt niet veel noordelijker dan Nederland, maar als de games van Playdead maatgevend zijn, lijkt het een volledig duistere wereld waar de zon maar niet in door wil dringen. Dat was zo in Limbo uit 2010, de eerste game van de studio, en dat is opnieuw het geval in Inside, de opvolger die net uit is. Waar Limbo in eerste instantie enkel beschikbaar was voor Xbox Live, is Inside te krijgen voor Windows en Xbox One. Wij speelden de versie voor Xbox One.
 |
Titel |
Inside |
 |
Platform |
Windows, Xbox One |
Ontwikkelaar |
Playdead |
Voor wie Limbo gespeeld heeft: er zijn nogal wat overeenkomsten tussen Inside en zijn voorganger. Beide spelen zich dus af in een duistere spelwereld en in beide staat een naamloos jongetje centraal dat een avontuur beleeft dat volledig zonder woorden wordt verteld. In beide games beleef je dat verhaal via puzzels en in beide games loop je al sidescrollend door de donkere spelwereld. In beide games heb je bovendien minimale middelen. In Inside heb je naast de twee thumbsticks welgeteld twee knoppen nodig; eentje om te springen en eentje voor actie, al kun je die alleen in heel specifieke situaties gebruiken: een knop hier, een hendel daar, en af en toe een voorwerp waar je iets mee kunt. Een kist verschuiven, bijvoorbeeld. Veel meer wordt het niet. Toch bewijst Playdead dat je daar een onderhoudende game mee kunt maken.
Daar is een aantal redenen voor aan te wijzen. Ten eerste weet Playdead een goede balans te vinden tussen verhaal en puzzels. Alle puzzels zijn gericht op voortgang. Het gaat er in alle gevallen om dat je verder weet te komen en een uitweg vindt. Daar is ook een noodzaak toe, blijkt al direct vanaf het begin van de game. Het naamloze jongetje dat de hoofdrol speelt wordt vanaf het begin op brute wijze belaagd. In het begin van de game maakt Playdead dat duidelijk door honden en volwassenen met pistolen op je pad te laten komen. Je zult moeten sluipen - of juist rennen - om aan de gevaren te ontkomen.
Beelden uit onze doorloop van Inside, op de Xbox One.
In het begin wordt ook duidelijk dat je belagers geen scrupules kennen. Mocht je gepakt worden, dan volgt een gruwelijke dood, of dat nu door toedoen van de honden of de volwassenen is. Gelukkig laadt de game snel een save, vlak voor je onfortuinlijke dood. Er blijken erg veel van dergelijke automatische saves te zijn, dus je hoeft nooit ver terug en kunt snel een nieuwe poging wagen.
Het goede is dat de puzzels in de game wel fantasievol, maar nooit echt heel erg moeilijk zijn. Misschien belangrijker: de oplossing is altijd dichtbij. Inside is geen Myst, waar het gevolg van je handelen ver buiten beeld kan liggen. Het maakt dat de puzzels onderhoudend zijn, maar niet afleiden van het verhaal en het avontuur.
Zonder woorden
Dat avontuur wordt dus geheel zonder woorden verteld en blijft daarmee altijd wat raadselachtig. Er geldt hier hetzelfde als bij de puzzels; door het gebrek aan dialoog is het verhaal eerder verrassend dan helder en diepgaand. Het gebrek aan diepgang of helderheid zit gelukkig niet in de weg. Het verhaal is onderhoudend en blijft tot het einde fascineren, al zal juist het einde voor sommige spelers iets te bizar en afwijkend zijn. Het is misschien het grootste minpunt aan Inside; dat het einde niet geheel bij het voorgaande lijkt te passen.
Gelukkig heeft de game nog een hele sterke troef die erg veel vergoedt: het uiterlijk, en vooral de stijl. Daar zit ook de grootste winst in ten opzichte van zijn voorganger. Limbo lijkt wat gameplay betreft erg op Inside, alleen is Inside vele malen mooier. Wie de twee naast elkaar legt, ziet dat Limbo vooral erg plat was, waar Inside veel meer diepgang heeft. Maakt dat uit bij een sidescroller? Jazeker! Je kunt geen gebruikmaken van die diepte; je kunt niet naar of van het scherm lopen en zult het met links en rechts moeten doen. Toch voegt die diepte erg veel toe. Sfeer vooral, een zeer belangrijk onderdeel van Inside.
Playdead bereikt dat, net als in Limbo, met erg beperkte middelen. Erg beperkte kleuren vooral. De wereld is geheel gehuld in grijstinten, met een enkel gekleurd accent. De trui van het jongetje dat je bestuurt bijvoorbeeld, maar ook sommige elementen waar je iets mee kunt, zoals schakelaars. Wat de meer driedimensionale spelwereld vooral toevoegt, is het gevoel van schaal. De makers weten heel goed over te brengen dat de wereld groot is en jij maar klein. Het vergroot het gevoel van kwetsbaarheid dat je krijgt als je met het jochie op stap bent.
Spaarzame muziek
Wat ook helpt is dat de geluiden in de game mooi zijn, zowel de spaarzame muziek als de geluiden uit de omgeving. Als je aan het begin van de game tijdens een regenbui door een maisveld loopt, hoor je het geluid van de druppels veranderen in het typische geluid van regen die op bladeren valt. Misschien nog mooier is dat Playdead weet dat stilte net zo indrukwekkend kan zijn als geluid. Tot slot willen we de animaties van Inside noemen, zonder al te veel te verraden. Vooral aan het einde van de game komen ze zeer goed uit de verf.
Inside is een prachtige en vooral subtiele puzzelgame, die desondanks bol staat van de gruwelijkheden. De subtiliteit zit in de stijl, in de grijstinten waarin de wereld gehuld is en waarin wat spaarzame kleuraccenten des te meer spreken. Hetzelfde geldt voor de geluiden en de muziek. De gruwelijkheden zitten in het verhaal, het is wat het jochie kan overkomen als je de puzzels niet weet op te lossen. Die puzzels vormen samen met het verhaal de hoofdmoot van de game. Puzzels zijn er genoeg en ze staan gelukkig in vrijwel alle gevallen in dienst van het verhaal. Alleen in het midden van de game zitten wat stukken waar best een puzzel minder had mogen worden ingebouwd. Over het algemeen weet Playdead echter de juiste balans te vinden tussen verhaal en puzzels. Het maakt van Inside een onderhoudend en memorabel avontuur, met hooguit een wat merkwaardig einde.
The Banner Saga 2
Aan het begin van 2014 speelden we een game die ons wist te verrassen. Het was op dat moment wat rustiger dan meestal het geval is op de redactie van Tweakers, en dat gaf ons de gelegenheid eens wat andere games te proberen, waaronder The Banner Saga. De game was het product van samenwerking tussen drie ontwikkelaars die samen BioWare hadden verlaten om een eigen studio te beginnen. Die studio werd Stoic Games, en hun eerste game werd dus The Banner Saga. Een prima debuut. In de review roemden wij de grafische stijl, maar ook de diepgang in het spel, die zowel in de gameplay als in het keuze-systeem terugkwam.
 |
Titel |
The Banner Saga 2 |
 |
Platform |
Windows, OS X, PlayStation 4, Xbox One |
Ontwikkelaar |
Stoic |
De basis van dat eerste spel is ook de basis voor deel twee. Niet heel verwonderlijk, want het verhaal gaat verder waar het gebleven was, en het wordt ook op eenzelfde manier verteld. Dat houdt in dat de speler het verhaal meekrijgt via gesprekken tussen verschillende personages, met hier en daar een anime-achtige cutscene om de meer cruciale momenten uit het verhaal wat meer cachet te geven. Dat alles gebeurt in dezelfde grafische stijl die we kennen van het eerste spel. In alles is The Banner Saga 2 dus een vervolg op het eerste deel, zonder op audiovisueel gebied iets heel anders te doen.
Datzelfde geldt dus voor de inhoud van het verhaal. Spelers kunnen kiezen om hun savegame van het eerste spel in te laden, of simpelweg kiezen voor Rook of zijn dochter Alette - een van beiden overleefde immers het eerste deel niet, afhankelijk van gemaakte keuzes. Vanaf dat moment leidt Rook of Alette - wij kozen voor de jongedame - de karavaan die verder trekt richting veiligheid, terwijl de wereld in elkaar stort en de monsterlijke Dredge op die karavaan blijven jagen. Op een gegeven moment ontstaat er een tweede karavaan, onder leiding van de huurling varl Bolverk, die zijn keuzes vooral maakt op basis van persoonlijk gewin voor hem en zijn soldaten, de Ravens. Dit geeft The Banner Saga 2 een aardige extra laag. Alette is vooral een goedzak die zo veel mogelijk mensen wil redden. Het spelen als agressieve, brutale huurling is een welkome verandering. Uiteraard hebben de belevenissen van Alette en Bolverk met elkaar te maken. Toch laat The Banner Saga 2 op het gebied van het verhaal nog steeds het achterste van de tong niet zien. Dat is logisch: Stoic heeft The Banner Saga altijd bedoeld als trilogie. Een derde deel ligt dus in het verschiet.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Video van The Banner Saga 2.
Als dat derde deel er inderdaad komt, dan is het wellicht een goed idee om wat meer te gaan experimenteren met de inhoud van de gameplay. De in de eerste game gelegde basis is nog steeds sterk. De speler staat met zijn helden tegenover een aantal vijanden. Het speelveld is verdeeld in hokjes, waarover de helden beurtelings bewegen. Daarbij zijn hun stats op het gebied van armor en strength, samen met speciale vaardigheden bepalend voor succes. Daarnaast is ook de map en de afmeting van de grotere units op het speelveld strategisch te gebruiken; je kunt met je grote varl bijvoorbeeld je kwetsbaardere, menselijke helden beschermen.
Obstakels slopen
Enfin: het systeem, zoals ook al uitgebreider uitgelegd in de review over The Banner Saga, gaat nog steeds vrij diep. Daarbij zorgen nieuwe elementen die ook nieuwe eigenschappen met zich mee brengen - denk aan zoals obstakels die gesloopt kunnen worden en een aantal nieuwe soorten vrienden en vijanden - voor enige frisheid. Veel van wat je ziet en doet is echter hetzelfde als in het eerste spel. Nu gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat dat nooit vervelend aanvoelde. We moesten aanvankelijk ook weer flink wennen aan de basis, dus de extra elementen waren niet overdreven cruciaal. Dat zou voor een derde deel waarschijnlijk anders liggen: het 'trucje' is dan bekend, en vernieuwing wordt dus belangrijker.
Dan kun je je ook nog afvragen of combat wel het belangrijkste onderdeel is van de gameplay. Nog steeds draait het leiden van een karavaan in The Banner Saga 2 om keuzes maken. Neem je de twaalf gewapende mannen die je onderweg tegenkomt op in je groep, of laat je ze achter? Misschien kun je ze beter preventief afslachten, zodat ze je niet kunnen volgen en beroven? Geef je een uitgehongerde groep vluchtende dorpelingen eten? Neem je ze mee? Het zijn die vragen, en vele varianten daarop, die bepalen wat voor leider je bent en met welke gevolgen je geconfronteerd wordt. Daarin ligt nog steeds de echte kracht van The Banner Saga 2. Je voelt je al snel verbonden met je karavaan. Een beslissing die tientallen van je clansmen het leven kost, doet pijn. Je bent blij als je ergens de ogenschijnlijk optimale uitkomst bereikt en verliezen minimaliseert. Dat maakt The Banner Saga 2 minstens zo meeslepend als het eerste deel, en daarmee de moeite van het spelen meer dan waard. We hebben de game gespeeld op Xbox One.
Lego Star Wars: The Force Awakens
Ooit, in 2005, legde Lego Star Wars: The Video Game de basis voor een hele reeks Lego-games. Het afgelopen decennium verschenen er Lego-games van allerlei andere bekende franchises, waaronder Harry Potter en het Marvel-universum. In 2011 verscheen Lego Star Wars III: The Clone Wars, wat op dat moment voorlopig het laatste Lego Star Wars-spel was. Nu, vijf jaar later, krijgt de nieuwste Star Wars-film ook een Lego-game, met daarbij ook de nodige nieuwe elementen die we nog niet eerder zagen in de games van ontwikkelaar TT Fusion, dat onderdeel is van TT Games.
 |
Titel |
Lega Star Wars: The Force Awakens |
 |
Platform |
Windows, OS X, PS4, PS3, XBO, X360, Wii U, 3DS, iOS |
Ontwikkelaar |
TT Fusion |
Logischerwijs gaat de game voornamelijk over de gebeurtenissen in Star Wars Episode VII: The Force Awakens, maar gamers krijg om te beginnen een level voorgeschoteld dat zich afspeelt op Endor, tijdens de Battle of Endor uit Star Wars Episode VI: Return of the Jedi. Dat level, waarin natuurlijk direct al allerlei iconische personages volop aan bod komen, grijpt het spel aan om spelers een aantal van de nieuwe features aan te leren. De meest duidelijke daarvan is de Blaster Battle, die je van tijd tot tijd voorgeschoteld krijgt. Op dat moment verplaatst de camera naar achter de beide spelers, die dan in een soort third-person-mode op vijanden kunnen schieten, daarbij zelf mikkend met L2 en het linker- en rechterpookje. Deze vorm van shootouts gebruikt de game veelal wanneer je tegenover wat zwaardere units staat, die je dan moet uitschakelen door op explosieven te schieten of door de zwakke plek van zo'n unit vaak te raken.
Ook in de wat meer klassieke kant van het spel is iets van innovatie te vinden. Die wordt dan voornamelijk gebracht door 'Multi-Builds'. Net als in vorige Lego-games kom je regelmatig een hoopje Lego tegen waarmee je een bepaald voorwerp kunt bouwen dat je nodig hebt. In het geval van een Multi-Build kun je meerdere voorwerpen maken met hetzelfde stapeltje. Vaak moet je dan een bepaalde volgorde aanhouden, om zo op meerdere plekken te kunnen komen en uiteindelijk verder te kunnen. Zo vonden we al snel een stapeltje waar we drie verschillende voorwerpen mee konden maken. Twee bouwwerken leidden naar speciale, te verzamelen objecten, en de derde optie leverde de route om verder te gaan in het level.
Die puzzeltjes worden na verloop van tijd wel iets moeilijker, maar echt lastig wordt het nooit. Toegankelijkheid is een groot goed voor Lego-games, en daar vormt The Force Awakens geen uitzondering op. Het is bijvoorbeeld niet echt mogelijk om 'af' te gaan. Als je per ongeluk dood gaat, verschijnt je poppetje gewoon meteen weer in beeld. In die zin is de game dus niet moeilijk. Wél is Lego Star Wars voor absolute beginners niet meer automatisch heel makkelijk. Het lijkt alsof de makers ondertussen enige bekendheid met de Lego-games veronderstellen. Die voorkennis zorgt dan dat je weet wat je ongeveer moet doen. Zonder die kennis blijkt de game echter een stuk lastiger. Beginners lopen de eerste uren redelijk vaak doelloos rond, schietend op alles dat beweegt, en vastzittend bij menig puzzel. Ook verliezen zij regelmatig uit het oog welk personage - soms rennen er vier of meer door elkaar in beeld - ze aan het besturen waren. Uiteindelijk leren zij de game kennen en lukt het allemaal wel, maar voor wie daar behoefte aan heeft is er niet overdreven veel uitleg..
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Lego Star Wars: The Force Awakens tijdens de E3 van 2016.
Niet voor beginners
Bovenstaande maakt Lego Star Wars: The Force Awakens misschien wat minder geschikt voor beginnende gamers, waar oudere Lego-games juist ideale instapgames waren. Het betekent echter ook dat serieuzere gamers, die inderdaad al wat meer ervaring hebben, er een game voor terugkrijgen waarin het tempo lekker hoog ligt. Binnen de kortste keren ben je beland in de missie waarin Poe Dameron en Finn in een Tie Fighter ontsnappen vanaf het schip van de First Order, waarbij je laserturrets moet uitschakelen en uiteindelijk moet afrekenen met een groot kanon. Snel, spectaculair en lekker voor de afwisseling.
Wat Lego Star Wars: The Force Awakens nog het meest de moeite waard maakt is hoe verschillende facetten in het verhaal zijn neergezet. De kleine, humoristische zijstapjes die de game aanbrengt ten opzichte van het originele verhaal uit de film zorgen voor succes. Denk aan het moment dat Luke de helm van Darth Vader af zet in het proloog-level, waarna in eerste instantie het hoofd van de jonge versie van Anakin er onder vandaan komt. Simpel en effectief, en de belangrijkste reden waarom Lego-games al meer dan een decennium een groot succes zijn. Daar komt met The Force Awakens geen verandering in. We hebben de game gespeeld op PlayStation 4.
Furi
Van een game die gemaakt is in Frankrijk verwacht je indrukwekkende graphics, en dat is precies wat je ook van Furi mag verwachten. Niet zozeer op technisch vlak. Verwacht geen enorme hoeveelheden polygonen en indrukwekkende lichteffecten, op die punten is de game zelfs vrij basic. Kleurrijk, maar simpel. Grofkorrelig zelfs, al past dat dan weer prima bij de stijl die het Franse The Game Bakers gekozen heeft. Nooit van de studio gehoord? Niet zo vreemd, het collectief uit Montpellier is vooral bekend van mobile games, al verscheen hun Squids later ook voor Windows, Wii U en 3DS.
 |
Titel |
Furi |
 |
Platform |
Windows, PlayStation 4 |
Ontwikkelaar |
The Game Bakers |
Voor dat uiterlijk zocht het Franse team contact met Takashi Okazaki, de man die vooral bekend is van zijn werk aan Afro Samurai. De stijl van Okazaki is zeer herkenbaar in Furi, en daarmee een van de grootste attracties van de game. Vooral in de naamloze hoofdpersoon is de hand van de meester te herkennen, en in mindere mate ook in de negen bazen die je in de game moet verslaan. Dat is ook tegelijk alles wat je voorgeschoteld krijgt; de game bestaat uit niet meer dan die negen bossfights. Gelukkig heb je daar je handen vol aan, want de gevechten zijn pittig. Dat is ook precies de bedoeling. Furi is een game die niet aan makkelijke tussendoortjes doet. Na een bossfight heb je even adempauze, in de vorm van een wandeling van de ene arena naar de volgende, maar eenmaal daar aangekomen, gaat het direct weer los. Zoals gezegd zijn de bossfights uit de game pittig en ze houden je vooral flink lang bezig. Een kwartier of langer per gevecht is heel normaal in Furi.
Het is een minimaal gegeven en het is niet het enige dat minimaal is aan de game. Officieel zit er een verhaal in, maar veel stelt dat niet voor. Je bent dus een naamloos figuur dat opgesloten zit in een gevangenis. Je kunt daaruit ontsnappen als je de bewaker weet te verslaan. Mocht dat lukken, dan blijkt deze Jailer de eerste in een serie van negen. Waarom je gevangen zit wordt niet duidelijk en wie je bent ook niet. Ook het uiterlijk van de game, hoe stijlvol het ook is, is vooral minimalistisch. Er is weinig meer dan de negen arena's, en die zijn voornamelijk plat en weinig gedetailleerd. Het is ook niet waar het in Furi om gaat.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Een bossfight uit Furi, zonder knippen of plakken.
Twee troeven
Fraaie personages, maar simpele levels en een minimaal verhaal: dat klinkt nog niet direct overtuigend. Furi heeft echter nog twee sterke troeven achter de hand. Zo krijg je een indrukwekkend hippe soundtrack voorgeschoteld, met muziek van Carpenter Brut, Danger en The Toxic Avenger. De game komt dan ook het best tot zijn recht via een headset. De game komt verder vooral tot zijn recht als hij gespeeld wordt met een controller, ondanks dat er ook een Windows-versie van het spel is. De Windows-versie herkent moeiteloos of je met toetsenbord of controller speelt, maar dat laatste is aan te raden. De game is in alles een console-game.
Om het ogenschijnlijk nog erger te maken, is ook het vechten in de game simpel. Toch is juist dat knokken de grootste attractie, want vechten is simpel, maar zeker niet eenvoudig. Sterker, de weinige opties die je hebt zijn krachtig, maar lastig onder de knie te krijgen. Dat is echter wel de uitdaging van de game. Met simpele middelen moet je bosses verslaan in langdurige gevechten. Dat lukt alleen als je de weinige middelen die je hebt volledig weet te benutten.
In aanvallende zin heb je een katana om van dichtbij mee te slaan en een laser blaster waarmee je blauwe bollen afschiet om van veraf schade aan te richten. In defensieve zin heb je een dodge, waarmee je niet alleen in elke gewenste richting weg kunt duiken, maar die je tegelijkertijd ook een miliseconde onkwetsbaar maakt, zodat je langs en vaak zelfs door vijandige aanvallen kunt zappen. Je kunt ook blokkeren, al is juist dat een kunstje dat uiterste precisie vereist. Daar staat echter heel wat tegenover, want de block kan je ook een beetje genezen en bovendien de verdediging van je vijand open breken. Dat is al het gereedschap dat hebt, maar zoals gezegd zijn het simpele middelen die lastig onder de knie zijn te krijgen. Dat komt vooral doordat niet alleen Parry veel nauwkeurigheid vereist. Eigenlijk moet je bij al je acties precies zijn, inclusief bewegen.
De game zit zo in elkaar dat de bossfights steevast een thema hebben, dat afgeleid is van de middelen die je hebt. Zo is er een gevecht waarin je het van dodge moet hebben, eentje waarin schieten van afstand de oplossing is en uiteraard ook een waarin parry centraal staat. Pittig zijn ook de gevechten waarin je op je katana aangewezen bent, doordat die veel nauwkeurigheid vereisen. De gevechten hebben bovendien steevast diverse verschillende stadia, waardoor het lange en ook spectaculaire confrontaties zijn. het maakt de game uitdagend en gevarieerd, maar door het beperkte aantal bosses toch niet heel erg lang.
Het kan moeilijker
Gelukkig is er een extra. Als je de game uitgespeeld hebt, speel je Furier Mode vrij. Zoals de naam al aangeeft is die moeilijker, maar gelukkig niet zozeer doordat vijandige aanvallen meer schade aanrichten en de jouwe minder. In plaats daarvan hebben alle bosses in de game opeens een hele serie nieuwe moves. De game is daarmee een tweede doorloop zeker waard.
De makers van de game komen je eigenlijk maar op een manier tegemoet. Je hebt drie levens waar je het mee moet stellen. Mocht je tijdens een gevecht het loodje leggen maar met je tweede of derde leven het stadium in de confrontatie overleven, dan krijg je een leven terug. Het geeft je de kans om terug te komen uit een geslagen situatie, zonder helemaal overnieuw te hoeven beginnen.
Als je opgeslokt wordt door een gevecht is Furi een fantastische game. Simpel van opzet, maar uiterst uitdagend en nog gevarieerd ook. Buiten de gevechten om is het helaas allemaal een stuk minder. Het ontwerp van de personages is goed bedacht, maar heel gedetailleerd worden ze niet in beeld gebracht. Ook de levels zijn wel heel erg simpel van opzet en uiterlijk. De soundtrack is gelukkig goed, maar desondanks is Furi toch nog steeds een wat karige belevenis, vooral ook omdat de makers er 25 euro voor vragen. We hebben de game gespeeld op Windows, met controller.
The Solus Project
Wie ooit actief is geweest in de community rond de Unreal Engine, kent waarschijnlijk Sjoerd de Jong, beter bekend onder zijn nick Hourences. Hij maakte veel bekende maps voor Unreal Tournament en werkte mee aan bekende mods als Return to Na Pali. Het leidde tot een zwervend bestaan langs diverse studio's. Zo werkte hij voor Epic, Digital Extremens, Guerrilla Games en Starbreeze. Geen slecht cv. Inmiddels heeft hij echter een eigen studio, het in Zweden gevestigde Teotl Studios. De tweede game van De Jong en zijn Zweedse collega's is inmiddels op de markt verschenen, de survivalgame The Solus Project.
 |
Titel |
The Solus Project |
 |
Platform |
Windows, Xbox One, Oculus Rift, HTC Vive |
Ontwikkelaar |
Teotl Studios |
De naam van de game staat voor de overlevingsstrijd die de mensheid voert in deze sci-fi-game. Je leeft in een verre toekomst waarin de mensheid de aarde heeft moeten verlaten en naarstig op zoek is naar een nieuwe planeet. The Solus Project is het programma waarin die zoektocht wordt vormgegeven. Er worden missies naar planeten gestuurd, in de hoop dat uit het bezoek blijkt dat er een nieuwe aarde is gevonden. Jij bent een van die kolonisten, alleen gaat er met jouw expeditie iets mis. Je ruimteschip stort neer, waarna je moet zien te overleven.
Ziedaar de opzet van de game. Je bent gestrand op een onbekende planeet en hebt weinig middelen. De hoop is dat het je lukt om weer contact te leggen met het thuisfront, al is je eerste prioriteit om te overleven. Dat overleven lijkt in eerste instantie ook het enige dat je te doen staat in de game. Het is ook de voornaamste gameplay. Je kunt lopen, waarbij de zwaartekracht een rol speelt. Tegen een berg op lopen gaat dus beduidend langzamer dan lopen op het vlakke. Je kunt ook rennen, maar houdt dat slechts kort vol. Verder kun je niet zo heel veel. Je kunt een sprongetje maken, maar hoog zul je niet komen. Je kunt ook nog bukken, kruipen en iets oppakken. Dat is het wel zo'n beetje.
Tegelijkertijd ben je zelf behoorlijk zwak, of beter gezegd: heb je behoorlijk te lijden onder de omstandigheden op de vreemde planeet. Als gevolg van de crash heb je weinig hulpmiddelen. Je hebt je ruimtepak, dat enige bescherming biedt, en je vindt vrijwel direct een erg handig apparaatje dat het een en ander vertelt over jezelf en de omgeving. Zo kun je zien hoe hoog je lichaamstemperatuur is, hoeveel energie je nog hebt en hoeveel vocht je lichaam nog heeft. Belangrijk, want alle drie komen onder druk te staan in de game. Verder geeft het apparaat aan wat de temperatuur in de omgeving is, hoe vochtig het is en hoe hard het waait. Ten slotte geeft het aan hoe het zit zit met je slaap.
Helaas!
De video die je probeert te bekijken is niet langer beschikbaar op Tweakers.net.
Gameplay van The Solus Project.
Kijk omhoog
De weersomstandigheden spelen een grote rol in de game. Het kan op de vreemde planeet flink afkoelen. Het kan zomaar -20° worden. Het tegenovergestelde kan ook; van +40° moet je ook niet opkijken. Indrukwekkender is dat je het weer snel kunt zien veranderen en dat je nogal wat ellende over je heen kunt krijgen. Het regent vaak op de planeet en in combinatie met kou zorgt dat snel voor onderkoeling. Je pak deelt je dat ook fijntjes mee, net zoals het waarschuwt voor uitdroging, oververhitting, honger of dorst. Je kunt makkelijk dood gaan aan dergelijke effecten, en het is zaak om dat te voorkomen. Terug naar het weer, want een simpele regenbui kan dus al bedreigend zijn. Maar de atmosfeer is onrustig, dus je wordt ook geteisterd door windhozen, meteorietenregens, onweer en sneeuw. Alleen het klimaat vormt al een hele uitdaging in de game. Dat klimaat is flink aan veranderingen onderhevig, al was het maar omdat het dag en nacht wordt op de planeet en de temperatuur om die reden flink kan schommelen.
Eerste zorg is het vinden van water en van voedsel, op de voet gevolgd door het vinden van onderdak. Het eerste is niet heel erg moeilijk. Het laatste eigenlijk ook niet. Met andere woorden: voor een survivalgame is overleven in The Solus Project niet erg lastig. Je kunt makkelijk onder de omstandigheden bezwijken, maar wie een klein beetje zijn best doet en een beetje oplet, weet makkelijk te overleven. Eten is er genoeg. Er groeien diverse eetbare planten op de planeet. Die zijn niet heel voedzaam, maar je kunt er op overleven. Belangrijker is dat er heel veel resten op de planeet liggen. Een deel daarvan komt van je eigen schip, maar het lijkt er sterk op dat er al eerder schepen op de planeet zijn gecrasht, want ook ver buiten het crashgebied kom je flesjes water en blikjes eten tegen. Beide zijn zeer waardevol. Vooral de blikjes, omdat die een flinke voorraad calorieën bevatten. Nadeel is dat de voorraad blikjes eindig is, terwijl planten verdacht snel weer aangroeien.
Je hebt een rugzak waarin je een zeer beperkte voorraad mee kunt nemen. Het is dus zaak dat je zo snel mogelijk een basis kiest. Liefst een grot waarin je beschermd bent tegen de regen en de ergste kou. Er zijn gelukkig genoeg grotten voorhanden, vaak nog met vers stromend water ook. Vooral dat laatste is handig, en het maakt het overleven eigenlijk net iets te makkelijk. Als je eenmaal een basis hebt, is het zaak om een bron van licht te vinden. Als je ook dat op orde hebt, kun je spelen met de elementen: slapen als het koud is of regent en er op uit als het warm en droog is. Je kunt dan nog steeds overvallen worden door een bui of ander atmosferisch ongemak, maar als je wat eten en drinken bij je hebt en niet te ver gaat, kun je de risico's beperkt houden.
Dat verkennen heeft zin omdat er van alles is op te waarderen. Je kunt geheimzinnige voorwerpen vinden, die vooral handig blijken omdat je op die manier al je stats een beetje op kunt waarderen. Weerstand tegen kou, tegen warmte, tegen vocht, tegen honger, tegen uitputting; alles kun je verbeteren. Ook je rugzak kan worden vergroot. Het lijkt de voornaamste reden om er op uit te gaan, maar dat is het echter niet.
Geduld
Als je het overleven een beetje onder de knie hebt, zul je ontdekken dat er meer is. Sporen daarvan heb je tegen die tijd al ontdekt. Je hebt al gezien dat er verdacht veel water en voedsel ligt, dat wel van andere expedities afkomstig moet zijn, en dat er vreemde voorwerpen liggen die je eigenschappen verbeteren. Er blijkt echter veel meer te zijn. Wie het geduld heeft om het overleven onder de knie te krijgen en langere tochten kan maken, zal ontdekken dat de planeet vele geheimen herbergt, die allemaal te maken lijken te hebben met een oude beschaving. De game ontpopt zich dan ook langzamerhand in een zoektocht naar die oude beschaving. Die zoektocht brengt je ook naar de uithoeken van de planeet, die blijkt te bestaan uit diverse eilanden die met elkaar verbonden zijn door onderaardse grottenstelsels. Op die manier reis je van zone naar zone. Tegelijk zul je ook moeten proberen om contact te leggen met het thuisfront. Niet alleen in de hoop op redding, maar ook om te melden dat je een leefbare planeet hebt gevonden. Ook daar zul je gaandeweg aanwijzingen, materialen en bouwwerken voor vinden.
Het leuke van The Solus Project is die omslag: dat je eerst moet leren overleven en als je dat onder de knie hebt er nog een heel andere game opborrelt, waarin je op zoek gaat naar aanwijzingen over de verdwenen beschaving. Het minpunt van The Solus Project is dat beide delen een klein beetje tekort schieten. De wereld is indrukwekkend, vooral door het licht en de weersinvloeden. Heel gedetailleerd en vooral gevarieerd is het echter niet. De game wordt daarmee al snel een beetje eentonig. Bovendien is het overleven dus eigenlijk niet zo heel moeilijk. Waar dat in het begin even spannend is, heb je de truc al snel onder de knie en dan is de uitdaging er wel af.
Dan blijven je eigenlijke missie en de zoektocht naar de oude beschaving over. Die zoektocht is onderhoudend, maar ook wel wat kort en lineair. Ja, je hebt volledige vrijheid op de eilanden die je bezoekt, maar tegelijk geeft de game je duidelijk Objectives die je vrij rechtstreeks op je doel afsturen. Daar valt moeilijk van af te wijken. Dat neemt niet weg dat het prettig en fascinerend is om in The Solus Project rond te lopen. Het is niet al te moeilijk om te overleven, maar dat vergt wel planning en geduld. En het mysterie is dan misschien niet al te uitgebreid, onderhoudend is het wel. Tot slot nog de misschien wel grootste attractie van de game: hij is ook speelbaar in vr, dus wie een Oculus Rift of HTC Vive heeft, kan zich op de vreemde planeet heerlijk verliezen.